NOG DRIE KEER SLAPEN

Wat is er eigenlijk te doen op de Gentse Feesten dit jaar? Ik ken het programma niet, maar er zullen wellicht talrijke evenementen zijn van allerlei aard, zoals altijd. Mij hoort u dus niet klagen.

Ik wil mij al op voorhand verontschuldigen voor de zinloze handelingen en woorden die ik ongetwijfeld zal stellen en uiten gedurende die tien dagen. Soms is het onmogelijk sommige dingen niét te doen. Ik ben bijvoorbeeld in 1980 een keer op het podium gekropen om iemand uit te schelden die een liedje van George Brassens stond te spelen. Ik was in die tijd een hevig anti-intellectueel omdat ikzelf altijd herexamens had van wiskunde en Frans op school. En ik kon mensen die slimmer waren dan ik en intelligente liedjes speelden van Brassens niet goed verdragen. Sinds ik zelf een intellectueel ben geworden ben ik niet langer anti-intellectueel, maar integendeel pro-intellectueel. Ik kan er eigenlijk niet meer tegen, tegen al die dommeriken van tegenwoordig. Maar ik wil mij dus alsnog verontschuldigen bij die mens van vijfentwintig jaar geleden. Als de mensen daar zin in hebben om iets van Brassens te spelen dan moeten ze dat doen, vind ik, hoe intellectueler hoe beter. Ze mogen wel niet Mustang Sally gaan spelen. Dat liedje hebben ze al genoeg gespeeld. Ik kende dat liedje vroeger niet, ze draaiden dat nooit op de radio. Maar vijfentwintig jaar geleden zijn al die balorkesten het beginnen spelen op de feesten en sindsdien ken ik het van buiten. Overal op al die podiums spelen ze dat ene liedje, er valt niet aan te ontsnappen. Speel eens een ander liedje, jongens, dat liedje kennen we dus al. Speel nog eens Sex Machine of Unchain my heart, dat was al lang geleden en dat horen de mensen graag, het moet niet altijd hetzelfde zijn. En maak mij alstublieft niet wakker door een pint in mijn oor te gieten als ik lekker lig te snurken in het Baudelopark. En wanneer u ziet dat ik een tripel sta te drinken, duw mij dan geen Irish koffie in mijn handen, die ik dus niet durf af te slaan, uit schrik mijn imago van sympathiekste zanger van de Benelux kwijt te raken. Echt, die combinatie van tripel en Irish koffie is dodelijk, van de ene drank wordt u blij en van die andere verdrietig, zodat beide gevoelens elkander opheffen. En ik hou ervan ten volle te genieten van mijn eigen emoties, ik ben zowel graag dodelijk bedroefd als hemelhoog juichend van vreugde. En zwijg mij tijdens die dagen over de laatste dag van de feesten, die dag die niet mag aanbreken en die ik ten persoonlijken titel beschouw als de aanvang van een nieuw jaar. Vele mensen vieren nieuwjaar op 1 januari. Mijn nieuwe jaar begint op de dag na de Gentse Feesten, dan is er op een filosofische manier alweer iets voorbij dat nooit meer zal terugkomen. Die dag mag ik van mijzelf een keer niets doen en enkel in mijn zetel liggen treuren over het leven dat zo snel voorbij gaat en over de liefde die vergaat. Dan ga ik zowat ten onder aan weemoed en verslagenheid. Het is om van te kotsen, mensen die zich onderwerpen aan dat soort gevoelens, ik weet het. Maar als ik die dag kan overleven, dan kan ik er weer een jaar tegen, zo moet u het bekijken, en hebben ze verder geen last meer met mij.
Maar kom, genoeg getreurd. Er wachten ons fijne dagen. En doe tijdens de Gentse Feesten ook een keer iets cultureels. In het SMAK loopt er momenteel een tentoonstelling van de kunstenaar Artur Barrio. Barrio creëert in de grote zaal een landschap van koffie, brood en urine. De volledige vloer is bedekt met een laag gemalen koffie. In het midden liggen duizend-en-één broden, opgestapeld in een cirkel. Aan de zijkant staat een rode sofa. Op de muur staat het woord Interminavel gekrast, waarmee Barrio wil aanduiden dat zijn kunst een oneindig, voortdurend proces is. Ook al wil hij ze verleggen, de Braziliaan opereert binnen de grenzen van de kunst en het museum als geografisch gegeven. In dat opzicht is zijn installatie een uitgekiende compositie in zwart, wit en heel veel donkerbruin, maar ook geel, van de urine. De rode zetel aan de zijkant is een opvallend element dat het evenwicht in de compositie scheeftrekt. Barrio houdt van het moment. Hij wil dat kunst hier en nu is, in het leven zelf. Zijn kunst is vergankelijk en veranderlijk: een toeschouwer bijvoorbeeld, die in de koffie plast, hertekent het werk.
Anti-intellectuelen vinden het werk van Barrio een ellendige hoop drek en rotzooi. Maar ik, als intellectueel, kan daar niet mee akkoord gaan met dat soort populistisch anti-intellectualisme.

LUC DE VOS