EEN ONBESTAAND BUDGET

Mijn maat Rocky was afgunstig op mij. Ik stond alweer met mijn kop in de gazet omdat ik een zoveelste cultuurproduct had afgescheiden: de roman De rest is geschiedenis, een verpletterend meesterwerk. Ik was ook op de regionale zender AVS geweest. Ik stond op het toppunt van mijn wereldse roem vorige week.

Rocky zei: ‘Vos, gij moet toch altijd in de belangstelling staan. Het is om zot te worden. Hoe oud zijt gij nu? En hoe lang zijt gij al bezig? Wordt het niet een keer tijd om de handdoek in de ring te gooien en het pad vrij te maken voor de aanstormende jeugd? En telkens weer dat mediaoffensief van u. Is dat nu echt nodig? De mensen gaan u op den duur beu gekeken zijn.’
Ergens had Rocky wel gelijk natuurlijk. En mocht ik niet weten dat hij door afgunst werd gedreven, ik zou hem nog gelijk gegeven hebben ook. Ik weet het, ik zit hier nu weer over mijzelf bezig, over het cultuurproduct dat ik op de vrije markt heb gegooid. En vorige week stond ik hier ook met een dubbelinterview met The Lau in dit schitterende periodiek en sommige mensen zullen wellicht zeggen: het zijn altijd dezelfden die aandacht krijgen, het is niet eerlijk.
Maar kan ik het helpen dat er zoveel mensen zijn die mij graag zien? Ik ben er zelf nog elke dag over verwonderd. En weet u waarom de mensen mij graag zien? Omdat ze merken dat ik dat graag doe, liedjes zingen en zo. Dat is echt waar het schoonste beroep van de wereld. Als ik maar op het podium kan kruipen en in de microfoon kan staan brullen ben ik de gelukkigste mens van de hele wereld. U moet het ook een keer proberen als u daar zin in heeft. Ik kan het iedereen aanraden. Maar niet allemaal tegelijk alstublieft.
En er is trouwens ook een andere kant van de medaille, maar daar denken de mensen niet aan. Er bestaat een aantal individuen die mij niet graag zien. Het is misschien onvoorstelbaar maar het is zo. Er is bijvoorbeeld een journalist die bij De Standaard werkt die mij niet kan luchten. Sasha Van Der Speten heet die gast en die noemde mij een tweetal jaar geleden in een artikel een achterlijke idioot die zou moeten opgesloten worden in een instelling. Echt waar. Mijn moeder had dat ook gelezen en haar reactie was er een van opluchting en goedkeuring. ‘Eindelijk eens iemand die de waarheid durft te zeggen,’ zei ze. ‘Het moet maar eens gedaan zijn met dat onnozel doen en dwaze praat verkopen in al die oorden van verderf waarin gij voortdurend de grote jan staat uit te hangen. Wanneer gaat gij een keer een beroep leren dat op iets trekt en op een eerlijke manier uw boterham verdienen? Wat gaat gij later doen? Als gij volwassen zijt?’
Ja jongens, mijn moeder begrijpt mij niet, geloof ik. Sommige mensen begrijpen mij niet en daar heb ik moeten leren mee leven.
En denkt u trouwens dat ik dat leutig vind al die aandacht? Maar het gaat niet anders. Wanneer gij aan de bak wilt komen in deze gemediatiseerde samenleving dan moet gij op een verhoogje klimmen en overal rondbazuinen dat gij de beste zijt en alweer een meesterwerk hebt gemaakt of anders geloven de mensen u niet. Bescheidenheid is dodelijk. Ik las vorig jaar een interview met Tom Barman naar aanleiding van zijn film Anyway the wind blows. In dat stuk werd deze hardwerkende, goede man een zelfde soort verwijt gemaakt. Ge kon geen gazet openslaan of uw televisie of uw radio niet aansteken of daar was inderdaad Barman die over zijn film stond te orakelen. Hoe goed die wel was, en hoe hard ze er aan gewerkt hadden en dat de mensen vooral moesten komen kijken. De reactie van Barman was verpletterend. Hij sprak: ‘wanneer ik de boekhandel binnen kom, val ik over stapels en stapels boeken en promotieartikelen van Harry Potter. Kom ik de cinema binnen dan moet ik eerst twintig reclameborden van The lord of the rings omver lopen om binnen te geraken. We worden gebombardeerd met cultuurproducten uit Amerika met promotiebudgetten die het bruto nationaal product van een gemiddeld derdewereldland ver overstijgen. Mogen wij als gewone Belgen dan ook eventjes aandacht vragen voor ons cultuurproduct dat we met veel bloed, zweet en tranen hebben bijeen geknutseld met een onbestaand budget?’
De nagel op de kop! Barman kan het nogal uitleggen, zeg. Vandaar dus nogmaals deze boodschap. De roman De rest is geschiedenis is een meesterwerk waarmee ik in aanmerking dien te komen voor de Nobelprijs. Of neen, geef de Nobelprijs dit jaar maar aan onze Hugo Claus, die mens zit er al jaren op te wachten. Ik word er zelf ook zo zenuwachtig van.

LUC DE VOS