HET GEVAAR

Ik ben aan een groot gevaar ontsnapt. Mijn leven hing aan een zijden draadje. Ik begaf mij in een vliegtuig naar het mooie Engeland.

Dit voor enige trivialiteiten. Ik trapte er wat lol, dronk de minibar van het hotel leeg op kosten van het instituut, met name de BRT, dat zo gek was geweest mij op deze reis uit te nodigen en vloog de volgende dag alweer huiswaarts, naar België waar ik mij op innige wijze thuis voel. België, mijn lelijke land met zijn boerendiscotheken, zijn fermettes, zijn afgrijselijke gewestwegen. Ik hou van mijn land. Het ligt, zo meen ik, aan de mensen. Belgen zijn stuk voor stuk schattebouten. Heerlijke joviale individuen met aandacht voor het lijden en het geluk van hun medemensen.
Maar goed. Terug naar mijn verschrikkelijk avontuur. Ik zat op mijn gemak de kruiswoordpuzzel in The Independent in te vullen. Net toen ik het laatste puzzelwoord had gevonden begon het ijzeren luchtschip te dalen. Ik hoorde het landingstel krakend en zuchtend openklappen. Ik dacht nog: dat mogen ze gerust een keer smeren. Het landen nam een aanvang. De banden raakten het tarmac. Op dat moment weerklonk een luide knal die horen en zien deed vergaan. Boempapat! Ik verschoot mij een ongeluk. Een nanoseconde later schoten we als een raket weer de lucht in. Naar een hoogte van een kilometer of tien. Ik zag ons geliefde land onder mij voorbij trekken. Dit was het dan, zo dacht ik: de banden van het landingstel zijn ontploft. Landen is onmogelijk. De piloot vliegt op dit ogenblik opnieuw naar de Noordzee om aldaar een wanhopige noodlanding op het water te plegen waar hij wellicht zelf niet werkelijk in gelooft. Ook goed. Een merkwaardige kalmte maakte zich van mij meester en ik dacht bij mezelf: jongens komaan, ik heb een gelukkige jeugd gehad, daarvoor ben ik mijn ouders dankbaar. Nadien ging het wat minder. Ik modderde maar wat aan in mijn leven. Ik was een gebuisde student die verstoken was van liefde. Nog later werd ik dan muzikant en ook schrijver en alles bij elkaar viel het wel mee. Ik mocht niet klagen. Ik groette vanuit mijn stoel mijn vrienden en familieleden en wenste hen het beste toe. Dat zij lang en voorspoedig mochten leven. Mijn bestaan was nu voorbij. Ik legde mij neer bij feiten die voldongen waren. Mijn lot was vanaf heden in de handen van mijn Schepper die mij weldra tot Hem zou roepen en mij wellicht mijn vele zonden zou vergeven. Ik had immers ook veel liefgehad. Mij zou veel vergeven worden, daar staande aan de poort van de heilige Pieter.
Na enig respijt meldde de piloot dat er een kleine vertraging was en dat we zo meteen gingen landen. Vijf minuten later stond ik in de aankomsthal van Zaventem.
Een beetje bleek en vol existentiële gedachten liep ik de luchthaven uit. Daar stond mijn maat Rudy op mij te wachten.
‘En Vos, een voorspoedige vlucht gehad? Niet te veel gezopen op het vliegtuig?’
Ik deed kond van mijn avontuur. Het zweet stond op mijn voorhoofd.
Rudy begon mij uit te lachen: ‘Vos, gij weet ook van niets. Ik heb dat zelf al honderd keer meegemaakt op mijn talloze zakenreizen. Dat komt door die automatische piloot. Tegenwoordig wordt zelfs al opgestegen en geland op automatische piloot. Dat gaat allemaal vanzelf met een computer. Dus wat doen piloten: die zijn ook niet zot, die drinken de ene pils na de andere en knappen vervolgens een uiltje met hun voeten op het dashboard, net zoals die camionchauffeurs met hun cruise-control. In een van de twee gevallen liggen ze zelfs tijdens de landing nog te maffen. Bij de landing horen ze dan een knal, want die automatische piloot staat meestal niet goed afgesteld bij wat oudere vliegtuigen, en ze schrikken wakker en van de weeromstuit geven ze vol gas zodat ze weer de lucht in schieten. Gij moet u dat allemaal niet aantrekken. Ik zie dat gij niet veel gewoon zijt, Vos, gij moet eens wat meer onder de mensen komen, wat meer de wereld gaan verkennen, dan zoudt gij zo rap niet panikeren.’
Rudy weet het inderdaad altijd beter. Ik weet maar één ding: mij zien ze niet meer op een vliegtuig. Het zijn, wanneer men het van heel dichtbij beschouwt, waanzinnige toestanden: een ijzeren projectiel van wel duizend ton, dat schieten ze de hemelen in met tienduizend liter nafte in de vleugels. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat mensen daar gaan inzitten. Dat ze alstublieft thuisblijven. Het was Blaise Pascal die schreef in zijn Pensées: alle miserie in de wereld ontstaat door het feit dat mensen niet gewoon thuis blijven zitten.

LUC DE VOS