CHEZ GUEVARA

Ik had een plan. Ik zei tegen mijn maat Rocky dat ik goesting had om een keer enorm veel te gaan eten, niet zo maar een klein beetje, maar echt enorm veel, dat kan enorm deugd doen.

Ik zei: ‘eerst enorm veel eten en dan een paar liter bier drinken en dan in ons bed kruipen en ons verder nergens mee bemoeien, is dat geen goed idee?’
Rocky vond dat ook een goed idee. Vooral het onderdeel van mijn plan waarin ik stelde ons verder nergens mee te bemoeien, dat vond hij nog het beste van al. Maar ook de andere onderdelen van het plan, enorm veel eten, een paar liter bier drinken en dan in ons bed kruipen, daar kon hij ook mee leven.
Wij beiden te voet op zoek naar een fijn eethuis dat ons in deze tegemoet kon treden. In de Sleepstraat doken wij het politiek links georiënteerde restaurant Chez Guevara binnen.
Er stond een lollige dame achter de toog met een gigantische boezem die het heelal deed wankelen. Zij was in de fleur van haar menopauze.
‘Wat een lekker dier!,’ zei Rocky.
Er kwam een bleke magere ober met een onheilspellende blik in zijn ogen de bestelling opnemen.
Rocky sprak: ‘Neen, wij willen bediend worden door die madam daar achter de toog.’
De ober ging de dame halen maar het was precies tegen zijn goesting.
‘En, liefste schat, zeg het een keer tegen Rocky, hoe heet gij?’
‘Mieke,’ zei ze. Ze kirde als een tortelduifje.
‘Wel Mieke,’ zei mijn maat, ‘gij hebt vandaag het groot lot gewonnen. Ge hebt de eer mij te leren kennen en daarna zal ik u ontvoeren naar mijn hol en u aldaar eens zodanig onder handen nemen dat gij niet meer weet van welke parochie dat gij zijt.’
Ten tweede male kirde Mieke als een tortelduifje.
De kastelein kwam erbij staan. Hij leek een beetje op Herwig Van Hove en zweette als een rund.
‘Het personeel informeert mij over het feit dat de heren moeilijkheden zoeken en mijn echtgenote lastig vallen.’
‘Neen, goede man,’ zei Rocky, ‘dat is slechts schijn. Weet gij trouwens, meneer, waarom ze twee mensen die met elkaar getrouwd zijn echtgenoten noemen? Neen, weet gij dat niet? Omdat echtgenoten de verleden tijd is van echt genieten.’
Toen ging er van alles verkeerd en na wat geduw en getrek, stijl Filip De Winter, stonden we weer op straat.
Ik zei tegen Rocky dat de mensen tegenwoordig niet meer kunnen lachen met humor, hetgeen Rocky beaamde.
Aan de overkant van de straat stond er een oude vent met een kartonnen bekertje in zijn hand. We kregen allebei een krop in onze keel. Wij, wij gooiden ons geld door vensters en deuren en deze goede man moest zijn kostje bijeen bedelen. Solidariteit zou zegevieren! Wij haalden ons klein geld boven en wierpen het in zijn beker. ‘Hier, brave mens, ga daarmee maar een flinke boterham met confituur kopen.’
We hoorden het geld in de beker plonsen.
‘Zijt gij zot geworden,’ riep de vent, ‘geld in mijn koffie smijten?! Politie, politie!’
Wij zetten het op een spurten.
Toen we veilig terug thuis waren zei Rocky: ‘Vos, waarom kunnen de mensen toch niet overeen komen met elkander? Waarom loopt alles fout?’
‘Ja, Rocky,’ sprak ik, ‘dat komt omdat de samenleving niet maakbaar is. De Duitse filosoof Adorno was een der eersten om dit probleem te onderkennen. Kent gij Adorno? Evenals Marx geloofde Adorno in de theoretische mogelijkheid van een betere maatschappij, maar hij stelde tegelijkertijd dat het in de huidige situatie onmogelijk is deze te verwezenlijken. De burgerlijke samenlevingsvorm heeft zich sterker getoond dan het proletariaat, de arbeiders zijn loonslaven geworden die tevreden zijn met hun lot. Het proletariaat is op dusdanige wijze ingekapseld dat zijn behoefte aan een andere maatschappijvorm is verdwenen. Er rest daarom volgens Adorno nog maar één vorm van oppositie, namelijk die van het denken. De binnen het marxisme zo fundamentele eenheid van theorie en praktijk wordt daarmee opgeheven. Adorno valt terug op het denken zelf, als enige vorm van kritische praxis die nog mogelijk is.’
Rocky zei: ‘dus een paradijs hier op aarde, waar mensen broederlijk met elkander leven, is onmogelijk?’
‘Juist vriend,’ zei ik, ‘het is jammer maar het is zo. Misschien in een andere en betere wereld, in een leven na dit leven. Maar nu niet. Later misschien.’
Toen barstte Rocky in snikken uit.

LUC DE VOS