Afscheid van Luc De Vos met een minuut lawaai: ‘Vossie boy forever, merci voor alles’

In Gent is vandaag afscheid genomen van Luc De Vos. Met een druk bijgewoonde begrafenis, een volksfeest, en met in plaats van een minuut stilte: een minuut lawaai. ‘Je was altijd overal, nu bén je overal.’

Het was niet moeilijk om in het Sint-Pietersplein een festivalterrein te zien. Anderhalf uur voor het begin van de begrafenis komen al mensen aan voor de kerk, waar twee geluidstorens de deuren flankeren. Vandaag echter geen podium, wel een afscheid.

‘Wat ik zie – is een schaduw in de schemering – een schim – in het schijnsel van het noorderlicht’, klinkt de stem van Luc De Vos over het koude plein, waar de mensen druppelgewijs aankomen. Uiteindelijk zullen het er volgens de politie meer dan 9.000 zijn. Volgens de brandweer 15.000.

‘Iedereen zag hem graag’

De zon hield zich bij het begin van de begrafenis verscholen achter de wolken. Op het moment dat de kist wordt binnengedragen weerklinkt voor de eerste keer applaus, terwijl het café aan de overkant van het plein een terrasje heeft buitengezet. Er is niemand die nièt moet denken aan de middenstand, en hoe die het land regeert.

‘Iedereen zag hem graag’, vat een vrouw het samen terwijl ze naar de bonte massa kijkt. Gentse hipsters met de juiste zonnebril tegen de tranen staan er zij aan zij met bonkige mannen met waterige ogen. ‘Mooie liedjes, papa’, merkt een meisje op in de nek van haar vader die bedrukt naar de boxen staart.

‘Jij gaat niet verloren’

In de kerk zitten de Gentse burgemeester Daniël Termont, gouverneur Jan Briers en veel bekende namen uit de politieke en culturele wereld, in totaal zo’n 1.000 mensen. ‘Luc geloofde dat de liefde sterker is dan de dood. En daar zijn we nu. We staan Luc nu af aan God, aan de liefde. Die liefde sterft nooit’, zei bisschop Luc Van Looy nadat het koor een pakkende, Latijnse versie van ‘Mia’ heeft gezongen. ‘Luc, je gaf aan zoveel mensen een kans. Jij gaat niet verloren. Kijk nu maar naar het licht.’

Na de bisschop nam schrijver en vriend Christophe Vekeman het woord in een pakkende toespraak waarin hij de lof zong van de Gorki-zanger. ‘We zijn naast verdrietig ook blij, gelukkig en dankbaar. Voor je “optredentjes”, voor je “columnpjes”, voor je “boekjes”, je magistrale kunst, je vriendschap, je liefde en in één woord: je leven. Het was perfect zoals het was. Het had langer moeten duren, maar het had niet beter gekund.’

‘Schoolvoorbeeld van een goed mens’

‘Je was opgewekt uit principe. Je noemde het onze taak om gelukkig te zijn. Geluk was wat je bracht in de levens van ons allemaal. Je bent een schoolvoorbeeld van een Goed Mens. ‘Iemand die de toekomst als een kans ziet en met een hart zo groot dat de hele wereld erin kon wonen’, aldus Vekeman, die luid applaus krijgt voor zijn woorden.

Rock-‘n-roll

Ondertussen is op het Sint-Pietersplein de zon beginnen schijnen. En terwijl op het einde van de dienst ‘Mia’ over het plein galmt, begint het geëmotioneerd publiek te juichen. ‘Het is triestig, maar ook schoon. Zoals veel van zijn liedjes. Rock-‘n-roll, eigenlijk’, vindt een meisje terwijl ze de krop in de keel wegslikt met een slok van een meegebracht blikje bier. In haar zak steekt het gedachteprentje van Luc De Vos. Ook al de mensen op het plein hebben er één gekregen.

Terwijl het Sint-Pietersplein leegloopt, is op Sint-Jacobs een ‘volksfeest’ gestart. Al is feest een raar woord, gezien de omstandigheden. ‘Maar dit is hoe hij het zelf gewild zou hebben, daar is iedereen het over eens’, zegt een man die met een La Chouffe in de hand staat aan te schuiven aan de toiletten. ‘Het is een droevige dag, maar hij zou het zeker graag gezien hebben, hoe de mensen hier samen komen.’

Nog de hele avond wordt Luc De Vs herdacht op het plein, dat voor de gelegenheid het ‘Lieve Kleine Pirana-plein’ heet.

‘Diep geworteld in elk van ons’

‘Alles van waarde is weerloos’, is de spreuk van Lucebert die boven café Trefpunt hangt. Daaronder nemen op een geïmproviseerd podium mensen het woord. Lieven Tavernier zingt ‘De fanfare van honger en dorst’, en ondertussen drinken mensen pintjes. ‘Merci voor alles’, staat er op een groot scherm onder de toren van Sint-Jacobs. ‘Vossie boy forever’, gilt iemand tussen de optredens door. En dat is het gevoel dat hier overheerst. In plaats van een minuut stilte vraagt de organisatie ‘een minuut lawijt’. Het is een lawaaierig maar liefdevol gebaar dat -net als een moment van stilte- meer zegt dan duizend woorden.

Sommige mensen nemen maar heel kort de micro. ‘Luc, je was altijd overal. Nu bén je overal’, vat een man met brekende stem het gevoel samen dat bij veel mensen overheerst.

Want ook dat speelt mee in het verdriet van vandaag. Luc De Vos was er niet de artiest naar om champagne te drinken in een VIP-dorp of een backstage. Iedereen die ooit op de Gentse feesten was, zag hem ooit wel eens: met een pintje, tussen de mensen. ‘Zeggen dat zijn muziek alles overstijgt, is eigenlijk maar de halve waarheid’, vat een jonge vrouw het samen. ‘Zijn muziek was integendeel zo diep geworteld in elk van ons. In de Vlasmarkt, in Gent en in Vlaanderen.’

‘Hij leeft’

Op het grote scherm wordt een optreden van Gorki van vorig jaar op de Gentse Feesten uitgezonden. Als de groep onder leiding van Luc De Vos ‘Ooit was ik een soldaat’ inzet, krijgen veel aanwezigen het lastig. ‘Het is zo raar, met dat scherm’, vindt een jonge moeder terwijl ze een vriendin zacht tegen zich aantrekt. ‘Ik ben hier al lang niet geweest, maar ik ben blij dat ik gekomen ben.’

Maar hoe raar het ook was. Door zijn muziek en de getuigenissen is Luc De Vos er toch aanwezig. ‘Hij leeft’, vinden veel mensen, als verwijzing naar het gelijkaardige Gorki-nummer.

‘Hij is hier ook, hoor’, vindt een man van dertig met een pintje in de hand. ‘Als je je ogen tot spleetjes knijpt, dan zie je hem ook tussen het volk staan. Als een schaduw in het noorderlicht.’

uit Knack, Jan Herregods