Loserlied wordt succesnummer: Het bijzondere verhaal achter de tijdloze Gorki-hit ‘Mia’

‘Alleen Elvis blijft bestaan’, verzuchtte Luc De Vos in ‘Mia’. Die song lijkt vandaag eenzelfde lot beschoren. Hoewel je de erfenis van Gorki niet mag herleiden tot één enkel liedje, zal ‘Mia’ de Gentse groep moeiteloos overleven. Niet mis voor een B-kantje.

Zondagochtend prijkte ‘Mia’ al helemaal bovenaan in de verkooplijst van iTunes. Uit verschillende hoeken op sociale media weerklonken dan weer echo’s uit die Vlaamse evergreen. Vaak ging het om toepasselijke rouwregels als “niemand zal verloren gaan” en “sterren komen, sterren gaan”. Maar ook elke andere zin uit die song heeft zich diep in het collectieve geheugen genesteld.

Zou je aan een buitenlander moeten uitleggen wat ‘Mia’ zo onsterfelijk maakt? Wellicht niet: het is een klein maar groots liedje, bedrieglijk eenvoudig. Eentje waarin alle woorden doel treffen, maar de rasperige voordracht, met een zachte snik in de stem, nog veel dieper raakt. ‘Mia’ is een lijflied voor elke antiheld, en een uitgestrekte hand naar alle onbeholpen schlemielen ter wereld. Naar alle losers die overlopen van goede intenties, maar toch op de dool raakten. Ze hebben hooguit een beetje liefde en aandacht nodig, om de ondraaglijke knulligheid van het leven op te heffen. Die drang naar simpel geluk zit al in de eerste regels: “Toen ik honger had, kwam ik naar je toe / Je zei: eten kan als je de afwas doet.”

“Mia bestaat niet”, gaf Luc De Vos een paar jaar geleden toe in De Morgen. “Het was gewoon zo’n typische, proletarische naam uit de tijd waarin ik ben opgegroeid. Net als ‘Anja’ staat die naam symbool voor alle onbeantwoorde liefdes tot mijn vijfentwintigste. Mijn puberteit duurde namelijk iets langer dan bij anderen.”

Maar terwijl ‘Anja’ een pure liefdessong was, bleek ‘Mia’ eerder een existentialistische noodkreet. “Eigenlijk gaat ‘Mia’ over een jonge kerel die alle hoop verloren heeft en bij zijn moeder woont. Tot mijn 28ste woonde ik ook echt bij mijn moeder. Zij heet overigens Irma, en dat lijkt een beetje op Mia. Dat was een heel zielige tijd. Ik wist niet van welk hout pijlen te maken. Ik was een gebuisde student die nooit een lief had, en net zo eenzaam als verlegen was. Bovendien was ik werkloos in volle crisistijd. Vandaar de zin ‘Mensen als ik vind je overal, op de arbeidsmarkt, in dit tranendal’. Het begrip ‘arbeidsmarkt’ blijft voor mij onlosmakelijk verbonden met Wilfried Martens en Leo Tindemans. Als je geen diploma had, was je een vogel voor de kat, kon je nooit liefde vinden of seks hebben. Dan was je een loser.”

Amper een jaar na de oprichting van Gorky – toen nog met y – schreef Luc De Vos ‘Mia’. Tijdens repetities in Sint-Amandsberg. Nooit had hij toen vermoed dat die ruwe demo een eigen leven zou gaan leiden. Oorspronkelijk was ‘Mia’ trouwens bedoeld als een snel rocknummer. Tot producer Wouter Van Belle opperde dat de debuutplaat van Gorky een rustpunt nodig had. Eventueel zou ‘Mia’ trager gespeeld kunnen worden?

Veel had de song niet om het lijf: vier basisakkoorden om precies te zijn. Van Belle bedacht er evenwel een prachtige, van melancholie doordrongen pianomelodie bij. De producer droeg daarnaast drummer Geert Bonne op om zo spaarzaam mogelijk te spelen. Uiteindelijk werd de song live opgenomen, in één sessie. Alleen de gitaarpartij moest achteraf gedubbeld worden. Dat bleek het recept voor een evergreen. Al glipte ‘Mia’ ei zo na door de mazen van het net.

Simpel nummer
Platenfirma Virgin zag aanvankelijk wel brood in ‘Anja’, ‘Lieve kleine piranha’ en ‘Soms vraagt een mens zich af’, maar ‘Mia’ werd weggemoffeld als B-kantje van die laatste single. “Tijdens optredens merkte ik echter dat het publiek meteen begon mee te klappen en te zingen bij de eerste tonen van ‘Mia’,” vertelde De Vos. “Tot mijn nog grotere verrassing belde Studio Brussel me vanaf 1995 ook jaarlijks om te vertellen dat die song weer een paar plaatsen was gestegen. Dat ‘Mia’ uiteindelijk zelfs ‘Smells like Teen Spirit’ ingehaald heeft, had ik niettemin nooit durven denken.”

Een verklaring voor het succes had De Vos wel. “Tijdloze nummers zijn doorgaans melancholisch van aard. Vrolijke deuntjes maken geen kans. Misschien heeft dat wel met de eindejaarsperiode te maken.”

In 2003 raakte ‘Mia’ van Gorky voor het eerst tot bovenaan in de Tijdloze 100 van Studio Brussel. Onder haar: Nirvana en ‘One’ van Metallica. “Prachtig om tussen beide bands te staan”, bekende De Vos een jaar later. Toch merkte hij dat er ook behoorlijk wat kritiek op kwam. “Zeker op Radio 1, waar Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’ op twee staat. Ze begrijpen niet dat een simpel nummer als ‘Mia’ zoveel succes kent. Tja, ik kan er ook niet aan doen.”

Méér nog: het succes van ‘Mia’ hing bij momenten zelfs als een molensteen om zijn nek. Volgens De Vos had die classic namelijk “zoveel broertjes en zusjes die net zo erg de moeite zijn”. Steeds vaker zou hij zijn meest tijdloze song in de prak spelen, of dramde hij de tekst af als een verplicht nummertje. “Ik durfde ‘Mia’ wel eens te verkrachten, maar na klachten van het publiek besefte ik dat ik het goed moest spelen. Blijkbaar blijft het nummer actueel en wordt het zelfs opgepikt door jongere generaties.”

Op massale vraag van de luisteraars van Studio Brussel krijgt ‘Mia’ straks ook een ereplaats in De Tijdloze. Dat maakte Roos Van Acker gisteren bekend. De stemming werd vrijdagavond afgesloten, maar bij wijze van eerbetoon staat de song straks bovenaan ‘de mooiste lijst ter wereld’.

‘Mia’, het palmares
* werd opgenomen als B-kantje van ‘Soms vraagt een mens zich af’

* komt in 1995 binnen op 99 in De Tijdloze 100

* komt in 2002 voor het eerst op 1 in de 100 op 1 van Radio 1

* staat in 2003 voor het eerst op 1 in De Tijdloze 100 van StuBru

* wordt in 2006 verkozen tot Beste Vlaamse Hit op Radio Donna

* stond in 2010 in de top 20 in Joe fm Hitarchief Top 200

* Canvasprogramma ‘Alleen Elvis blijft bestaan’ verwijst naar een regel uit ‘Mia’

* ook de MIA’s (Music Industry Awards) verwijzen naar het nummer

De Morgen, GUNTER VAN ASSCHE