DE AANNEMELIJKHEID DER DINGEN

In de oertijd hebben vrouwen honderdduizenden jaren lang bessen lopen plukken in het bos en daarom gaan ze nu al graag eens gaan shoppen.

Antropologische psychologie berust op denkwerk dat sterk aanleunt bij het fenomeen ‘Er naar kloppen gelijk een blinde naar een ei’. Het blijft inderdaad giswerk: er bestaan geen geschreven bronnen, laat staan beelden, want in de grotten treft men enkel afbeeldingen van prooidieren aan en niet van vrouwen die vruchten plukken. De wetenschap waarvan sprake berust op de aannemelijkheid der dingen. Men tracht een verklaring te geven voor fenomenen die zich in het heden voordoen vanuit een projectie, een veronderstelling van hoe het er vroeger moet aan toe zijn gegaan. Onze geschiedenis is niet oud. En nu zult u misschien zeggen: maar de geschiedenis is toch wel al oud, al miljoenen en miljoenen jaren? Ja, dat is juist, maar gedurende die miljoenen jaren was er binnen de menselijke geschiedenis geen of nauwelijks vooruitgang, er waren geen stroomversnellingen te bespeuren, honderdduizend eeuwen lang liepen de oermensen maar wat in het rond te suffen, af en toe raapten ze eens een steen op, keken er eens goed naar en wierpen hem dan terug ter aarde, ervan overtuigd dat er met zulk een steen werkelijk niets aan te vangen was. De mensen zoals wij, de culturele mensen, zijn er inderdaad nog maar tienduizend jaar, dat is pas sinds gisteren geleden, in het licht van die verloren, verkwanselde jaren waarin onze voorouders als zombies over de aarde trokken en werkelijk geen klap uitvoerden, behalve dan af en toe een mammoet vermoorden of enkele bessen verzamelen. Ongeveer achtduizend jaar voor onze tijdrekening had er iemand ergens enige zaden verloren gelegd en tot zijn of haar verbazing waren die een half jaar later beginnen schieten en toen hadden ze dus de landbouw uitgevonden en toen konden zij van de weeromstuit niet meer weg van die plek want de mensen moesten bij dat graan blijven, ze waren met handen en voeten gebonden en het zwerven, jagen en verzamelen was uit en toen moesten ze daar als vanzelfsprekend een hutje bouwen en van het een kwam het ander en een paar duizend jaar later stond de eerste piramide er al en nog een paar duizend jaar later liepen de mensen met een Iphone rond. Wat er in honderdduizend eeuwen lang niet van was gekomen, was nu plots in een reusachtige stroomversnelling geraakt. En omdat het nog maar pas sinds gisteren geleden is dat de vrouwen in de bossen bessen moesten gaan plukken, hebben ze nog altijd goesting dit oergedrag te manifesteren en daarom gaan ze graag eens gaan shoppen. De mannen uit de oertijd moesten op een mammoet jagen, een prooi die gevaarlijk en gigantisch was, ze moesten die beesten besluipen en zich bijna wanhopig diep concentreren op één enkele dodelijke speerworp, anders was de prooi er van onder. En de meisjes ondertussen maar besjes plukken in het bos, makkelijk zat! Vandaar het gemak waarmee vrouwen zich op verschillende dingen tegelijk kunnen concentreren en mannen maar op een ding tegelijk. Dat heb ik allemaal geleerd uit de cursus ‘Antropologie der mensheid’ van professor Bontekoe. Een man die er om bekend stond er naar te kloppen gelijk een blinde naar ei want zijn parool luidde: ‘your guess is as good as mine!’ Veronderstel inderdaad dat Bontekoe er naast zat met zijn veronderstellingen en dat het integendeel de vrouwen waren die op jacht gingen, want mannen staan er om bekend eerder lui dan moe te zijn, en dat ze zeiden tegen de vrouwen: ‘we hebben daar een mammoet zien lopen, ga hem rap vermoorden en ondertussen zullen wij wel wat bessen plukken in het bos.’ Wanneer dat inderdaad zo is dan moet aan het shoppinggedrag van vrouwen op psycho-antropologisch vlak wellicht een latente seksuele intentie ten grondslag liggen. Maar dat is nauwelijks een openbaring te noemen want uiteindelijk ligt aan al het vrouwelijk gedrag een seksuele intentie ten grondslag want anders waren wij al lang uitgestorven.

LUC DE VOS