DE JAREN NEGENTIG

‘Wat is er eigenlijk de afgelopen tien jaar allemaal gebeurd, weet gij nog iets van de jaren nul, Vos?’, zo vroeg mijn maat Rocky.

‘Het was alleszins rap voorbij, dit decennium,’ zei ik. ‘Ik herinner mij geen wezenlijke revolutie of zo, Rocky. De bazen zitten nog altijd op hun plaats en de mensen dragen de democratie nog steeds een warm hart toe omdat ze dan af en toe hun eigen domme gedacht mogen zeggen. Bijvoorbeeld dat ze wat meer zout op straat moeten smijten als het sneeuwt, terwijl ik van mening ben dat ze de sneeuw moeten laten liggen, dan kan ik op de baan met mijn arreslee gaan rondrijden. En daarbij, dat de mensen thuis blijven als het sneeuwt. Waarom moet iedereen toch altijd maar overal naar toe rijden, snapt gij dat, Rocky? Ik had het ook helemaal niet in het snuitje dat we het einde van een decennium naderden. Pas toen ik in de gazet allerlei lijstjes zag opduiken besefte ik: inderdaad, tien jaren zijn alweer voor onze neus weggewaaid. Enkel de herinnering dient als bittere schaamlap, maar zoals ik reeds vermeldde, Rocky, ik weet er helemaal niets meer van, van de jaren nul. Gelukkig is er internet. Het is nu niet om alweer de valse bescheidenheid te belichamen die ik zo graag belichaam, maar ik was helemaal vergeten dat ik verkozen was tot Vlaming van de jaren negentig,’ zo sprak ik tot Rocky naar aanleiding van het overzicht dat we nu in dit gesprek blijkbaar samen aan het maken waren van de jaren nul, de noughties zoals ze dat zeggen in het Engels. Ik toonde Rocky de desbetreffende pagina op het computerscherm, waarop ik kwansuis was beland. Daar stond: “vandaag, 9 april 2004, onthulde Mark Coenen, baas van Studio Brussel, een gedenkplaat tijdens het middagmagazine Republica. Iedereen die vanaf nu de studio’s van het grillige popstation betreedt zal beseffen, althans volgens de luisteraars zelf, wie de Vlaming van de jaren negentig is. De winnaar is inmiddels bekend. Hij brengt het geloof weer onder de mensen, hij weet te ontroeren. Hij is extreem intelligent, maar toch bescheiden gebleven. Hij zingt en schrijft. Hij is het wonder van Wippelgem.” En kijk, hier staat de volledige uitslag van de verkiezing: Luc De Vos 20%, dEUS 14%, Het Leugenpaleis 13%, Walter Van Beirendonck 12%, Antje De Boeck 12%, Jan Hautekiet 12%, Fred Deburghgraeve 9%, Johan Museeuw 8%.’
‘Mijn lieve god,’ zei Rocky, ‘dat is wel een serieus gegeven van sic transit gloria mundi. Aldus gaat de heerlijkheid, de glans der wereld voorbij, wil dat zeggen in het Latijn, Vos, mocht gij dat niet weten. Antje De Boeck, Fred Deburghgraeve, Jan Hautekiet, wie kent die mensen nog? Blijkbaar leefden zij in de gedachten van de Stubruluisteraars van 2004. Ik wist niet dat gij in die tijd zo populair waart, Vos, om zelfs voor dEUS en Bart Peeters en Hugo Matthysen te eindigen!’ ‘Ik kwam op dat moment nogal frequent op de televisie en ik deed ook mee met een popquiz op de radio, French Quiz, weet gij dat nog Rocky?’ ‘Ja, nu gij het zegt, Vos. Rats vergeten.’ ‘Ik ook, Rocky, ik ook. Blijkbaar was ik op dat moment naast Fredje en Antje en Johan en Bart en Hugo en Barman kind aan huis bij de jeugd. Echt waar, ik herinner mij er niets meer van. Maar het meest schrikwekkende feit dienen wij onder ogen te zien: we zijn nu 2010, de jaren negentig liggen dus reeds twee decennia achter ons, in een vorig millennium. Duizend jaren scheiden ons op filosofisch vlak van het verleden. En er was dus sprake van een gedenkplaat. Ik was er bij toen ze die daar ergens in een gang van het gebouw onthulden. Maar ondertussen is Studio Brussel verhuisd, naar een moderner complex. Waar zou die gedenkplaat nu zijn? Zouden ze die mee verhuisd hebben? Ik vrees van niet, andere sterren zien we, in andere tijden. Ik vermoed dat die gedenkplaat ergens in een vochtige kelder ligt te beschimmelen.’ ‘Zouden we anders niet eens bellen, Vos, naar die Marc Coenen, of we dat ding niet mogen hebben?’ ‘Coenen is daar allang geen baas meer,’ zei ik. Een traan welde in mijn ogen en ik sprak: ‘kom Rocky, laat het verleden rusten.’

LUC DE VOS