STUBRU 7

Duister was de nacht, nat was het water en katholiek was de paus en het incidentele was alweer puur toeval.
Laat ik in tegenstelling tot het beschrijven van de werkelijkheid, eens wat paradoxen bedenken, zo dacht ik bij mezelf. Dan de kunnen de mensen daar wat over nadenken en door al dat nadenken komt er misschien opnieuw wat vaart in de samenleving, je weet toch maar nooit.
Paradoxen bedenken dat is niet moeilijk, je vindt iets uit dat voor de hand ligt en dan zeg je net het omgekeerde. Hoe denk je dat al die doctoraatsthesissen en al die geleerde essays van Marc Reynebeau allemaal ontstaan.
Ik zeg dus zomaar wat. Bijvoorbeeld : Waarom gaan er de jongste tijd zoveel privébedrijven failliet, denk je. Dat is toch niet moeilijk: omdat ze vol zitten met losers die te dom zijn om door die afschuwelijk ingewikkelde staatsexamens te geraken natuurlijk.
Hieruit vloeit volgens de logica voort dat de vrije onderneming gedoemd is om te mislukken want al de echte genieën werken aan de staat. De toekomst van de wereldeconomie zal noodgedwongen en van lieverlee door het marxisme worden beheerst of we dat nu prettig vinden of niet. Zoniet dan gaat de boel ten onder in getandeknars en weegeklaag.
Nee, het is duidelijk, van het individu is geen heil te verwachten, slecht binnen de geborgenheid van een waakzame gemeenschap kan het individu waardig tot ontwikkeling komen, dat besef ik nu wel. Daarom kun je me overal zien rondlopen en overal vragen aan de mensen: wil jij misschien mijn vriendje zijn want ik voel me een beetje eenzaam. Meestal werkt dat wel, moet ik zeggen, want in Vlaanderen hebben de mensen af en toe nog iets over voor elkander en dan krijg ik van de mensen bijvoorbeeld een gratis boterham met confituur of dan mag ik bij hen thuis wat naar de televisie kijken, naar die verrukkelijke schele glimlach van Véronique De Cock bijvoorbeeld en dan kan er weer even tegen, tegen deze rotwereld.
Anderzijds zullen er binnen deze egalitaire maatschappij waar wij allen naar moeten streven en waarin alle mensen broeders zullen worden onvermijdelijk een aantal figuren blijven bestaan die ontsnappen aan deze nivellering en dit omwille van hun speciale verdiensten voor de kunst en voor het volk. Zo zijn er bijvoorbeeld in Vlaanderen de grote drie: Paul Mennes, Herman Brusselmans en Stijn Meuris. Tegen die gasten is inderdaad geen kruid tegen gewassen. Vooral tegen die gigantische aanwezigheid in de media, daar valt niet tegen op te tornen. Dat is natuurlijk fataal voor de mindere goden binnen de scheppende kunsten zoals Jean-Marie Berckmans en Frank Vander Linden.
Ik heb het zelf ook aan den lijve moeten ondervinden. Ik had onlangs een bundel essays op de markt gegooid waaraan ik gedurende tien jaar verwoed had gesleuteld. De Verworpenen zo heette die bundel, te koop in alle erkende boekhandels, prijs slechts 395 frank. Resultaat: 230 exemplaren de deur uit waarvan er dan nog honderd door de uitgever waren uitgedeeld als relatiegeschenk voor nieuwjaar. En mijn moeder had er ook al 20 gekocht.
Nu ja, bij dit alles dien ik toch aan te stippen dat het mij allemaal in principe geen kloten kan schelen. Ik ben content met wat ik heb en ik voel mij geborgen in de veilige omarming van deze zorgzame samenleving.
Leve ons vredige Vlaanderenland. Leve het collectivisme. Leve Karel van Miert en Carla Galle. Leve ons Volk!

Luc De Vos