HET DJ-GEBEUREN

‘Mocht ik een wens doen, dan zou ik wensen dat ik rijk was,’ zo sprak mijn vriend Rocky tot mij.
Ik zei: ‘Rocky, dan moet gij iets uitvinden dat nog niet bestaat. Ofwel iets nemen uit het verleden dat wel al bestond maar het dan opnieuw uitvinden, zoals het warm water. Ik heb het zelf in het verleden meegemaakt met het DJ-gebeuren. Het moet al een jaar of tien geleden zijn. In de tijden daarvoor kon men een DJ inhuren per uur, voor op trouwfeesten vooral maar ook voor op gewone fuiven. Dat waren altijd sympathieke jonge gasten met lang haar die luisterden naar de naam Joop Den Draaier of Piet De Platenboer of DJ Smos. Die jongens vroegen een billijke vergoeding en waren altijd welgezind. Men kon ook platen gaan aanvragen aan die gasten.’ ‘Ja, en ik heb gehoord dat ze toen ook platen aan- en afkondigden,’ sprak Rocky. ‘Inderdaad Rocky, dat was het leuke: men wist steeds wie de artiest was op wiens klanken men de benen aan het strekken was. Dan zeiden ze bijvoorbeeld: ‘ja, mensen dit was een gouwe ouwe van uit de tijd van toen en dan is het nu slowtime-sexytime: de nieuwe van de jongens van dEUS met… Hotellounge!’ Dat was de goede oude tijd. Echter tien jaar geleden was ik aanwezig op alweer een fuif die een vriendin van mij had gesticht en een vriend van ons die stond achter de draaitafel en ik dacht: ja, dat is een goed idee, die goeie jongen heeft zijn eigen platen meegebracht, dan moeten we geen echte DJ vragen, dit is gratis en voor niets. Hij deed dat goed, die jonge man. Het was een machtige electrodreun van een aantal anonieme artiesten die hij door de boxen liet knallen en die maar door en door ging. De zaal zat stampensvol en ik liet mezelf eens goed gaan, ik stond daar maar op en neer te wippen en te doen alsof ik maar één keer leefde, zelfs in die mate dat de mensen een beetje met plaatsvervangende schaamte naar mij stonden te loeren in de zin van: doe toch niet zo onnozel, onnozelaar! Maar ik vind: we leven maar één keer, en verder geen gezeur. Rond middernacht kon ik geen pap meer zeggen. Ik stapte op die jongen met zijn platen af en ik bedankte hem uitvoerig voor de mooie avond die ik dankzij hem had mogen beleven. In den duik stak ik hem onder tafel honderd frank toe en zei dat hij die mocht hebben om een welverdiende pint of twee te gaan drinken. Dat was echter zonder de waard gerekend. Die jongen zei dat er in het contract stond dat honderdduizend frank de prijs was, zonder BTW en onkosten. Ik ben nu geen naïeveling, vind ik, maar ik loop altijd wel een beetje achter op de feiten. Bleek dat er in die jaren een omslag was geschied in de geesten van de jonge mensen en dat DJ’s de nieuwe helden waren en dat die bakken poen verdienden, gewoon maar door plaatjes te draaien. Het bleek een kwestie van perceptie te zijn. DJ’s waren cool of niet cool. Fuiven met coole DJ’s, daar kwam een volksverhuizing voor op gang, en die jongens wilden natuurlijk poen zien. Wie had dat kunnen denken in die oude tijd, dat men rijk kon worden gewoon door platen te draaien? Mijn theorie, Rocky, is dus: wanneer men rijk wil worden moet men iets nemen dat al bestaat maar er een soort perceptie rond creëren waarbij de mensen denken: daar wil ik bij zijn of dat wil ik hebben, en ziedaar, Rocky: uw broodje is gebakken.’ Rocky sprak: ‘maar Vos, dan ligt het toch voor de hand: u hebt daarnet zelf het ei van Columbus gelegd: we doen zoals die oude DJ’s van vroeger: we gaan de baan op met plaatjes die iedereen kent van de radio, plaatjes van Monza en dEUS en Metallica en dat wordt de nieuwe hype: gewoon dansen op gewone liedjes, gedaan met die electrodreunen en technoremixen!’ Ik zei: ‘Rocky, arme drommel, de werkelijkheid haalt u altijd in. Die nieuwe hype bestaat al: in de Make-Upclub aan de Ketelvest zijn er al dat soort fuiven: gewoon dansen gelijk vroeger op liedjes van Blondie en The Ramones.’
‘Dan moet ik iets anders verzinnen om rijk te worden,’ zei Rocky, ‘ik ga er een keer diep over na denken, ik weet zeker dat ik dan een oplossing vind.’

LUC DE VOS