BEMINT UW OUDERS

Hoera, de Rock Rally is weer begonnen, dat heerlijke feest

van de jeugd. U kent dat toch, de Rock Rally van HUMO? Om de twee jaar houden ze een wedstrijd voor rockgroepjes en iedereen mag meedoen. Het is eigenlijk te schoon om waar te zijn.
Ik richtte mijn schreden vorige week naar Adegem in het verkavelde Meetjesland om er bij te zijn, bij al die jonge goden en godinnen die aan het begin van hun leven staan. Al die hoop, al die liefde waarmee die jongens en meisjes op dat podium kruipen en in de micro beginnen te brullen en lawaai te maken. Of het nu ergens op lijkt of niet, dat doet er eigenlijk niet toe, vind ik. Van zodra iemand de courage heeft om op een podium te kruipen verdient dat al een pluim op zich. Het is een manier om aan de wereld te zeggen: kijk mensen, ik besta echt en ik ga u een keer vertellen wat ik er allemaal van vind, ik eis mijn plaats op, ik ben een mens die onder de mensen wenst te leven.
Misschien zie ik het allemaal veel te filosofisch maar als ik onder die mensen kom dan stroomt mijn hart vol met liefde en vreugde, ik kan het ook niet helpen.
Wat mij opviel in de zaal, ook deze keer weer: de aanwezigheid van de ouders van die jongeren. Men kan dit toejuichen, dit fenomeen: ouders leven met hun kinderen mee. Maar is dit wel een stap voorwaarts, zo durf ik mij af te vragen? Het lijkt mij vanuit mijn eigen achtergrond niet meteen een verbetering dat al die jonge gasten alles krijgen van hun ouders, onder andere versterkers van honderdduizend frank, u kent dat wel. Het mag u als beginnend artiest niet te gemakkelijk worden gemaakt. Ik vind het nog altijd de gewoonste zaak van de wereld dat artiesten moeten lijden voor hun kunst. Door de tegenstand en de slingers en pijlen van een vijandig lot wordt uw karakter gestaald en zijt gij er beter tegen gewapend, tegen een wereld waarin afgunst en miskenning schering en inslag zijn. Maar misschien is mijn romantische idee daaromtrent voorbijgestreefd. Ik blijf het raar vinden wanneer ouders de grootste fan zijn van hun eigen kinderen. Ik meen, iemand die jong is die moet zijn ouders onnozelaars vinden. En ouders moeten hun kinderen onnozelaars vinden. In mijn tijd bestond een soort van wederzijdse tolerantie tussen ouders en kinderen en we kwamen wel overeen met elkander maar we hadden van elkander toch geen hoge pet op. Het was meer een gewapende vrede. Vooral mijn broers en zussen vonden mij een onnozelaar. Dat vond ik helemaal niet erg want ik vond mijn talrijke broers en zussen ook allemaal onnozelaars, dus dat ging gelijk op. En daarenboven vond ik mezelf ook een onnozelaar, dus who cares anyway?
Ik heb mijn moeder veel verdriet gedaan omdat ik altijd maar ‘s nachts in de keuken op mijn gitaar zat te spelen, toen ik nog een snotjong was. In plaats van mijn les te leren. ‘Leert toch uw les in plaats van altijd maar lawijt te maken,’ riep mijn moeder van boven op de trap. ‘Denk toch een keer aan later, wat gaat gij doen als gij groot zijt? Mocht uw vader nog leven hij zou u kreupel slaan!’
Maar ik was ongehoorzaam en in plaats van mijn les te leren zat ik eenzaam treurend onder keukenlicht van die triestige liedjes te zingen omdat ik nooit een lief had. En hoe komt het dat ik nooit een lief had? Omdat ik in de keuken van die triestige liedjes zat te zingen. Zo is het niet moeilijk natuurlijk. Ik was mijn tijd aan het verliezen in plaats van mij voor te bereiden op de toekomst. En nu, al die jaren later, is deze toekomst inderdaad aangebroken en moet ik tot mijn verbazing vaststellen dat het helemaal niet nodig was mezelf op de toekomst voor te bereiden. Verloren tijd bestaat niet, u mag nooit ergens spijt van hebben: in het licht van het afscheid dat ons allen te wachten staat telt alleen het heden, het moment dat u nu beleeft. Of om het een keer in termen van wijsbegeerte te stellen: later bestaat niet en vroeger is dood. In het nu, ik bedoel nu dus, 2004, is het meer dan ooit belangrijk niet aan de toekomst te denken maar te leven alsof uw leven er van af hangt. Van zodra ik begin te filosoferen kan ik niet meer ophouden. Daarom mijn goede raad aan al die jongens en meisjes die meedoen met de Rock Rally: spring op dat podium en zing en speel de ziel uit uw lijf, steek desnoods uw broek af maar doe wat gij niet laten kunt. Het leven is te kort om niet voortdurend de onnozelaar uit hangen en wild om u heen te schoppen. En wanneer uw ouders u daarin steunen dan kan en moet ik dat inderdaad alleen maar toejuichen.

LUC DE VOS