LENTE IN GENT
Wederom is een nieuwe lente ontsproten en hebben wij de winter overleefd.
Een deel van mijn volk wil ik zijn. Wat is er schoner en edeler deel uit te maken van een volk dat vol vreugde in eendracht de komst van de lente viert.
Wederom is een nieuwe lente ontsproten en hebben wij de winter overleefd.
Een deel van mijn volk wil ik zijn. Wat is er schoner en edeler deel uit te maken van een volk dat vol vreugde in eendracht de komst van de lente viert.
(over gestrengheid)
Bij de bakker zag ik een jongetje. Een nogal rondbollig, bepaald onsympathiek ogend jongentje van een jaar of negen. Terwijl zijn moeder een taart bestelde trachtte hij voortdurend op de glazen toonbank te kruipen, een smeltende chocoladekoek in zijn ene hand, zijn hoogstpersoonlijke mobiel telefoontje in zijn andere. Zijn moeder stond er op te kijken en zei, louter voor de vorm: ‘Timothé, doe dat niet, lieveling, gij gaat eraf vallen.’ Dat jongentje luisterde toch niet, daar had deze vrouw zich al jaren geleden bij neer gelegd. De bakkerin zag met lede ogen hoe Timothé met zijn chocoladekoek de hele toonbank onder smeerde.
Hebt u ook zo genoten van die versleten televisieprogramma’s die onze goede oude staatsomroep nu volop opnieuw aan het uitzenden is?
(over schroom)
De vrijheid waarmee men vandaag over erotiek praat, bestaat nog niet zolang. Ik meen mij te herinneren dat men het in de media tot diep in de jaren tachtig van de vorige eeuw enkel over erotiek had in een bepaald wetenschappelijke context. Alsof men nog steeds, twintig jaar na de seksuele revolutie, niet in staat was onbezorgd met die zwaarbevochten vrijheid om te gaan. Het had wellicht met de eenvoudige volksziel van de Vlaming te maken, met zijn angst voor de hoogmoed van het genot. Wie geniet is gelukkig en wie gelukkig is wekt afgunst. Daarom liep niemand met zijn geluk te koop. Sociologie kan soms simpel zijn.
Hoera, het is weer zomer! Vrolijk en fris gewassen en geschoren loop ik door mijn goede stad Gent. Ik heb een paar centen op zak en er bestaan mensen die van mij houden. Soms moet een mens gewoon content durven zijn met zijn lot en niets meer willen wensen.
(over beleefdheid)
Ik kom uit een eenvoudig gezin van boeren en werkmensen. Dit vervult mij geenszins met trots. Ras en afkomst, het zijn de enige twee zaken in dit ondermaanse waarover het individu geen zeggenschap wordt gegund. Men kan dit jammer vinden, maar er helpt geen lievemoederen aan.
(over beleefdheid)
Ik kom uit een eenvoudig gezin van boeren en werkmensen. Dit vervult mij geenszins met trots. Ras en afkomst, het zijn de enige twee zaken in dit ondermaanse waarover het individu geen zeggenschap wordt gegund.
(over vlijt en ijver)
Ik schenk u allen nu een goede raad: leer uw kinderen reeds op vroege leeftijd sprot kuisen. Koop nooit gekuiste sprot in de winkel.
Richt u slechts op het goede, wees elke dag dankbaar voor het leven dat u in de schoot wordt geworpen. Koester geen wrok om gisteren. Leef in een wereld zonder waanbeelden. De heer Friedrich Nietzsche, een Duits filosoof, noemt dit streven, met een Latijnse term het Amor Fati, de liefde tot het lot.
(over bescheidenheid)
Vorige maand nam ik deel aan de bekende televisiequiz ‘De Pappenheimers’. Die quiz won ik op één been want ik weet nu eenmaal zowat alles. Zelfs de meest nutteloze wetenswaardigheden. Ik weet bijvoorbeeld dat het woord schaakmat is afgeleid van de Arabische uitdrukking Ash Shah Mat, wat betekent: de koning is dood. Weinig mensen weten dat!