STUBRU 4
Ik vind Chantal Pattyn zowel funky als sexy. Maar toch vooral funky.
Zijn wij door een te lange vrede in slaap gewiegd, zo luidt de vraag? Liggen wij verdoofd naast het wijnvat. Zijn wij het strijden verleerd en wie zal de wapenen opnemen als de Mongoolse horde op onze vermolmde deuren staat te bonken. Op mij hoeven ze alvast niet te rekenen. Ik doe niet meer mee. Ik heb vroeger al te veel en te hard gevochten. Mijn tanden staan er krom van en ik kijk ook een beetje scheel.
Het komt altijd allemaal op hetzelfde neer: ik doe iets jij zegt iets en ondertussen zijn we weer goed bezig geweest en hebben we ons niet verveeld. Er is van alles gebeurd en alleman is content. En verder is het mijn taak allerhande chiromeisjes te entertainen op zaterdagavond, anders niet. Daaruit put ik de vreugde die mij gaande houdt.
Af en toe maak ik, in ogenblikken van woede en verbittering, gedichten. Want eigenlijk ben ik van oorsprong een dichter. Ik schrijf al gedichten van mijn tien jaar trouwens. Reeds op die jonge leeftijd had ik het therapeutisch effect van een gedegen liefdesgedicht ontdekt. Toen ik elf was begon ik dan plots romans te schrijven. Ik schreef een dozijn avonturenverhalen voor kinderen.
Ja vrienden, het is weer nieuwjaar en dus tijd om onder te duiken want ik heb dit jaar weer ongelofelijk veel vijanden gemaakt. Maar de mensen willen mij niet begrijpoen. Ik wil overal en altijd vrede stichten. De lieve vrede bewaren.
Om mijn nieuwe prachtplaat verkocht te krijgen moet ik mijn mening over van alles te kennen geven in allerhande publikaties. Of dan vroegen ze onlangs bijvoorbeeld hoeveel ik vroeger masturbeerde en wat daarbij mijn favoriete fantasma was.
Mijn zwijgen strekt zich uit over de koele aarde. Mijn ziel rust in haar bedding van zacht ronkend bloed. Overweldigend geuren de gele rozen in de tuin, aan het firmament onder avondzon fladdert de gouden koperwiek en ik ben in het reine met mezelf.
Het is altijd een verhaaltje dat ik vertel, zeggen ze mij. Het begint ergens en op het einde is het afgelopen. Je ging bijvoorbeeld eens naar de kermis en toen kreeg je daar op je muil van iemand en als je thuis kwam begon moeder hysterisch te brullen omdat je zat was en heel je ellendige kop onder het bloed zat. En de volgende dag kreeg je op je muil van vader je omdat je in bed had gewaterd. En zo verzin je toch honderden verhalen.
Ik was aanwezig in het gebouw van de socialistische vooruitstrevende cultuurliefhebbers. God weet dat ik mijn aanwezigheid goed had voorbereid want het betrof hier een feest ter huldiging van onze meest verdienstelijke artiesten van het afgelopen jaar en heel wat mensen zouden daar te hoop lopen want mensen vertoeven graag in de buurt van andere mensen en meestal komt daar heel veel verdriet en wroeging van maar dat is de prijs die wij als stervelingen gerust willen betalen in ruil voor de hoop die als een chronische zweer in onze ziel voor eeuwig door blijft woekeren.
Ik richtte mij op een koude lentedag tot een straatmuzikant die op mijn zenuwen werkte omdat ik al mijn zuurverdiende centen had opgezopen en alweer nijdig in het rond liep met een totaal foute kater terwijl hij hier poen stond te scheppen dank zij de vruchten van iemands anders creatieve arbeid.
We gingen eens naar Londen omdat we daar moesten zijn voor iets. Vroeg reeds in de ochtend kwamen we aan te Waterloo station. We liepen over de brug naar de overkant van de rivier. Op een paal in het water zat een aalscholver die af en toe naar vissen dook. Die eendvogel was waarschijnlijk gehuurd door de toeristische dienst om aldus het pittoreske karakter van deze streek te beklemtonen.
Ik denk altijd maar aan het verleden. Over lang geleden, toen ik nog jong was. Er leefde in die onzalige tijd in mij een hevig verlangen om gekoesterd te worden en aan allerlei geurige borsten aan te liggen en, al was het maar een keer gedurende dit vervloekte bestaan, eens complexloos en op een seksuele, wulpse manier mijn balzak te ledigen in het gezelschap van iemand anders zodat ik er eens geweldig veel deugd van had. Dat moest toch eens enorm tof zijn, zo overwoog ik.
Deze samenleving gaat ten onder aan een teveel aan democratie. Dat komt omdat de arme mensen te veel geld hebben. Daardoor kunnen ze zich allerlei wereldlijke goederen aanschaffen die ze volstrekt niet nodig hebben en die schadelijk zijn voor milieu, zoals auto’s waarmee ze naar de disco rijden en in het beste geval een niet dodelijk ongeval veroorzaken en daardoor in de bak belanden vanwege onverantwoord rijgedrag.