KEIHARDE PORNO

Omgaan met seksualiteit, erotiek, het lichamelijke, ziedaar de uitdaging voor het postmoderne individu in een samenleving die openbaarheid in deze materie als uiterst evident beschouwt en deze openbaarheid ook waardeert.

De negentiende-eeuwse ethos die openbaarheid in deze materie helemaal niet evident vond, laat staan waardeerde, ligt nog niet zo ver achter ons. Zelfs een jonge frisse kerel zoals ik, ik heb het allemaal nog meegemaakt: de deur van de badkamer moest op slot, Betty van Big Brother was nog niet geboren en in de Gentenaar werd op de pagina’s van de televisieprogramma’s bij elke film een zedelijke quotering aangeduid: films voor de jeugd, films voor rijpere jeugd, films voor volwassenen. Ik keek het liefst naar die films voor volwassenen.
Verboden films met een wit vierkantje onder aan het scherm bestonden toen ook nog. Dat was zweten geblazen. Het waren altijd van die sociale drama’s, verfilmde toneelstukken van Harold Pinter of van Eugène Ionescu. U kent dat wel, van die ondoorgrondelijke, vervreemdende prenten die de donkerste krochten van de menselijke ziel bloot legden. De kans was groot dat hier iemand naakt uit bed zou stappen. Dus men moest wel die hele ellendige rotfilm uitzitten. Aldus hebben in die tijd vele hardwerkende Vlaamse keuterboeren en werkmensen en onnozele kinderen zoals ik kennis mogen maken met de werken van Pinter en Ionescu, waarvoor alsnog onze dank aan de toenmalige bestuurders van de BRT.
Er was ook een stadslegende waarin werd beweerd dat er na middernacht verboden films werden vertoond op Duitsland. Jarenlang heb ik eigenhandig tevergeefs aan die antenne op ons dak staan draaien om dit walhalla te mogen ontdekken. Walhalla, inderdaad, want achteraf bleek uit de archieven dat ze in die tijd na middernacht vooral opera’s van Richard Wagner uitzonden. Daar konden die Duitsers maar niet genoeg van krijgen, dat vonden ze beter dan seks. Er bestonden in die tijd allerlei zulke stadslegenden. Het gerucht deed bijvoorbeeld de ronde dat er in het openbare zwembad een chemische stof aan het water werd toegevoegd die urine rood deed kleuren zodat de dader van een eventuele overtreding van het urineerverbod makkelijk kon worden opgespoord.
Vroeger konden ze de mensen alles wijsmaken. Angst heerste er in deze samenleving, ja, angst. Die angst zijn de mensen gelukkig kwijt. Op een generatie tijd is de boel volledig omgekanteld. Mensen zoals ik, goede trouwe mensen in wier ziel toch steeds nog een deel van die angst schuilt, worden met sociale dwang aangemaand alles wat verborgen ligt in die diepe, Pinteriaanse krochten van hun ziel, aan de openbaarheid prijs te geven. Er kwam hier vorige week een dame van een weekblad over de vloer om mij te ondervragen over mijn gevoels- en belevingswereld omdat ik een zanger ben van een popgroep. Want zangers van popgroepen die hebben meestal een uiterst boeiende gevoels- en belevingswereld.
Deze dame vroeg: ‘Vos, vertel eens wat over uw gevoels- en belevingswereld.’
Ik sprak: ‘och ja madam, ik modder ook maar wat aan in de rand van het showbusinessgebeuren en verder heb ik geen enkel wezenlijk standpunt over eender welk onderwerp dat mijn eigen zielswereld aangaat. Integendeel, ik twijfel voortdurend over alles. Ik zie nergens waarheid, waarachtigheid binnen mijzelf. Ik ben voortdurend op zoek naar de goddelijkheid van mijn eigen ziel en lichaam. Vruchteloos dwaal ik. Soms meen ik de goddelijkheid te ontdekken in de geur van kersenbloesem, in een sneeuwvlok of in het lied van de lijster die zingt in de avondschemer. Vluchtig zijn al deze dingen. Ik blijf een zoekende in de woestijn.’
‘Wij moeten dat allemaal niet weten,’ zei die mevrouw. ‘Wij willen weten: kijkt gij zoals alle venten van uw gevorderde leeftijd naar pornofilms. Dat willen onze lezeressen van u vernemen.’
Op deze vraag is geen juist antwoord te geven, het is een situatie waarin de ondervraagde niet kan winnen. Antwoordt men ja, dan is men een viezerik, antwoordt men neen, dan is men een leugenaar en antwoordt men: het zijn uw zaken niet, dan is men een huichelaar.
Het is allemaal de schuld van Koen Wauters. Omdat deze vrijgevochten mens in zijn baarlijke achterwerk op de cover van de Humo is gaan staan moeten angstige, twijfelende zoekers zoals ik de diepste krochten van hun gevoels- en belevingswereld bloot leggen om aan het verwachtingspatroon te beantwoorden van een open samenleving die aan gezelligheid ten onder gaat.
Was ik maar nooit popzanger geworden. Had ik maar een stiel geleerd.

LUC DE VOS