DE GEHELE WAARHEID
Die ochtend had ik een afspraak met de heer Molle in een Gents café. Hij diende voor zijn in grote oplagen verkopende blad Het Belang van Vlaanderen een vraaggesprek met mij te houden.
Opgetogen trok ik naar die gelagzaal. Ik blij was dat er eindelijk na al die tijd weer eens iemand aandacht aan mij wou besteden. Mijn carrière als popzanger was een beetje in het slop geraakt want binnen de dimensie van de popmuziek geldt steeds het adagium : here today, gone tomorrow.
Ja jongens, het is een keihard gevecht dat wij hier dag in dag uit leveren voor onze boterham. Bovendien heeft men het niet zo begrepen op ouder wordende zangers die op een wanhopige manier trachten bij de tijd te blijven en allerlei jongere voorbeelden gaan naäpen om toch maar aan de bak te blijven.
Zo had ik een tijd geleden in een wanhoopspoging een metalplaat gemaakt. Mijn groep die heette Shithead want het kon niet goor genoeg zijn. Het komt erop aan, zo oordeelde ik, mee te gaan met je tijd, de tijdsgeest niet uit het oog te verliezen maar tegelijk ook de eigen authenciteit te bewaren, als daar al sprake kon van zijn binnen het ietwat futiele genre van de popmuziek.
Om zeker te spelen had ik een marktonderzoek besteld bij de bekende professor Zwijngeduw. Dat had flink wat duiten gekost maar ik nam geen enkel risico wat de maatschappelijke of macro-economische impact van het product betrof. De resultaten van zijn onderzoek noopten de professor mij aan te raden in het op stapel staande project minder of helemaal niet het persoonlijke te belichten maar mij integendeel te richten op sociale thema’s zoals de verloedering van de binnensteden, de illegale wapenhandel en het drugsbeleid en dit geheel te vatten in een ranzige brij van gitaargeweld. Dat was pas je ware, zo verzekerde hij, en je hebt er zelf nog lol aan ook dus tel uit je winst.
Dat was echter in de tijd dat beoogde doelgroepen nog in de pas liepen en zij de resultaten van marktonderzoeken en polls die ze via de media hadden vernomen als het ware onbewust gingen beamen en in het stemhokje of in de supermarkt net dat product kozen dat hen volgens de onderzoekers op het lijf was geschreven zodat men het hier eigenlijk gerust kon hebben over self-fulfilling prophecies. Maar dat was dus allemaal verleden tijd, op een of andere manier was de markt mondig of volwassen geworden, wie zal het zeggen en mijn metalplaat was op een pijnlijke manier de mist in gegaan.
Doch dit hoofdstuk lag nu al een tijdje achter de rug en er was opnieuw sprake van aandacht vanwege de pers en dat stemde mij hoopvol. Je had ze, hoe je het ook draaide of keerde, toch nodig, potjandrie nog eens aan toe.
Maar goed, ik trad de gelagzaal binnen en jawel, daar zat Molle al te glunderen op zijn stoeltje met zijn magnetofoontje in de aanslag. Omdat ik in een ontzettend goede bui was besloot ik ter aanloop van het gesprek het maar op een vrolijk drinken te zetten want dat kon nooit kwaad, wat er ook gebeurt. Want al wat je hebt gehad dat kunnen ze je niet meer afnemen, zo overdacht ik filosofisch.
Doch ziehier mijn eerste vraag, sprak Molle plots bars nadat we de hele tijd vrolijke verhalen over vroeger hadden zitten uitwisselen. Na de flop van je vorige platen en dichtbundels werd het een hele tijd stil rond je persoontje. Verdacht stil zelfs. Naar ik heb gehoord ging het je de laatste tijd zakelijk helemaal niet voor de wind. Het schijnt dat je al je zuurverdiende spaargeld hebt verloren in een of ander project dat je samen met een malafide professor had opgezet. Verder heb ik vernomen dat al je zogenaamde vrienden je afvallig zijn geworden en je nu zoals vroeger als een eenling door het leven dient te dwalen, iets waarvoor je vroeger een heilige angst had en dat zal nu niet anders zijn, zo vermoed ik. Hoewel ik deze feiten vanzelfsprekend terloops zal vermelden in mijn stuk in de krant, de deontologie van de verslaggever eist immers dat de waarheid, niets dan de waarheid en de gehele waarheid zal worden vermeld, toch zal ik er niet specifiek op ingaan. Nee, mijn vraag heden luidt: wat hebt u beroepshalve zoal uitgevoerd de jongste tijd, maanden, jaren.
Nu heb ik er gelegen dacht ik benauwd, terwijl ik met bloeddoorlopen ogen waarin de ontzetting moest te lezen staan in Molle’s richting keek.
Hoe is hij het toch in godsnaam te weten gekomen al die ellende ? En ja, wat heb ik eigenlijk uitgevoerd onlangs ? Ik ben een rondreizend zanger geweest die op allerlei bals en feestelijke gelegenheden liedjes zingt. Arbeid kon je dat niet noemen.
Doch ik vatte plots weer moed en besloot dat hier en nu de tijd was aangebroken om het spel hard te spelen wilde ik althans een deel mijn carrière uit de brand slepen.
Kerel, zo sprak ik, ik heb me nu inderdaad een tijdje niet met muziek en poëzie kunnen bezighouden omdat ik druk bezig ben met een groot opus. Het betreft hier een filosofisch-wetenschappelijk werk in de vorm van een science-fictionroman. Ik voer daarin buitenaardse wezens ten tonele die zich handig vermomd hebben in een termietenkolonie en op een angstaanjagende manier doende zijn een netwerk uit te bouwen om de wereld te veroveren. De buitenaardse termieten zijn als het ware een metafoor voor de maatschappelijke krachten waar het individu geen vat meer op heeft. Ach kerel, ik sleur er van alles bij hoor: filosofie, politieke geschiedenis, een heleboel technisch- wetenschappelijke verklaringen, het is knap lastig. Het wordt een soort Slinger van Foucault, maar dan op zijn typisch Vlaams met het ACW in de hoofdrol. Je ziet, ik ben druk in de weer en dat gaat nog wel een tijdje door zo.
Ietwat teleurgesteld verliet Molle toen, na het mompelen van een aantal beleefdheidsformules, het café zodat ik van zijn gezeik verlost was en ik weer voor een tijdje rustig kon verder suffen.
LUC DE VOS
Comments are closed.