DE LINKSE KERK

De linkse kerk. Een begrip uit de populistische sociologie. Bedoeld wordt een amalgaam van welzijnswerkers, naïeve, vooruitstrevende politici en hysterische feministes wier gedrag gekenmerkt wordt door een overspannen dadendrang om alles in de samenleving te willen sturen in het teken van een voorbijgestreefde negentiende-eeuwse marxistische theorie en alles zodanig in de juiste banen te leiden dat alle, maar dan ook alle mensen, ten alle tijde gelukkig zijn, zelfs wanneer ze geen goesting hebben om gelukkig te zijn.

Het zijn van die individuen die, wanneer een jonge allochtoon een oud inheems vrouwtje heeft overvallen, meteen die allochtoon te hulp snellen om hem begripvol in de watten te leggen en hem her op te voeden. Slachtofferhulp voor die verwende westerse oude vrouwen komt in dit kader pas op de tweede plaats. Eerst dient de ziel van de zondaar gered te worden. Het is een werkelijk prachtige karikatuur die ik jammer genoeg nog nimmer in het wild ben tegengekomen. Waar zit die linkse kerk? Ergens ver verborgen in duffe vergaderzaaltjes? De macht is in dit land in handen van politiekers, magistraten en industriëlen die allemaal slechts in één ding geloven en dat is de vrije markteconomie.
Ik hoorde Bart De Wever deze week ook het begrip ‘Mei- achtenzestigers’ uit de mottenballen halen. Nu vraag ik u, hebben die flurken ooit echt bestaan? Ik althans ben er alweer nog nooit één in het wild tegengekomen. Ik kom eigenlijk alleen maar oude mensen met geld tegen die voor de NVA stemmen en nog nooit een boek van Sartre hebben gelezen. Sinds mei achtenzestig zijn de zeden helemaal losgeslagen en zitten we nu met spree-killers die er maar op los schieten in scholen, zei De Wever. De historicus De Wever vergist zich. Die zeden zijn reeds losgeslagen toen Cicero sprak: ‘o tempora, o mores!’ Dat was in de tijd van Caesar die heel Gallië onder de voet had gelopen en zowat één miljoen Kelten, mannen, vrouwen en kinderen over de kling had gejaagd. U kunt dat allemaal nalezen in Caesar’s prachtige letterkundig werk, De Bello Gallico.

LUC DE VOS