SNEEUW

Misschien is het wel goed dat de aarde opwarmt. Dan krijgen we nooit meer sneeuw en ijs maar wel het klimaat van de Middellandse zee in onze streken. Dan is het altijd zomer en lente hier in ons land en worden de minirokken en opwaaiende zomerjurken nimmer opgeborgen.
En toch vind ik het fijn wanneer het sneeuwt. Vorig jaar in februari moest ik in alle vroegte ergens heen en ik had helemaal geen goesting. Ik doe liever heelder dagen niets, behalve met mijn popgroepje liedjes gaan spelen in een of andere parochiezaal, dat vind ik het einde. Voor de rest blijf ik liever thuis. Of anders ga ik eens op café, of naar een film met homoseksuele cowboys of ga ik eten in het Hof van Cleve. Maar meestal blijf ik dus thuis want dat kost geen geld.
Ik trok die ochtend de gordijnen open en miljarden wollige vlokjes dwarrelden door het zwerk en toverden het park hier achter het huis om in een winterwonderland waar Walt Disney nog een punt kon aan zuigen. Joepie, sneeuw!, dacht ik. Ik stormde naar beneden, nam de telefoon die ik anders enkel gebruik om de ambulance te bellen wanneer er hier in huis alweer een ongeval is gebeurd en ik sprak: ‘ja jongens, ik kan niet komen, mijn auto wil niet starten van de sneeuw en zo.’
‘Maar Vos, gij kunt toch de wegenwachters om hulp bellen?’
‘Neen, daarop heb ik geen abonnement, daar ben ik te arm voor.’
Ze bleven aandringen: ‘Vos, gij kunt toch de trein nemen?’
‘Neen, ik heb geen geld in huis om een ticket te betalen.’
‘Hebt gij geen kaart van banccontact?’
‘Ja, maar mijn rekening staat onder nul.’
‘Dan moet ge niet komen, Vos. Maar volgende keer kunt ge maken dat gij er zijt.’
‘Dat komt zeker in orde,’ zei ik.
Dit waren allemaal dikke leugens. Maar nu moest ik nergens heen en kon ik op mijn gemak in de sneeuw gaan spelen. Daar zag ik op straat met mijn slee de eerste zoutwagen opduiken. Is dat echt nodig, zo vraag ik mij af? Voor een keer dat er sneeuw valt, laat ze dan alstublieft liggen, dan blijven we allemaal thuis. Het zou ons een keer deugd doen, denk ik. Het schijnt dat er vroeger ijsvrij was op de scholen. Dat heb ik niet meer meegemaakt. Wanneer de plassen en beken bevroren waren mochten de kinderen hun kans grijpen voor alweer de dooi inviel en volop gaan schaatsen, dat scheelde ook in de verwarmingskosten van de school. Ik vraag mij af of ze dat niet opnieuw kunnen invoeren binnen de Belgische economie. Dat de minister zegt: ‘ja jongens, als het sneeuwt laat ze dan gewoon liggen. En dat de mensen maar thuis blijven, het zal ze deugd doen.’
In dit kader is het natuurlijk jammer dat de winters zo zacht zijn in onze gematigde streken. Dat komt door de warme golfstroom en de westcirculatie in onze streken die ons warme oceaanlucht uit de tropen stuurt. We zitten nochtans op de vijftigste breedtegraad. Normaal zouden we hier winters moeten hebben zoals in Quebec. Toronto ligt op dezelfde breedtegraad als Zuid-Frankrijk en toch hebben ze er van die Siberische winters. Ik weet dat allemaal door op te letten in de klas. En zoals u wellicht weet, het klimaat warmt steeds verder op. Zou dat echter zulk een grote ramp zijn? Italië en Spanje en Zuid-Frankrijk, daar sneeuwt het nooit, maar ze lijken me daar toch meer lol te trappen dan bij ons. Of is dat een perceptie van mijn kant en zijn het daar even vieze bokken als bij ons. We moeten echt dringend later beginnen op te staan, denk ik, dat is de oplossing van het probleem. Het is daarom dat de mensen allemaal zo moe en zo bokkig zijn, ze staan allemaal veel te vroeg op. Ik kwam gisteren om vijf uur in de nacht thuis en die gast die mijn gazet ronddraagt die stond daar al aan mijn deur met mijn gazet. En ik zei naar waarheid dat hij voor mijn part die gazet gerust een paar uur later mocht komen brengen, dat nieuws dat loopt niet weg, zo sprak ik. ‘Van mij moogt gij gerust nog een paar uur in uw beddenbak liggen ruften, jongen,’ zei ik, ‘en als uw baas er iets van zegt dan zegt gij dat gij mocht van mij want de klant is koning.’ Die jongen dacht misschien dat ik met zijn voeten aan het spelen was.
Ik keek een keer wat er op de voorpagina stond: onder andere een bericht over sneeuwval die de terugkeer uit de skioorden bemoeilijkte. Opzienbarend was dit nieuws niet. Of ik dat bericht nu gelezen had om vijf uur ’s ochtends dan wel om twaalf uur ’s middags, dat had geen enkel verschil gemaakt. Dat soort logica weigeren de mensen te aanvaarden, en dit uit naam van de vooruitgang. Waar gaan we toch naartoe?

LUC DE VOS