HET VERLOREN PARADIJS

Zondag bezocht ik hier in Gent de Emile Claustentoonstelling. U kent hem wellicht, Emile Claus, de in de negentiende eeuw geboren Latemse schilder.

Impressionist en luminist, zo noemen hem de kunstkenners. ‘Mielken mee zaain koetjes’, noemen ze hem in Gent. Claus schilderde inderdaad zeer graag boerenmensen en koeien, het landleven, de natuur, de aarde en het heelal in al hun pracht. Ieder mens met een hart kan niet anders dan met ontroering staren naar de paradijselijke harmonie, de zalige kleurenpracht van de bloemen en bomen die de goede meester ons voor de ogen heeft getoverd. Honderd jaar geleden leefden wij in dit sprookjesland. En we hebben het weggevaagd, volledig, grondig, kapotgemaakt. Omdat we dat zelf wilden.

Thans leven wij in dit kapotverkavelde rotland, compleet ingesloten door shoppingcentra, snelwegen en elektriciteitsmasten, pretparken, weiden zonder bloemen, lekkere porno op het internet. Wij waren zelf keuterboeren bij ons thuis, daar aan de rand van Gent en ik herinner mij de legendarische uitspraak van mijn moeder: ‘ik heb vandaag veel vlinders gezien, we gaan de DDT nog eens bovenhalen.’

Wie kan het de mensen kwalijk nemen dat zij hun paradijs hebben vernietigd, want inderdaad, ik weet het wel jongens, het was immers geen paradijs waarin zij leefden. De schilderijen van Emile Claus zijn momentopnames, taferelen die slechts een ogenblik uit het bestaan van de mensen letterlijk belichtten. De boeren leefden als konijnen bijeen, in scheefgezakte schuren en stallen en zij stonken een uur in de wind. Zij haatten dit paradijs waarin zij leefden. Toen zij dan in de loop van de vorige eeuw auto’s en badkamers en waspoeder kregen en toiletpotten die ze konden doorspoelen, toen vielen de schellen van hun ogen en zijn ze als een bende gekken dat zogenaamde paradijs zo snel mogelijk gaan vertrappelen. Hun haat moet groot geweest zijn.

Nu zijn de mensen gelukkig, ten oosten van Eden. En ze hebben de leiders die ze verdienen. Houden zo!

LUC DE VOS