ZIEDAAR MIJN WENS

In deze samenleving wil iedereen doen wat zijn hartje begeert, anders komt er miserie van. Dat komt door het gedemocratiseerde onderwijs.
Nog niet zo lang geleden bestond dat nog, het niet-gedemocratiseerde onderwijs. Ik heb op mijn vijftiende bijvoorbeeld nog een kaaksmeet op mijn oren gekregen van de studieprefect. Dat deed hij met opzet. Op mijn oren, bedoel ik. Een kaaksmeet op uw oren doet veel meer pijn dan een kaaksmeet op uw kaak. De prefect had echt verstand van foltertechnieken. U moet dat een keer proberen, de volgende keer wanneer u in een lichamelijk conflict verwikkeld raakt met een of ander kwaadwillend individu. Een ferme dreun met de vlakke hand op het oor. Ze zullen er niet goed van zijn.
Ik heb persoonlijk veel last gehad van het niet-gedemocratiseerde onderwijs. Nu mogen de kinderen alles doen waar ze zin in hebben. Dat is natuurlijk een stap vooruit.
Ik kan er alleen niet goed tegen dat ze op straat roken. Ik begrijp dat wel, ik heb dat ook nog gedaan toen ik bitter jong was. Ik wilde aan de mensen in mijn omgeving tonen dat ik midden in dit leven stond. Dat ik zelf over mijn lot kon beschikken zonder inmenging van buitenaf. Ik vond dat belangrijk voor mijn zelfbeeld.
Ik liep onlangs al dagdromend vier meisjes tegen het lijf. Ze rookten, kauwden kauwgom, droegen allen zware grijze regenjassen, broeken als meelbalen en gigantische schuiten van schoenen. Het leken wel blokkendozen. De meisjes versperden het voetpad aan een bushalte en deden of ze mij niet zagen. De bus was net aangekomen, ik kon er echt langs geen kanten voorbij. Daarom nam ik het woord: ‘Geachte juffrouwen, u kiest er voor kauwgom te kauwen, te roken op straat en deze afzichtelijke kleren te dragen. Dat is uw goede recht. Toch zou ik u willen verzoeken deze handelingen thuis te manifesteren zodat mensen als ik er geen last van hebben, de wereld is al lelijk genoeg.’ Ik zei: ‘ik wens, tijdens mijn wandelingen door de stad, enkel geconfronteerd te worden met lenteregen, zomerzonneschijn, bloeiende kerselaren, minirokken wapperend rond bruine benen. Ziedaar mijn wens. Is dat misschien te veel gevraagd?’
Mijn goede woorden en het licht der rechtvaardigheid in mijn blik raakten de meisjes diep in hun hardvochtige ziel. Plots zagen zij het falen van hun levenswandel onder ogen. Zij wierpen zich ter aarde neer. ‘Vergeef ons onze schulden,’ spraken zij vol deemoed, ‘wij zullen het nooit meer doen, meneer.’ Met een opgetogen hart ging ik van hen heen.
Maar, beleefdheid kan soms ook averechts werken. Men moet altijd op zijn tellen passen wat betreft de sociale omgangsvormen. Ik was er ooit in geslaagd, na langdurig aandringen, een heteroseksuele vrouw op leeftijd zo ver te krijgen de sponde met mij te delen op haar appartement. Ik nam geen enkel risico. Men had mij op het hart gedrukt in dit soort situaties niet te opdringerig te handelen. Ik begon eerst over allerlei onderwerpen te praten. Toen mijn gespreksstof op was, was ik de geestelijke uitputting nabij. Ik vroeg aan mijn lotgenote: ‘Sorry, maar mag ik mijn trui uittrekken, alstublieft?’
Ja, dat mocht.
Ik streelde haar zwarte lokken. Dat had ik ook van horen zeggen: dat hebben ze graag, strelingen op en doorheen het haar.
Na een kwartier, alweer de uitputting nabij, vroeg ik: ‘sorry, mag ik nu ook mijn onderlijfje uittrekken, alstublieft,’
Dat mocht ook.
Toen streelde ik nog maar wat verder door haar warbol.
‘Sorry, mag ik nu mijn broek uitdoen, alstublieft,’ zei ik op den duur, naar adem happend van zenuwachtigheid en schaamte.
Mijn lieveling sprak: ‘Als ge nu nog één keer ‘sorry’ zegt dan vliegt gij buiten.’
‘Sorry, verontschuldigt mij, ik zal het nooit meer doen,’ zei ik. Toen mocht ik vertrekken. Ik had het nog lang uitgehouden, vond ik.
Later las ik in een tijdschrift dat vrouwen op leeftijd niet gediend zijn van die welvoeglijke aanpak en dat ze liever eens flink onder handen genomen worden door venten die van aanpakken weten. Dat weet ik nu ook alweer voor de volgende keer.

LUC DE VOS