EEN ILLUSOIR KARAKTER
Ik ben naar Madonna gaan kijken in Amsterdam en het begon heel spectaculair. Ze kwam uit een discobol nedergedaald. Ik was onder de indruk, net zoals al die andere mensen in de zaal.
Vervolgens verloor ik mijn aandacht en zat ik het hele verdere concert aan iets anders te denken. Ik ben mijn gevoel voor spektakel kwijtgeraakt, denk ik. Niet echt een gevoel maar eerder iets cerebraals, iets in mijn denkstructuren. In de cultuurwetenschap bestaat de term ‘suspension of disbelief’. Wanneer u naar een film of een toneelstuk gaat kijken moet u als toeschouwer een klik in uw hersenen maken die er u dient toe aan te zetten abstractie te maken van de werkelijkheid en met de karakters en het verhaal mee te gaan en te vergeten dat u naar een paar in scene gezette taferelen kijkt, gespeeld door een aantal acterende individuen die voor de voorstelling nog een keer gaan wateren zijn. Achteraf gaat het gewone leven weer verder en is de voorstelling, de illusie voorbij. Ik probeer echt mijn best te doen om in verwondering naar artefacten te kijken, maar bij iemand als Madonna lukt dat niet meer. Ze stond daar maar indruk te maken met allerlei truuken van de foor en op een bepaald moment fakete ze ook een orgasme. Dat vonden al die vrouwelijke fans puik. Ze zat op een zadel tegen een paal aan te schurken en begon me daar nu toch op een erotische manier te keer te gaan. Dat heb ik altijd een uiterst overbodige handeling gevonden, een orgasme faken. Vooral wanneer dat op een podium gebeurt. Hebt u al ooit een keer iemand op restaurant van een niet aanwezig gerecht zien genieten en dan luidop horen brullen: ‘hmmm, lekker!’ Maar op het gebied van de seksualiteit zijn de mensen bereid in de illusie te geloven.
Ik zie Madonna nu ook elke dag in het straatbeeld. Ze draagt een wit lederen jasje en ze ziet er dertig jaar jonger uit dan ze in werkelijkheid is. Iedereen weet dat en iedereen is bereid in die illusie te geloven. Ik dacht vroeger dat reclame geen invloed had op de mensen. Maar bij die vorige campagne van H&M werd er een collectie nachthemdjes onder de aandacht gebracht die ontworpen was door Karl Lagerfeld en toen waren er in mijn persoonlijke omgeving een aantal vrouwen die naar de winkel holden om zich een nachthemdje te gaan aanschaffen. Het waren dan ook prachtige nachthemdjes die een illusie, een droom van intimiteit en erotiek in zich droegen. Een belofte. Die belofte zou zeker gebroken worden want die belofte ging uit van een illusie. En toch wensten zowel die vrouwen als ik in die belofte te geloven. Textiel wordt geweven van draden van bijvoorbeeld katoen. Katoen is een pluisbol die op een plant in de velden groeit. Op de juiste manier geweven, met de juiste dromen en beloftes die er aan verbonden worden, groeit dit textiel uit tot een denkbeeld in de droomwereld van de hersenen. Ik kan dit aspect van de mode enkel toejuichen. Men dient er wel op te letten dat men de droom niet verbreekt. Men moet die droom afschermen voor de werkelijkheid. Men moet trachten de mensen die in de modewereld zitten zo weinig mogelijk te gaan interviewen, en dan zeker die modellen niet. Die moeten hun illusoir karakter behouden. In de jaren tachtig was er een modeprogramma op de BRT. Ik zag een reportage over een model, een Belgisch meisje. Een schattig ding van zestien jaar. Het droombeeld speelde zich af in Schotland. Ze liep met haar lange benen die in een grijze panty waren verpakt, in een minirok door een herfstig Schots landschap. Ze droeg ook een wollen trui waarin haar bolle boezem opbolde. Ze stapte door de herfstbladeren. Ze keek ernstig, zelfs een beetje verdrietig. Op de achtergrond viel de eerste sneeuw op Ben Nevis, de hoogste berg van Schotland. Mijn hart sloeg op hol en ik geloof dat er ook een traan in mijn ogen opwelde. Na afloop werd dat meisje geïnterviewd. Ze heette Wendy en ze sprak alleen Antwerps. Ze verklaarde onder andere dat ze ‘iel geire schoene kliere zag’.
Dat wilde ik helemaal niet weten.
LUC DE VOS
Comments are closed.