KATE EN BERTIE

Ik zat samen met mijn vrienden in een auto die ons naar huis bracht. Het was diep in de nacht we hadden onze liederen gespeeld in een zaal in Dranouter en onze boterham weer verdiend.

Ik zat daar achteraan al half te slapen met mijn jas over mijn kop getrokken. Moe dat ik was. Als we gaan spelen dan gaan we altijd voluit. Soms neem ik mij zelf voor om het deze keer wat kalmer aan te doen en ook niet zoveel bier te drinken en een keer het goede voorbeeld te geven. Maar ik voel mij nog altijd zestien jaar. Zodanig zelfs dat ik mijzelf niet herkende op een foto van mij die deze week in de gazet stond. Zijt gij dat, Vos?, zo zat ik te denken. Ik ben in een stadium beland waarin ik mijzelf dingen begin wijs te maken.
De autoradio stond op BRT 2, die goede oude familiezender. ’s Nachts luisteren wij het liefst naar deze zender, kwestie van het niet al te moeilijk te maken. Ze draaien daar altijd liedjes van vroeger die de mensen al kennen. Soms draaien ze ook nieuwe liedjes, maar niet van die moeilijke die intellectuele inspanningen vergen. Ik ben best bereid een intellectuele inspanning te doen, maar niet ‘s nachts in de auto wanneer ik in slaap lig te sukkelen op de achterbank.
Ze draaiden de nieuwe single van Kate Bush, een lied over haar zoontje Bertie. Lovely, lovely, lovely Bertie, zong ze. Ze is pas laat moeder geworden. Ze moet er nu bijna vijftig zijn en dat kleutertje loopt daar rond bij een moeder die zijn grootmoeder kon zijn. Lovely Bertie, zong ze, you bring me so much joy en then you bring me more joy. Ik moest denken aan onze eigen kroost die nu als een engeltje in zijn bedje lag te dromen en ik ben zelf de zoon van een oude moeder die altijd zat te breien of soep te koken. Soms denk ik dat terug verlang naar die tijden toen ik als kleuter op de boerderij liep en de geur van kersenbloesem opsnoof. Maar dat geloof ik eigenlijk zelf niet. Allemaal humbug! Maar door het raam van die auto waarin ik zat scheen er ook een volle maan en de sterren blonken. Allemaal factoren die op mijn gemoed werkten en ik was zo moe, zo moe. Ik kon ternauwernood verhinderen dat een traan in mijn ogen opwelde. In normale omstandigheden doe ik daar niet aan mee, aan dat sentimentele gevoelensgebeuren, maar nu deden ze het erom, vond ik. Ik bedoel, dat lied van Kate over de kleine Bertie, de sterren en de maan en zo verder. Gelukkig passeerden we alweer een zoveelste verkaveling langs de snelweg en een meubelgigant en een aantal hoogspanningsmasten in de buurt van het ellendige Kortrijk zodat ik weer kon denken: de mensen zijn slecht en de mensheid is verdoemd. Mijn eigen veilige, geruststellende cynisme.
De volgende dag ging ik de CD van Kate halen in de winkel. Het bleek een verzameling nogal vervelende liederen. Behalve dan dat ene lied over haar lieve Bertie, dat sprong er als het ware bovenuit. In het tekstboekje stond er een foto van Kate samen met Bertie in het zwembad. Het bleek inderdaad een heerlijk kereltje met een grappige apensmoel. Kate zelf draagt op die foto een badpak dat een gulle blik biedt op haar boezem. De boezem van Kate Bush is eertijds een belangrijk aspect geweest in mijn bestaan. Ze wilde altijd staan dansen vroeger in haar videoclips terwijl dat nergens voor nodig was en bovendien overdreef ze. Ik zat stilletjes te hopen dat ze daarmee zou ophouden, haar Loreleigezang was op zich al expressief en exuberant genoeg. Maar ze droeg bij haar choreografie vaak een spannende maillot waarbinnen haar dikke boezem heel prominent aanwezig was. Die hobbelde maar heen en weer, op de tonen van haar lied. In een aantal fantasmen beeldde ik mij in dat zij die boezem ontblootte voor mijn blote ogen. Midden in mijn hersenpan ontplofte het heelal en een storm van neuronen in mijn brein stuurde een hormonenbom naar mijn geslachtdeel dat zich daardoor verhief. De liefde en de drift die ik voelde was een gevolg van een reflectie, een louter individuele daad van verbeelding van mijn eigenste hersenfuncties. Kate Bush en haar boezem waren slechts een aanleiding tot een idee. Zij vormde het voorwerp en ik was het onderwerp. Ik was ik en zij was de andere. Later las ik dat zelfde fenomeen bij Jean-Paul Sartre beschreven. Liefde is een projectie, de liefde die het ‘ik’ voelt voor de ander is in de eerste plaats voor het ‘ik’ bedoeld en een volstrekt egocentrisch fenomeen. De werkelijkheid is slechts een aanleiding tot de illusies, de waanbeelden, de hersenschimmen die wij in onze ziel koesteren en die sommigen goddelijk wensen te noemen. Daar kan ik mee leven.

LUC DE VOS