GEEN GEVAAR

Ik heb al heel de week niet gedronken. Jef Geeraerts wel. Ik zag hem op de boekenbeurs in Antwerpen. Hij zat daar zijn boeken te signeren en altijd maar whisky te drinken. Hij was op den duur zo zat als een kanon. En hij had er deugd van, van al die aandacht van de mensen.

Dat is altijd leutig, aandacht krijgen van de mensen. Ik denk dat veel individuen daar echt naar streven, naar aandacht van iemand anders want dan voelen zij zich niet zo eenzaam. Daarom zijn er veel mensen die boeken schrijven. Dan mogen ze die boeken gaan signeren op de boekenbeurs. En ze denken: aandacht gegarandeerd. Maar u moet daarmee opletten. Signeren op de boekenbeurs dat is echt ellendig wanneer niemand een handtekening komt vragen. U hebt dan een keer een boek geschreven in het zweet uws aanschijns en dan willen ze het nog niet lezen ook, laat staan dat ze u een handtekening komen vragen. Ik zat er zelf ook te signeren vorige week op de boekenbeurs. Ik heb nu twee boeken geschreven en mocht ik geen overweldigend bekende rockster zijn die ongeveer om de tien seconden iets in een van mijn schone boeken moet krabbelen voor al die schone fans die rijen dik staan aan te schuiven, dan zou ik het zeker niet doen.
Naast mij zat er een politicus die ik vaag kende van vroeger en die hield het na een kwartier werkloos toezien voor bekeken. Hij is toen zachtjes in zichzelf mompelend naar huis gegaan. Ik kan er toch ook niets aan doen dat mijn geschriften als zoete broodjes over de toonbank gaan. Hij moest ook maar zanger geworden zijn. In de politiek gaan dat is immers om miserie vragen. En in de muziek, daar kunt gij tenminste lol trappen. Kijk maar naar mij. Ik heb al zodanig veel lol getrapt dat ik het stilaan beu begin te worden, al dat lol trappen dag in dag uit. Maar ik had toch met die mens te doen. Geen normen maar waarden, zo heet zijn boek. Dat is een woordspeling op het spreekwoord ‘geen woorden maar daden’. Ik zou zeggen, rent allen snel naar de boekhandel en schaft u dat boek aan. En Philip Roth, die zijn boeken moet u ook een keer lezen.
Ik zat daar dus op de boekenbeurs altijd maar handtekeningen uit te delen aan al die fans. Na een tijd kwamen er twee dames van middelbare leeftijd naast mij zitten. Ze hadden een seksboek geschreven naar aanleiding van hun seksprogramma dat ze hebben op Radio Donna. Het is op zondagavond, geloof ik. Maar op zondag ben ik altijd bezig met mijn geloof in God en het hiernamaals. Ik heb dan geen goesting om mijzelf met seksualiteit bezig te houden. En nu moesten ze dat boek ook trachten te slijten via signeersessies. Die ene dame vertelde mij tussen de bedrijven door iets over seksualiteit maar mijn gedachten waren plots afgedwaald naar het onderwerp Radio Donna. Ik was vorige week nogal laat thuis gekomen van op café. Ik was op de zetel in slaap gevallen met de televisie nog aan. Ik werd wakker in de voormiddag en op de televisie toonden ze op dat moment Radio Donna, dat programma Vrouwentongen met Evy Gruyaert. Ik ben die al een paar keer tegen gekomen in het echt. Het is een stil meisje. Misschien draagt zij in zich een stil geheim. Ze waren net die plaat aan het draaien van Gary Numan, Are friends electric, u kent dat liedje wel. Bij Radio Donna draaien ze altijd liedjes die iedereen kent om de mensen niet te veel lastig te vallen met onbekende liedjes. Onbekendheid leidt tot vervreemding en vervreemding dat is niet aangenaam voor de mensen. De plaat was afgelopen en Evy Gruyaert sprak: ‘dit was Gary Numan met Are friends electric en ja, ik weet niet van u maar mijn vrienden zijn niet elektrisch dus geen gevaar.’
Ik moest daar op die boekenbeurs denken aan een interview op de radio met de grote baas van de openbare omroep. In dat gesprek zei de grote baas dat het goed ging met de omroep, dat ze dit jaar een uiterst succesvol jaar achter de rug hadden. En toen hoorde ik die zin van Evy opnieuw in mijn gedachten weerklinken. ‘Ik weet niet van u maar mijn vrienden zijn niet elektrisch dus geen gevaar.’
Het werd mij plots droef te moede. Waarom deed ik toch altijd zo goed mijn best, zat ik te denken daar op mijn stoeltje op de boekenbeurs. Het heeft geen enkele zin om uw best te doen. Ik sloof mij uit, de hele dag lang. Ik probeer het huis proper te houden en goed eten te koken en dan nog een keer boeken te schrijven en liederen te maken. Maar de meeste mensen doen nooit hun best. Ze doen maar wat. Ze kloppen ernaar zoals een blinde naar een ei. En kan het iemand een bal schelen? Driewerf neen.
En weet u wat ik deed? Ik stond op, verliet de boekenbeurs en ging zachtjes in mijzelf mompelend naar huis, twijfelend aan alle normen en waarden.

LUC DE VOS