VROUWVRIENDELIJKE PORNO

Ik ben een fan van Marc Reynebeau. Hij is groot en slank. En hij is voortdurend in de weer om de kloof tussen de burger en de intellectueel te dichten.
Ik moest nu toch lachen met die mop die hij vertelde op de televisie in dat programma De Slimste Mens. Het ging over erotische films die men kan kopen of huren op DVD of gewoon op video. Het schijnt dat mensen dat doen. Zelf doe ik dat nooit. Ik heb genoeg aan mijn eigen fantasmen die ik zie in mijn geest. Het zijn fantasmen die mij gelukkig maken. Maar meer ga ik daarover niet vertellen want dat zijn dingen waar de mensen geen uitstaans mee hebben. Die dingen zijn van mij en van mij alleen.
Marc Reynebeau zei: ‘kent u het verschil tussen gewone porno en vrouwvriendelijke porno? Vrouwvriendelijke porno is in wezen hetzelfde als gewone porno maar op vrouwvriendelijke porno staat er een gebruiksaanwijzing om te tonen hoe de vrouwen in kwestie de video of de DVD in het apparaat moeten aanbrengen en op welk knopje ze moeten drukken.’
Daar moest ik enorm mee lachen. Ik was op dat ogenlik eigenlijk niet gelukkig. Het was een avond in mei. De keukendeur stond open. Ik had de geur der bloeiende seringen geroken en dat had er mij toe aangezet melancholisch te worden. Er was van alles waar ik diep over aan het nadenken was. Over het leven en de dood. En ook over de geboorte vooral. En toen was ik om mij enigszins te ontspannen naar de televisie gaan kijken en toen vertelde Marc Reybebeau die mop. Hij had mij op dat moment een ogenblik verlost van mijn muizenissen en daar was die mens dankbaar voor.
Ik moest ook een keer meedoen met die kwis De Slimste Mens. Misschien zijn er mensen die dat hebben gezien. Ik heb het maar drie keren volgehouden. Het was in mei. De mensen mogen niet rekenen op mij in mei. Echt waar. Het heeft te maken met de geur der seringen. Ik word daar altijd zo melancholisch van. Ik zit dan altijd na te denken over het leven en de dood en waarom we hier op de wereld zijn. Ja, waarom zijn we hier eigenlijk op de wereld, zo vraag ik mij soms af. Vraagt u zich dat nooit af?
Een van de vragen die de presentator mij stelde was: vertel eens alles wat u weet over Bob Marley. Ik was er niet met mijn gedachten bij. Ik zei zomaar wat: Jamaica, No woman, no cry, etcetera. Ik kreeg nog goede punten ook. Zo moeilijk was die kwis eigenlijk niet. Zeg maar wat, het is altijd prijs. Achteraf diende Marc Reynebeua, als enig jurylid zijnde, nog wat commentaar te leveren. Hij zei: ‘het meest bekende lied van Bob Marley is zoals iedereen wellicht weet No woman, no cry. En inderdaad,’ zei hij, ‘geen vrouw, geen geween.’ Alsof Bob Marley bedoelde: hebt gij geen vrouw, gij hebt gij ook geen miserie.
Nu meende ik toch mijn duit in het zakje te moeten doen en ik vroeg aan de presentator om het woord. Deze presentator stond mij het woord toe. Ik sprak:’ goede presentator, geacht jurylid, geacht publiek hier in de studio, ik ben u dankbaar omdat u mij het woord wenst te geven om hier een misverstand dat al jarenlang bestaat uit de wereld te helpen. Het mooiste lied van de hele de wereld heet inderdaad No woman, no cry. Het gaat over een man en een vrouw die moeten vechten tegen deze wereld. Twee individuen die zich moeten weren tegen de slingers en de pijlen van een uitzinnig lot. De man die dit lied zingt troost zijn vrouw met deze woorden: neen, vrouw, huil niet, zo spreekt hij haar toe, no woman, no cry. Dat zegt deze man in zijn Jamaicaanse dialect. Hij zegt niet: no woman, don’t cry, wat grammaticaal correct zou zijn in het standaard Engels. Hij zegt: no woman, no cry, begrijpt u. Dat zeggen ze zo in het Jamaicaanse Engels. Neen vrouw, huil niet. My little darling, don’t shed no tear, zingt hij er nog achteraan. Zo zegt het de grote dichter Bob Marley in zijn eigen typische woorden in dat grootse diep droevige lied. Neen, vrouw, huil niet om de tegenslagen die wij kennen, we slaan er ons wel doorheen, door deze sombere tijden. Alles komt ooit nog eens goed. Vertrouw op mij en op onze liefde.’
Dit alles zei ik terwijl ik zelf een traan wegpinkte. Er zat onder andere een hele buslading ouderen van dagen van de KWB in het publiek die nog nooit van Bob Marley hadden gehoord en die op slag fan waren geworden.
De volgende dag bekeek ik het programma dat werd uitgezonden in uitgesteld relais. Want zo ijdel ben ik wel. Dat ik mijzelf wil bezig zien op de televisie. Ze hadden mijn interventie er toch wel uitgeknipt zeker! Dat vond ik niet eerlijk.

LUC DE VOS