Groeten uit Gent – 16

In wezen bemoei ik mij nergens mee maar met het Eurosongfestival is dat anders. Iedere Belg heeft de plicht zich ermee te bemoeien want het gaat hier tenslotte over ons imago in het buitenland. Een goed imago in het buitenland wakkert hier te lande de werkgelegenheid en het toerisme aan. Daarom is het van het grootste belang dat we inderdaad het beste lied dat we in huis hebben naar Byzantium sturen alwaar het Eurosongfestival dit jaar plaatsheeft.
In plaats van op café te gaan zat ik zaterdagavond voor de buis met enige bieren van hoge gisting voor mijn neus en dit om er beter tegen te kunnen want ik er niet goed tegen, tegen dit soort liedjeswedstrijden. Ik vind, iemand die de moed heeft om op een podium te springen die verdient al een pluim op zich. Alle mensen die een liedje zingen zijn fijne mensen. Wanneer mensen zingen en dansen stichten ze tenminste geen ander kwaad, denk daar maar een keer over na. Maar wanneer die mensen beoordeeld moeten worden door een soort raad van wijzen en door die wijzen voor heel Vlaanderen in hun hemd worden gezet, dan breekt mijn hart en kan ik wel huilen in die mensen hun plaats. Nu moet het mij wel van het hart: er was vorige zaterdag, op één uitzondering na, inderdaad geen enkel gedenkwaardig lied te horen. Het pruttelde maar de hele tijd door. Allemaal dingetjes die ik al had gehoord, doorslagjes van dingetjes wie we al kennen. Maar het schijnt dat de mensen dat graag horen, dingetjes die ze al kennen. Ik zat de hele tijd te denken: maak toch een keer lied zoals Metallica of U2 of Radiohead of Noordkaap: een machtig, gedenkwaardig lied dat de kern van de ziel van de mensen raakt. Is men vergeten dat men door een lied begeesterd of ontroerd kan worden? Het was mijn oordeel dat die zangers en zangeressen daar in de eerste plaats stonden om het Eurosongfestival te winnen. Welk lied ze brachten was van minder belang. Zolang het maar aansloeg bij de kijkers. Ja, mijn oordeel is hard en wanneer ik mij zou vergissen vraag ik nederig vergiffenis aan die artiesten die het wellicht toch goed bedoelden.
Zoals ik zei, er was één uitzondering: de fabelachtige zangeres Biba Binoche, zijnde de grensoverschrijdende Betty van Big Brother. Ik heb ooit een keer vijf minuten naar Big Brother gekeken en ik ben toen in huilen uitgebarsten. Ik ben veel te gevoelig voor dat soort eerlijkheid op de televisie, geloof ik. Maar eerlijk is eerlijk: Betty had een machtige, geile, ronduit seksuele techno-discodreun meegebracht die mij begeesterde en die alle prutteldeuntjes die haar vooraf gingen van tafel veegde. Kent u Donna Summer nog? Of Sylvester, of Giorgio Moroder? Het was dat soort decadente disco vol levensvreugde dat ze bracht. Vreemd genoeg had de jury dit niet gehoord. Zij scholden haar uit voor het vuil van de straat. Zij hoonden Betty om wie zij was, niet om wat zij deed. Dat vond ik niet eerlijk. We gaan dus één van die prutteldeuntjes naar Istanboel sturen en niet zo een lekkere vette decadente discostamper. Ik ben ernstig bevreesd voor het imago van ons land.

LUC DE VOS