IN HET LICHT VAN DE MAAN

Die fuiven in die fabriek van dat Eskimo-ondergoed op de Wiedauwkaai zijn van die alles overweldigende feesten waar jonge ondernemende mensen zoals ik dienen aanwezig te zijn om de tijdsgeest te proeven, om te zien wat er leeft bij de mensen.

Ik trok er vorige vrijdag naar toe met mijn fiets. En lachen dat ze daar deden toen ze mij zagen komen. Met de fiets naar de discotheek gaan, het klopt inderdaad ergens niet. Ik trok het mij niet aan. Ik had een pak poen op zak dat ik er helemaal ging doorjagen. Dit gegeven gaf mij moed. Ik heb een aantal vrienden, bijvoorbeeld mijn maten Rocky en Rudy en dat zijn gierigaards die in het begin van de avond een colaatje bestellen waar ze dan heel de nacht blijven mee rondlopen. En ze zeggen tegen iedereen die het wil horen dat het een whisky-cola is maar het is gewoon een cola zonder iets in. En ze durven er niet van drinken omdat ze er anders nog eentje moeten kopen en dat zou ze geld kosten. Maar de mensen zien wel dat ze iets besteld hebben en dat maakt veel goed, qua perceptie.
Toen ik mijn fiets rond een paaltje bond kwam er nog iemand aangefietst. Het was een verblindend mooi meisje met een minirok en met twee lange benen die het heelal deden wankelen. Ze lachte in mijn richting. We waren beiden de enigen die met de fiets waren gekomen. Dat schiep een band. Ik zweette. Ik dacht: ik leef hier op deze aarde en overal rondom mij is schoonheid en liefde. Ik sprak een kort dankgebed uit tot de maangodin Isis, de godin die ik aanbid. Goede godin, zo sprak ik, laat de mensen slechts naar de liefde, enkel naar de liefde streven. Ik keek naar omhoog naar de maan die mij leek toe te lachen.
Ogenblikken later stond ik onder het tedere licht van de stroboscopen als een waanzinnige in het rond te springen op de tonen van Milkshake van Kelis, dat is mijn lievelingslied. Die ijverige DJ TLP had mij gezien en had waarschijnlijk gedacht: Vos is daar, we zullen een keer Kelis draaien, dat hij content is. En ja jongens, content dat ik was. My milkshake brings all the boys to the yard, and they’re like: it’s better than yours, I can teach you, but I have to charge. Kelis lokt al de jongens naar het basketplein omdat die allemaal dol zijn op haar milkshake. Die milkshake is wellicht een metafoor voor een seksuele handeling. Sommigen vermoeden dat het hier gewoon het schudden met haar boezem betreft. Anderen beweren dan weer dat het te maken heeft met een expliciete manuele of orale handeling die Kelis toepast op het geslachtsdeel van die jongens, die wandelende hormonenbommen. De uitleg voor die metafoor is voor discussie vatbaar.
Plots kwam het meisje van daarnet, waarmee ik een band had, naast mij staan. ‘Ik moet u een keer iets zeggen,’ brulde ze in mijn oor. ‘Kom mee met mij naar de parking, daar is het donker en stil.’
Als in een droom liep ik achter haar aan naar buiten. Toen we op die donkere stille plek stonden scheen de maangodin Isis haar zoemende licht op haar zoete rode lippen. Ze keek ernstig in mijn ogen en ze sprak: ‘Ik heb uw verhaal gelezen vorige week in het stadsmagazine en ik moet u toch terechtwijzen. U had het over de vastentijd. U verwees daar naar de oude tijden. De wintervoorraden waren uitgeput en de mensen dienden al vastend geduldig te wachten tot er een nieuwe lente aanbrak waarin weer volop geoogst kon worden en eten vergaard. Maar dat kan toch niet? In de lente wordt toch gezaaid en geplant, dat is toch geen oogsttijd? Oogsten gebeurt toch pas na de zomer? Volgens mij hebt gij hier een ernstige denkfout gemaakt, Vosje.’
Ik zei: ‘in principe hebt u gelijk, juffrouw. Maar mijn vader was keuterboer en wij hadden een grote lochting, dat is een groentetuin in ons dialect, dus ik kan het echt wel weten, hoor. Er wordt inderdaad vooral geoogst vanaf begin augustus. Graan en aardappelen. Maar vanaf mei en juni, na Pasen dus, zijn er al vroege groenten zoals spinazie en kervel en vroege aardappelen. En dan is er bijvoorbeeld nog de wilde zuring, maar dat kennen de mensen niet meer. Eind maart reeds komt de wilde zuring op. Die moet u gaan zoeken in weiden en in bermen. Met de jonge blaadjes daarvan maakt mijn moeder een heerlijke stamppot met aardappelen, de zogenaamde surkelplets, een typisch Wippelgems gerecht.’
Het meisje kon met deze uitleg vrede nemen. Toen verdween ze in de nacht. Daar was ik eventjes mooi mee weggekomen. Ik stapte opnieuw de Eskimogebouwen binnen waar de muziek verder dreunde. Deze fuif kon niet meer stuk.

LUC DE VOS