PLAATSGEBONDEN STREEKGERECHTEN

Zou Tom Smith beseffen hoezeer hij sommige mensen op hun zenuwen werkt?
Nu moet ik die Tom Smith natuurlijk gaan situeren voor al onze lezers die deze man niet kennen. Nochtans is hij ontzettend populair bij een bepaald doelpubliek: het doelpubliek der gevoelige jongeren. Smith is de zanger van Editors, een Engelse band die onlangs nog de Lotto-arena te Antwerpen wist uit te verkopen. De Lotto-arena werd speciaal gesticht een vijftal jaar geleden voor bands die wel enigszins zeer populair waren maar niet in staat bleken om het vlakbij gelegen sportpaleis met zijn vijftienduizend mensen te vullen. Het overkwam de vroeger immens populaire band The Who dat zij een oorspronkelijk gepland concert in het Sportpaleis noodgedwongen dienden te verhuizen naar de Lotto-arena, aangezien zij in plaats van vijftienduizend tickets er slechts vijfduizend hadden verkocht en dus op eenvoudig verzoek met hun rommel en gitaarkisten naar de kleinere zaal ernaast konden verkassen. Maar wat zegt dit nu over Tom Smith? Dat zijn band dus niet zo immens populair is dat zij net als Clouseau of Regi tien keer het sportpaleis kunnen vullen, en dat ik die goede brave jongen Tom Smith zelfs moet duiden voor de meesten van ons die wellicht nog nooit van de band Editors hebben gehoord. Madonna, Bono, Michael Jackson en Lady Gaga kent iedereen, die vormen een algemeen aanvaard cultureel erfgoed. De meeste gepensioneerden kunnen misschien zelfs een liedje fluiten van deze artiesten. Maar steeds opnieuw moet ik vaststellen dat popmuziek op zich niet werkelijk populair is. Ik ging in de vorige herfst, op een druilerige donkere novembernacht naar een zanger van kleinkunstliederen kijken in een betonnen cultureel centrum ergens in de Kempen, op een industrieterrein langs het Albertkanaal. Ik hield van deze zanger die dertig jaar geleden een aantal prachtige maar stille liederen had gemaakt die toen voortdurend op de radio werden gedraaid. Bij het concert van deze zanger op die godvergeten avond was ik één van de achtentwintig aanwezige toeschouwers. Zo zijn er honderdduizenden muzikanten in de wereld die op donkere avonden spelen voor achtentwintig aanwezigen. Echt populair kunnen wij de popmuziek niet noemen. Zelfs Tom Smith kan met Editors het Sportpaleis niet uitverkopen. Hij doet nochtans zijn best, deze enthousiaste man. Zijn best doen is eerder zelfs een onnauwkeurige beschrijving van zijn daad- en wilskracht. Laten wij een kat een kat noemen: Tom Smith doet misschien te veel zijn best. Om het plastisch te verwoorden: Tom Smith overdrijft. Ja, hij overdrijft. Hij kronkelt zich in pijn en smarten over het podium, inderdaad in de gekste bochten en hij trekt daarbij een gezicht alsof hij in de hel wordt getormenteerd door de moeder van de duivel zelf, met een gloeiende dolk in een plek in zijn lichaam waar de zon nooit schijnt. Hiermee geeft hij uitdrukking aan een bepaalde weemoed in zijn ziel die hij tracht te bestrijden door een oproep aan zielsverwanten elkander moedig bij staan in het gevecht dat ons bestaan hier op aarde is. Zoals ik reeds vermeldde: deze man overdrijft. En hij werkt bepaalde individuen daarmee op hun zenuwen. Maar zijn zonden zijn vergeven. Ik merk dat ik nooit echt kan kwaad zijn op iemand, zeker niet op iemand die ik van haar noch pluimen persoonlijk ken. Ik bevind me bovendien hier en nu in het Bourgondische Vézelay alwaar ik mij tracht in te wijden in de esthetica en mystiek van de twaalfde-eeuwse Sint Magdalenabasiliek. In het mooie Bourgondië eet ik elke avond het plaatselijke streekgerecht omdat streekgerechten par excellence een plaatsgebonden karakter vertonen. Het betreft hier het gerecht de Andouillette, een vette worst met ajuinsaus waar ik dol op ben. Iemand wees mij erop dat dit gerecht smaakt en ruikt naar uitwerpselen. Ik wees die mens erop dat dit komt omdat deze worst samengesteld is uit darmen en ingewanden, vandaar de specifieke geur en smaak, dus ik begreep ergens zijn punt niet.
LUC DE VOS