JAN EN KAAT KRIJGEN EEN BABY

Hoera! De vakantie breekt nu eindelijk aan en we krijgen er hier in onze geburen alweer een nieuwe wereldburger bij om onze vreugde om dit seizoen nog groter te maken.

Het wordt een jongen. En wanneer zal die geboren worden? Op de twaalfde van juli. En wie verjaart er nóg op twaalf juli? Ikzelf, dus. Ik ben ook ooit geboren geworden. Maar daar herinner ik mij bijna niets meer van. Ergens blijf ik het raar vinden dat zulk een ingrijpende en fatale gebeurtenis in het bestaan als individu, namelijk het op deze aarde geworpen worden, in pijn en in smarten, dat men zich daar achteraf niets meer van herinnert. Het enige wat ik nog weet is dat ik dacht, toen ik uit de moederschoot werd geperst en een plotse kilte gevoelde, dat ik dacht: o mijn god, wat krijgen we nu? Ik zat hier nu net op mijn gemak! Maar dit kan een geval van hineininterpretierung zijn. In het Duits wil dat zeggen dat men indrukken vanuit het heden terugwerpt op het verleden, dat men ervaringen van vandaag gaat projecteren op iets dat men verzonnen heeft. Nu had ik voorgesteld aan beide postmoderne ouders, Jan en Kaat, om hun kind naar mij te noemen aangezien deze jongen op mijn verjaardag wordt geboren. Dat is toch het minste wat ze kunnen doen. Dit echter weigerden zij. Luc is de naam van een oude pastoor die niet echt meer in God gelooft, zo luidde hun argument. Misschien is dit dicht tegen de waarheid aan, deze vaststelling. Luc was een naam die ze na de oorlog gaven aan kinderen waarvan de ouders enigszins iets verwachtten en dat kind om die reden niet langer Wilfried, Herman of André noemden. Zo waren de gedachten van de mensen in die tijd. Luc was een naam in het kader van de waan van de dag. Luc was een naam voor kinderen die later braaf pastoor of leraar aardrijkskunde dienden te worden. Er lag voor hen een schitterende toekomst in het rustig indommelende katholieke Vlaanderen in het verschiet. Door een naam te geven aan hun kind geven ouders natuurlijk hun eigen dwaze verwachtingen prijs. De naam Luc bestaat niet meer in deze nieuwe eeuw. Tot mijn niet geringe ontzetting kwam ik die naam nog eens tegen op TV toen ik samen met mijn kind zat te kijken naar het jongerenfeuilleton Spring. Met die guitige Jelle Cleymans, u kent hem, die roste vrolijke jongen met zijn rare sproetenmuil. In Spring laten ze niets aan het toeval over, elk personage heeft een naam die helemaal bij zijn of haar karakter past. Er is een strenge, vileine bazin van een fotomodellenbureau en die heet natuurlijk Marie-France, een naam haar op het lijf geschreven. De danslerares heet Maggy en Jelle heet Evert, echt een toffe naam voor een leuke frisse jongen. En de jongens van Spring hebben ook een popgroepje en die kregen onlangs een oudere, scheel kijkende manager die hen gouden bergen beloofde, maar niet echt te vertrouwen is en deze manager heet Luc. Zover is het gekomen. In Holland is er een Wim opgestaan die de ontwimming een halt wil toeroepen. Wimmen zijn een uitstervend ras in Holland. De naam wordt als ouderwets ervaren. Wim roept de mensen op hun kinderen opnieuw Wim te noemen. Maar dat heeft dus geen zin. Hoe ik ook smeekte, Jan en Kaat hielden het been stijf, nooit van zijn leven gingen zij hun kind met zulk een achterlijke rotnaam opzadelen. Mijn naam zal met mij ten gronde gaan wanneer ik dit tijdelijk aardse bestaan met het eeuwige leven aan de zijde van mijn Schepper zal omwisselen. Gelaten blik ik mijn toekomst tegemoet. Volgende week beginnen de Gentse Feesten, de zoveelste in mijn leven. Wanneer houdt het ooit eens op? Mag ik een tip geven? In de Willem de Beersteeg, vlak bij de Ottogracht, is er weer tien dagen Bataclan, een gezellig en volkskundig minifestivalletje met tal van attracties. Wie er vorig jaar bij was kon bijvoorbeeld mijzelf, Luc dus, in zijn bloten in het bubbelbad aldaar aantreffen, samen met iemand die Jezus heette. Laat dit u echter niet afschrikken, er kan, moet en zal ook gelachen worden. Leve de Gentse Feesten, hoera!

LUC DE VOS