HET NIEUWE JAAR

Mijn maat Rocky sprak tot mij: ‘Vos, ze gaan Zwarte Piet afschaffen om het racisme en het fascisme te bestrijden.’

Ik zei: ‘Rockyboy, om het racisme en het fascisme uit de wereld te helpen moeten we alle middelen in de strijd gooien, zelfs indien we daarvoor Zwarte Piet moeten afschaffen. Dat is een offer dat wij moeten brengen. Er ligt echter een obstakel in de weg inzake deze op handen zijnde afschaffing: Zwarte Piet bestaat niet. Iets dat niet bestaat kan men niet afschaffen. Zwarte Piet is iemand, een blanke man meestal, die zijn aangezicht roetzwart heeft geverfd en een malle pet op zijn kop heeft gezet. Het is met name een sprookjesfiguur. Men kan evengoed kabouters of boze toverheksen trachten af te schaffen. Wat mij trouwens doet denken aan die oude mop: “mijn huwelijk was een sprookje want mijn vrouw was een heks.”’ Rocky zei: ‘Toch klopt uw redenering niet. Zwarte Piet is een idee en ideeën bestaan wel degelijk. De erotiek, bijvoorbeeld, alles wat samenhangt met de verbeelding omtrent de seksualiteit, die bestaat, onze hele gemediatiseerde samenleving is er om heen gebouwd. En nochtans gaat het hier slechts om een idee en de illustraties bij dat idee.’ ‘Waarom neemt gij nu het voorbeeld van de erotiek en de seksualiteit, Rocky?’ ‘Omdat deze ideeën enorm boeiend zijn en tegelijk hoogst desoriënterend. Die hakken er altijd flink in bij de mensen. Mocht ik het postzegelverzamelen als voorbeeld van een idee hebben genomen dan had ik bij u niet eenzelfde interesse gewekt. Nochtans is de premisse dezelfde: het gaat om een reflectie, om een projectie van een aantal hersenspinsels in de geest waarbij een aantal entiteiten in een groter kader worden geplaatst want bij dat postzegelverzamelen gaat het in principe om het bijeen brengen van enige papieren prentjes van twee centimeter op twee. Al de rest is meerwaarde die in de geest wordt opgewekt, het gaat hem om de dromen die aan die op zich waardeloze snippers papier worden gehecht. Zo is het ook met de seksualiteit en de erotiek. We maken projecties in onze geest van iets dat in een ideale wereld onze lusten zou kunnen bevredigen, de beelden die ons worden toegeworpen in de media zijn flitsen van een mogelijke, gedroomde werkelijkheid. Soms denk ik, Vos, dat wij voor zowat 99 procent uit dromen en verbeelding bestaan. Zo zijn wij, mensen, overgeleverd aan wat onze hersenen ons doen geloven. Hebt gij mevrouw Poppe, dat fotomodel, gezien op de televisie toen zij dat liedje van Lieve Kleine Piranha zong, Vos?’ ‘Ja, Rockyboy, ik zat er toevallig naar te kijken, naar dat programma. Ik was moe die avond en ik wilde mij een beetje ontspannen. Toen zag ik inderdaad die mevrouw als een duivel uit een doosje op dat podium springen en die begon me daar nu toch als een waanzinnige te keer te gaan, zeg! Aan enthousiasme ontbrak het haar alleszins niet. Dat is wel typisch voor de jonge sterke vrouwen van tegenwoordig, wat ze moeten ontberen aan zuiver inzicht in zichzelf, compenseren zij door een verdubbelde inzet. Achteraf was ik wel van mening dat zij misschien inderdaad beter iets van Within Temptation had gecoverd of iets van Amy Winehouse, Rehab bijvoorbeeld.’ ‘Maar hebt gij haar foto’s gezien, Vos, die ze liet publiceren, van zichzelf, zo helemaal naakt?’ ‘Ja,’ zei ik, ‘u kon er als het ware niet naast kijken, alles, maar dan ook alles bereikt ons via miljoenen kanalen. Heteroseksuele mensen van het mannelijk geslacht worden er naar toe gezogen als motten naar een toorts, naar dit soort beelden. Op een empirische wijze stelde ik voor de zoveelste keer vast dat die beelden nieuwe gedachten in mijn geest losmaakten. Er is, zo meen ik, weinig aan te verhelpen. Het is om te huilen, Rocky.’ ‘Droog uw tranen, Vos. In de kerstnacht wordt elk jaar opnieuw een kind geboren dat de wereld moet gaan redden. Elk jaar opnieuw krijgt de wereld een nieuwe kans, net als gij, ook gij krijgt altijd weer een nieuwe kans. Dat is een idee, Vos, maar dat idee is beter dan de werkelijkheid.’

LUC DE VOS