DE ZOEKMACHINE

Mijn maat Rocky heeft een probleem met heteroseksuele vrouwen: wanneer hij nuchter is durft Rocky niet met hen te praten en wanneer hij dronken is dan kan hij het niet meer.

Dat is het probleem van de meerderheid der heteroseksuele mannen: ze koesteren een diepe angst voor de liefde. Het ergst woekert bij deze mannen de spijt om een liefde die niet langer meer bestaat omdat het voorwerp van die liefde is zoekgeraakt in het web van de wereld en de tijd. Al die liefde, waar is die heen? Heteroseksuele mannen, die zien wat af in deze samenleving. Men dient hen enorm te beklagen en dit in tegenstelling tot homoseksuele mannen. Die leven als God in Frankrijk en hebben verder nergens last van. Vandaar de verborgen afgunst van heteroseksuelen jegens hun vrienden de homoseksuelen. Homoseksuelen hebben goede smaak, ambitie, geld, succes en lol. De combinatie van dit soort aspecten vergemakkelijkt de zoektocht naar de liefde. Het zijn dingen die de meeste heteroseksuele mannen ontberen. Wat heb ik toch een medelijden met deze mensensoort.
Mijn maat Rocky sprak: ‘Vos, er is mij iets te binnen geschoten, een liefde van lang geleden die ik tot mijn vreugde geheel en al helemaal vergeten was maar die dus weer door toedoen van de Satan in mijn brein is geslopen en mij thans na bijna dertig weer het leven zuur maakt omdat ik die verloren liefde ervaar als een gemis dat mij te neder drukt. Het was een meisje dat ergens in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw in een Vlaamse film speelde. Het is toch om zot te worden dat een jonge gast als ik ook al in een vorige eeuw heeft geleefd. Ik zag haar in die tijd in een fragment van die film op de televisie, in het programma Première van Jo Röpcke. Die is er nu ook al niet meer, die goede mens. Ik heb die film ook nooit gezien, ik was veertien in die dagen, dat meisje moet er toen achttien zijn geweest. Ik had geen geld en ook niet de moed om naar die film te gaan kijken. Er zijn in die tijd ook wel foto’s van haar verschenen in tijdschriften en kranten. Ik geloof dat ze gold als een belofte voor het theater en de film. Haar naam ben ik vergeten. Waar zou ze toch zijn, Vos? Ik heb sinds die heilige dagen niets meer van haar vernomen.’
In normale omstandigheden ben ik ook niet van de rapste maar na enig nadenken had ik de oplossing gevonden die voor de hand ligt. De mensen bezitten nu allemaal een machine waarmee ze geheimen kunnen doorgronden, een wonderlijke zoekmachine die alles wat onkenbaar en verloren is toch uit de diepste krochten weet op te delven, zelfs de verloren liefde. Ik begaf mij naar mijn hoogsteigen wonderlijke apparaat en sprak tot Rocky: ‘Weet gij ook nog maar één of ander klein detail van dit meisje?’ Rocky begon te blozen: ‘Ja, ze was wonderlijk mooi en had twee krullende paardenstaarten als van Pipi Langkous en in die film waarin ze meedeed speelde ook Chris Lomme, geloof ik.’
‘Dat is interessant,’ zei ik en ik voerde de gegevens ‘Chris Lomme’ en ‘film’ in in de gigantische archieven en schatkamers van de zoekmachine. De machine ratelde even en een seconde later stond de naam van het meisje al in vette letters op het scherm. Daar zagen wij de gezochte, naast informatie als: Chris Lomme, filmografie, 1980, Het einde van de reis, drama in een regie van Peter Simons met onder andere ook een piepjonge Warre Borgmans. Daar rees zij op, uit de mist der tijden, de genaamde Caroline V., wier achternaam ik hier uit respect achterwege laat. Zij bleek een jaar later een kleine rol te hebben gespeeld in nog een Vlaamse film om daarna uit de archieven te verdwijnen. Hoe wij ook zochten, de combinatie ‘Caroline V., actrice, film,’ leverde geen zoekresultaten meer op na 1981. Caroline V. was wellicht op haar eigen initiatief van de cartografie van deze samenleving verdwenen. Men kon wel de DVD van die film Het einde van de reis kopen, een historische heruitgave. Ik zei: ‘Rocky, ik zal die DVD voor u bestellen op het internet.’
Maar Rocky sprak: ‘neen, laat maar, Vos. Ik wil enkel nog vergeten en niets meer weten.’

LUC DE VOS