DE DONKERE KAMER

Mijn vriend Rocky had dan toch een methode gevonden om een onmetelijke rijkdom te verwerven. Het stond nu voor hem vast: Rocky ging stand-up comedian worden.

Die stand-up comedians die oogsten tegenwoordig inderdaad enorm veel succes en verdienen bakken vol poen. Ik vroeg Rocky of hij al veel moppen had. Hij begon plots enorm te zweten. ‘Er wordt nog aan gewerkt,’ zo sprak mijn trouwe vriend, ‘maar ik heb er al minstens twee: één die al bestond en één die ik zelf heb uitgevonden. De eerste mop is die van die kapotte lampen. Ik treed de mensen in de zaal tegemoet en ik zeg dat indien zij kapotte lampen hebben dat zij die niet moeten wegsmijten, dat ze die aan mij mogen geven voor in mijn donkere kamer.’ Dat was inderdaad een goede oude vertrouwde mop, maar ik haastte mij aan Rocky uit te leggen dat sinds de komst van de digitale camera, dat dat niet meer bestond, een in mijn tijd zogenaamde Doka, in die mate zelfs dat veel jongeren nog nooit van het begrip hadden gehoord. Voorts vroeg ik Rocky naar de inhoud van de mop die hij zelf had verzonnen. ‘Ja Vos, het is om te gieren. Ik voer dus een oude bluesneger ten tonele uit de Mississippi-delta die van geboorte uit gewoon Blind Billy Joe heet maar als artiestennaam kiest voor de naam André De Keuckeleire. De omkering als oorzaak van humor, begrijpt u, Vos. Normaal zou iemand die André De Keuckeleire heet en the blues wenst te spelen een lekker bekkende artiestennaam kiezen zoals bijvoorbeeld Billy Swamp of Old Jack Cotton. Maar deze bluesneger, die had van zichzelf al een leuke artiestennaam, Blind Billy Joe dus, maar die onnozelaar kiest dan toch een artiestennaam die helemaal niet lekker bekt maar eerder verwijst naar een verrimpelde duivenmelker met een grijze kiel aan uit het verkavelde konijnenkotenland Vlaanderen, want in mijn humor zit steeds ook een vorm van sociologische kritiek. Ik meen dat de mensen daar enorm gaan moeten mee lachen, met de avonturen van die bluesneger.’
Ik wilde Rocky behoeden voor verder onheil. Ik sprak: ‘dat is inderdaad een uiterst guitig gegeven dat u hier te berde brengt, Rocky. Maar de zaak is: u mag vooral de jongeren, die toch het gros van uw publiek zullen uitmaken, nooit overschatten. U moet ze eerder onderschatten wat betreft hun algemene ontwikkeling en dan vooral wat betreft de geschiedenis, de aardrijkskunde, de cultuur. De meeste jongeren bijvoorbeeld weten niet wat een bluesneger is, noch hebben zij weet van het sociologische verschijnsel van de Vlaamse duivenmelker met de grijze kiel aan. De jonge gasten kunnen die associaties niet meer maken. Niet bewust van de omkering van uw stelling in verband met de artiestennaam van uw bluesneger zullen zij de humor ervan niet inzien. Het enige wat altijd werkt, Rocky, dat is de humor in verband met de erotiek en het lichamelijke, het rollenspel tussen man en vrouw, de ontgoocheling, de mislukkingen die daarmee gepaard gaan. Dat soort toestanden, daar moeten de mensen zo mee lachen, dat kunt gij niet geloven, Rocky. Ik ging vorige week nog naar een monoloog kijken die handelde over hoe het archetypische gedrag van mannen en vrouwen zijn oorsprong vindt in het historische jager-verzamelaar model en het wederzijdse onbegrip dat daaruit voortvloeit, zelfs in die mate dat vrouwen de man een weerzinwekkend wezen vinden dat zij liever niet aan hun lijf willen. Waarom mensen daar moeten mee lachen, met deze in wezen tragische situatie, dat weet ik ook niet. Misschien uit een soort verlatingsangst, want zoals u weet, Rocky, heeft humor intrinsiek te maken met de angst voor het onbekende. Daarom gaan mensen ook fluiten in het donker. Ja, dat is het, wanneer we lachen en fluiten, dan doen we alsof het ons niet kan schelen, het is immers niet erg dat we eenzaam zijn en niet begrepen worden.’
Rocky sprak: ‘Dus, ik maak een mop over een gast die van bil wil gaan met een meisje, hetgeen mislukt en dan gaan de mensen daar enorm mee moeten lachen, dus.’ Vervolgens barstte hij in snikken uit.

LUC DE VOS