EEN ZIEKE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM

Ik kwam deze week op mijn levenspad iemand tegen die zei dat hij onze nieuwe CD Eindelijk Vakantie enerzijds schitterend vond maar anderzijds dan toch weer niet zo wereldschokkend schitterend als die van de Paranoiacs.

Dat is toch om zot te worden! Natuurlijk, is die CD van de Paranoiacs beter dan de onze, maar dat is niet moeilijk want het is allemaal niet eerlijk! De Paranoiacs zijn hyperintelligente supermuzikanten die elk gemiddeld drie universitaire diploma’s in de klassieke filologie bezitten en daarbovenop nog eens een eerste prijs van notenleer aan het conservatorium van Leningrad.
Ja, zo kan ik het dus ook, zo’n geniale CD maken als de Paranoiacs, met al die diploma’s. Vanuit die invalshoek bekeken is onze CD eigenlijk veel beter want wij zijn slechts een stel eenvoudige jonge gasten die ook van niet beter weten en puur op doorzettingsvermogen en karakter en intrinsiek talent zo’n fantastische CD als deze, Eindelijk Vakantie dus, in elkaar hebben gebokst. Onze verdienste is veel groter dan die van de Paranoiacs.
Het enige mediafeit dat ik daarom deze week in de pers de moeite waard vond was het HUMO-interview met mijzelf. In de inleiding staan er maar drie clichés, dus dat valt enorm mee voor die journalist van Humo. Jurgen heet die gast. Ikzelf zou niet graag Jurgen heten, maar nog liever Jurgen dan Rafke. Vorige maand stond Jurgen hier in mijn keuken om mij te interviewen. Een mooie kloeke jongen, vol van jeugdige ambitie en overmoed. Het stond op zijn gezicht te lezen: met mijn voeten gaat er hier niemand spelen. En uit zijn uitdagende blik sprak het verlangen ooit nog eens de wereld verbazen met een allesomvattende bildungsroman over de menselijke conditie of zo.
Dat heb ik graag, zulke uitmuntende jonge mensen die nog in zichzelf en het leven geloven. Ik was meteen al verliefd op hem. De tranen stonden mij in de ogen, zo’n heerlijke vooruitstrevende jongen. En al die levenslust in dat prachtige jonge lichaam, met daarin een geest die nog niet bezoedeld was door leedvermaak dat men in zijn kringen vaak verwart met gezond cynisme.
Zijn ongetwijfeld boeiende vragen gingen grotendeels aan mij voorbij. Ik zat voortdurend in zijn schitterende donkere ogen te kijken, zodat ik er bijna een erectie van kreeg van pure ontroering.
Alleen jammer dat hij over alles een mening had. En maar meningen verkondigen! Ik werd er op den duur doodziek van. Journalisten van HUMO hebben allemaal een mening, dat hebben ze op de school geleerd. ‘Het belangrijkste is dat gij een eigen mening hebt en al de rest is niet belangrijk’, had de meester gezegd. Dat is niet waar natuurlijk. Mensen met een mening lopen immer in hun ongeluk. Wilfried Martens had vroeger ook een mening over van alles en kijk maar wat er van hem geworden is, de sukkelaar!
Wat nu de eigen mening van Jurgen betreft: Het was deze Jurgen die een paar jaar geleden in de HUMO had geschreven dat Luc De Vos, ik dus, zong als iemand die al drie weken dood was. Dat klopt natuurlijk van geen kanten, zeg! Hoe kan iemand die al drie weken dood is, nog in staat zijn te zingen? Die metafoor slaat nergens op. Metaforen moeten, binnen hun eigen eventuele absurditeit, toch een inherente logica volgen. Er had eigenlijk moeten staan: ‘Luc De Vos zingt niet maar rochelt als iemand die al drie weken op sterven ligt en halsstarrig weigert de geest te geven.’
Dat was de enige correcte metafoor waarmee Jurgen zijn mening had dienen te vertolken. Maar daar letten ze niet op bij HUMO, of die metaforen nu kloppen of niet. Als de mensen maar een mening hebben, dan is het allang goed.
Ik vind nu dat het net andersom moet, het kan nooit goed zijn voor zo’n prachtige levenslustige jongen als Jurgen om al die meningen te koesteren die bovendien niet kloppen: ik kan immers zingen als een nachtegaal. Iemand zou hem dat eens moeten wijsmaken. Ik zal het eens vragen aan de Paranoiacs want naar het schijnt zijn dat uitstekende boksers.

LUC DE VOS