HET GESPREK

Ik had mijn maat Rocky al een hele tijd niet meer gezien. Misschien moest ik hem eens opbellen. Maar ik vind dat zo ingrijpend, naar iemand telefoneren.

Ik had net een reclamefilmpje gezien op de televisie. Daarin belde televisiecoryfee Geena Lisa met haar moeder om te melden dat zij een nieuw haarkleurmiddel had gekocht en dat ze haar haar rost had geverfd. De reclamewereld is een pure fantasiewereld. Geen enkele normale jonge vrouw zou het in het werkelijke leven in haar hoofd halen haar moeder te bellen, alleen om te zeggen dat ze haar haar had rost geverfd. Geen enkele normale jonge vrouw zou daar tijd en geld wensen aan te spenderen, zeker Geena Lisa niet. Ik ben haar een paar keer tegengekomen in de mediawereld en het leek mij een vrouw die veel te ernstig is voor dat soort zaken. Dit was een reclamefilm en in de reclame moeten ze altijd een beetje overdrijven. De fantasie zal altijd de werkelijkheid overtreffen.
Toch zette deze film er mij toe aan een telefoongesprek met Rocky ernstig in overweging te nemen. Zomaar een keer vragen hoe het er mee ging. De lichtheid van het bestaan moest toch een keer een kans krijgen in mijn leven. Maar misschien kon ik hem ook beter gewoon met rust laten. In het Engels zeggen ze: leave well alone. En ook: why fix it if it is not broke. Ik heb dat al dikwijls gehad in het leven, dat ik zei: jongens, blijf er af, van dat ding. Wat dat ding is, dat doet er nu hier even niet toe. Ik zei: jongens, het is al goed genoeg, laat het zijn. Maar altijd was er wel iemand die nog eens extra wilde prutsen aan dat ding en voor u het wist was het ding kapot en zaten we met de gestoofde peren zodat ik diende vast te stellen dat het kalf al verdronken was voor de put was gedolven.
En toch moesten er mensen bestaan die zomaar naar elkander belden, zomaar om wat te babbelen. Ik had al dikwijls mijn moeder naar iemand weten bellen en daar werd inderdaad eender wat verteld. Nochtans, telkens was er voor dat telefoongesprek een concrete aanleiding. Er moest altijd iets belangrijks gezegd worden in de loop van het gesprek, maar verder mocht er, zoals ik zei, eender wat gezegd worden. Ik heb mijn moeder eens horen vertellen aan de telefoon dat ze haar schotelvod had gewassen en aan de wasdraad had gehangen. Zelfs dat soort mededelingen waren voor bepaalde mensen binnen een bepaalde categorie van deze gelede samenleving het vermelden waard. Ik kon wellicht dus wel een eind weg lullen met Rocky aan de telefoon, maar een concrete aanleiding, een ernstige mededeling kon ik niet meteen, één-twee-drie verzinnen, daar aan mijn keukentafel, wanhopig drinkend onder keukenlicht.
Het koude zweet brak mij uit. Hoe kon het dat een normale mens zoals ik, niet altijd even briljant in zijn denken maar ook geen complete kloefkapper, geen enkele aanleiding kon bedenken om een keer een maat te bellen. Was er iets belangrijks gebeurd in mijn leven het jongste jaar dat het melden waard was? Als dat het geval was, dan was ik het al vergeten, want ik ben nogal vergeetachtig. Ik was naar Corsica geweest, dat herinnerde ik mij nog. Misschien kon ik dat een keer vertellen.
Ik belde Rocky op. Het was zijn antwoordapparaat. Hij zei: ‘ik ben er niet maar zeg iets en ik zal u terugbellen, spreek en ik zal gezond worden.’
Ik verbrak de verbinding. Iets melden op een antwoordapparaat heeft geen enkele zin meer tegenwoordig, ze luisteren er toch niet naar. Ik heb al dikwijls gehad dat ik een uitleg had gedaan op een antwoordapparaat en dat ze een minuut later belden om te vragen wat ik had gezegd. En dan zei ik dat ik het zonet op hun antwoordapparaat allemaal had uitgelegd. En dan zeiden ze: ‘daar luisteren we niet naar, dat is te arbeidsintensief, vertel het maar eens opnieuw.’
Een minuut later belde Rocky op om te vragen waarom ik had opgebeld. Ik zei dat ik naar Corsica was geweest.
‘Ja, en dan?,’ vroeg Rocky.
Ik sprak: ‘In Corsica zijn er heel veel bergen.’
Waarop Rocky zei dat ik hem met rust moest laten wanneer ik niets te melden had.

LUC DE VOS