CULTUUR IS PLEZANT
Bert Anciaux belde mij op deze week. Hij had veel goede dingen gehoord over mij. Dat ik zo mooi was en zo vooruitstrevend. Een echte bolleboos op politiek en cultureel vlak. Of ik niet zijn extern adviseur wou worden.
Bert Anciaux belde mij op deze week. Hij had veel goede dingen gehoord over mij. Dat ik zo mooi was en zo vooruitstrevend. Een echte bolleboos op politiek en cultureel vlak. Of ik niet zijn extern adviseur wou worden.
Jongens toch, al die miserie in de wereld. Waar gaat dat eindigen. De mensen zien elkander niet meer graag. Vroeger deden de mensen tenminste nog iets voor elkaar. Als gij honger had dan gaven ze u een boterham en als gij zin had om sex te doen, dan boden de schone vrouwen zich vanzelf aan. Ik heb het zelf nog meegemaakt in mijn tijd. Ik was een eenzame verlegen jongen.
Het was een uiterst terneergeslagen Jean-Marie De Decker die ik een week geleden aantrof aan de toog van café Bij Mariette en Abdoelllah, vlak achter de Wetstraat.
En dan nu even een ander onderwerp. Want de mensen kunnen blijkbaar deze week maar over één ding praten. Ik vertel u een waar gebeurd verhaal. Ik leerde Pim Fortuyn vijf jaar geleden kennen op de Gentse Feesten. Echt waar. Ik was wakker geworden onder een boom in het Baudelopark. Het moest al in de late namiddag zijn. De zon geselde mijn geschramde kop met haar vlammende stralen. Wat was er vannacht allemaal gebeurd? Het zou voor eeuwig een raadsel blijven. En wellicht was dat maar goed ook.
Bavo Claes zat te treuren in café De Brave Moordenaar, een leuk jongerencafé waar ik dikwijls toefde om met de leuke jonge mensen van mijn soort wat te praten over politiek en sociale thema’s zoals het Eurosongfestival.
Voor de zoveelste keer begaf ik mij als politiek commentator voor omroep Studio Brussel gewetensvol naar die ellendige wekelijkse persconferentie van premier Verhofstadt. De verzamelde schare wetstraatjournalisten had bloed geroken. De economische groei bedroeg dit kwartaal slechts twee komma zeven procent. De regering had nochtans een groei voorspeld van twee komma negen procent. Er hing spanning in de lucht. De messen waren scherp geslepen.
Op de druk bijgewoonde wekelijkse persconferentie van de eerste minister verliep weer alles naar wens. Verhofstadt zei: ‘jongens, we hoeven ons nergens druk in te maken, alles gaat goed in België. Zijn er nog vragen?’
De Vlaamse regering heeft deze week een belangrijke nieuwe stap gezet in de hervorming van de Instanties. Omdat ik niet zo dom ben als ik er uit zie werd ik aangesteld als buitengewoon regeringscommissaris om die hervorming in goede banen te leiden.
Ik dacht onlangs bij mijzelf, als we nu net zoals bij de crisis, nu ook een keer gewoon de Euro afschaften dan zijn we van die miserie ook verlost.
Ik belde naar een kabinetsmedewerker van Guy Verhofstadt. Ik zei, ‘Meneer, als we de Euro afschaffen dan zijn we van die miserie toch ook verlost.’
‘Een goede opmerking,’ zei die kabinetsmedewerker, ‘ik zal uw vraag doorspelen aan de premier.’
Ik zat met een hele resem politieke journalisten in café De Dronken Dromedaris te zuipen dat het niet mooi meer was. Ik zei, langs mijn neus weg, ‘zeg, jongens,’ zei ik, ‘het is tien uur, zo meteen begint de parlementaire vergadering, zouden we niet een keer naar daar afzakken?’
Als politiek verslaggever van Studio Brussel is het mijn plicht en mijn taak de socio-economische berichtgeving op de voet te volgen, iets wat ik vroeger niet deed. Vroeger zat ik liever naar in het Duits gedubde cowboyfilms op ZDF te kijken en in de gazet las ik alleen maar de uitslagen van vierde provinciale minigolf omdat ik zelf een verwoed minigolfer ben in die categorie.
De parlementaire vergadering telde donderdag slechts drie aanwezigen: premier Verhofstadt, Stefaan De Clerck van de CVP en ikzelf, politiek verslaggever van omroep Studio Brussel. Ik zat op de perstribune, als bevoorrecht toeschouwer van een incidentrijke vergadering.
Als politiek verslaggever van omroep Studio Brussel is het ook mijn taak en mijn plicht de lokale politiek in de hoofdstad van Vlaanderen, Gent dus, op de voet te volgen.
Mensen, ik zou iedereen willen oproepen de discussie over het koningshuis definitief een halt toe te roepen en al de actoren in debat willen verzoeken zich neer te leggen bij de feiten. Negentig procent van de Belgen is voorstander van het koningshuis. We waren het er toch over eens dat er democratie moet heersen in dit land. Dan moet men ook respect betonen voor die democratie en de mensen geven wat ze willen.
De persconferentie van eerste minister Verhofstadt stond deze week in het teken van een round-up van de belangrijkste politieke en economische gebeurtenissen van het voorbije jaar.
Ik kwam eerste minister Verhofstadt tegen in taverne De Wansmakelijke Grap. Hij zat er een koppel ferme varkenskoteletten met gebakken aardappelen en schorseneren in de witte saus naar binnen te spelen met daarbij een paar tripels van Westmalle.
Het is bijna onvoorstelbaar maar elke dag luisteren er ’s morgens om acht uur twee miljoen mensen naar het politieke duidingsprogramma Voor De Dag. Echt waar. Dat is dagelijks twee keer de kijkdichtheid van FC De Kampioenen en zevenhonderdveertig keer de luisterdichtheid van Studio Brussel. Maar goed, Studio Brussel is dan ook een elitaire zender die er scherp op toeziet dat de programma’s zodanig vermoeiend en ingewikkeld en grensverleggend zijn dat niemand van het gewone gespuis dat bijvoorbeeld voor de CVP stemt het ooit in zijn hoofd zou halen die zender op te zetten.
Jongens, luister eens hier. Ik ga mij nergens mee bemoeien maar als we nu eens gewoon de crisis afschaften. Schaf de crisis af, zeg ik u. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn. Ze hebben toch ook de slavernij en de stoomlocomotief afgeschaft.