Groeten uit Gent – 13

Mijn lievelingsheld uit Kuifje is natuurlijk kapitein Haddock, die goeie ouwe brulboei met het gouden hart. En maar brullen, jongens. Het is om te gieren. Hij bedoelt het zo goed en toch gaat het altijd weer mis. Haddock wil vooral gewoon gezellig thuis zitten en zijn pijp roken maar telkens weer weten ze hem te vinden om hem te tergen. Is het niet Bianca Castafiore dan zijn het wel de detectives Janssen en Jansen die op zijn systeem komen werken. Ik kan mezelf geweldig inleven in die trouwe kapitein. Zijn we niet in wezen allemaal een beetje als Haddock? Willen we niet allen thuis blijven en wat door het raam zitten staren of een beetje in de tuin wandelen en de rozenperken harken, ver weg van de wereld. Maar het is de wereld die er ons telkens weer toe dwingt ons huis en onze eigen haard te verlaten om allerlei avonturen te beleven, om desnoods de halve wereldbol af te reizen op zoek naar wat eigenlijk? Het geluk, zegt u? Maar dat geluk, dat was toch thuis? Waarom willen mensen voortdurend avonturen beleven? Mocht iedereen gewoon thuis blijven zitten dan was er nooit oorlog zei Sartre en potverdorie, voor een keer had Sartre gelijk.
Een van Haddocks ergste kwelduivels is Serafijn Lampion. Kent u Lampion? Natuurlijk kent u Lampion! Het is uw eigen nonkel die te veel gedronken heeft op het trouwfeest en op tafel kruipt om moppen te tappen. Ja, u kent hem, uw eigen Serafijn Lampion, het paradigma van de vrolijke Belg, de olijke bompapa, die in verzekeringen doet en als handelsreiziger aan de kost komt. De typische burgerman, een Brusselaar bij voorkeur of een Antwerpenaar, een man van de wereld, die ieders voornaam kent en altijd content is en die vraagt of er cognac in huis is. Ja, u kent hem, die Serafijn Lampion, die op uw zenuwen komt werken met zijn gezwets. En natuurlijk is hij de voorzitter van de plaatselijke club, het geeft niet welke club, hij is er de woordvoerder van of de voorzitter, die duivel-doet-al. En hij heeft over alles een mening en vooral over het voetbal en zeker ook over de politiek. Neen, hij twijfelt niet deze man, hij gaat recht door zee. En in de zomer trekt hij met het gezin naar Blankenberge. En zijn vrouw is een huissloor en zijn kinderen zijn dikkerdjes die chips en chocolade vreten.
Haddock en Lampion zijn elkanders tegenpolen. Haddock is de mens die niet tevreden is met zijn lot en kwaad is op de hele wereld. Iemand die het bestaan hier op aarde een slechte grap vindt. Haddock wil rust, rust, eeuwige rust. Lampion houdt van dit bestaan, hij omarmt het volle leven, hij gaat al fluitend en zingend op zijn doel af en hij krijgt altijd alles voor elkaar. Onverstoorbaar, met een eeuwige glimlach op het gelaat en een kwinkslag paraat.
Dat soort mensen, het is inderdaad om te huilen dat soort mensen.

LUC DE VOS