Groeten uit Gent – 12

Alleman een gelukkig nieuwjaar. Ik wens ook deze schitterende krant een gezegend jaar toe met allemaal goed nieuws voor de mensen.
Toch even een waarschuwing: u moet niet alles geloven wat de gazetten schrijven. Vorige week stond er in de gazet De Gentenaar dat ik in Parijs zat om er te genieten van een gastronomisch weekend in het legendarische restaurant Lucas Carton. Zo stond het in de gazet. Niets was echter minder waar. Ik bevond mij inderdaad te Parijs met mijn maat Rocky, gewoon om ons nieuwjaargeld op te doen. Waarom Parijs? Omdat niemand ons daar kent. In Gent mogen we op allerlei plaatsen om allerlei redenen niet meer binnen.
Geen haar op ons hoofd dat er aan dacht ons geld op te doen aan zoiets banaals als voedsel. Neen, aan cultuur en aan de uitgang en grote pullen bier gingen wij onze centen besteden. We waren die dag al een museum binnen gegaan, het museum van kunsten en wetenschappen. Ik moest dat een keer zien want ik had vroeger nog dat boek van Umberto Eco gelezen, de Slinger van Foucault, en een aantal avonturen van de hoofdpersoon in dat boek spelen zich af in dat raadselachtige museum waar dus inderdaad ook dat instrument, de slinger van de wetenschapper Foucault wordt tentoongesteld. We stonden er op te kijken, Rocky en ik. Hij zei: ‘het is gewoon een ijzeren bol die aan het plafond hangt heen en weer te slingeren. Ja Vos, ik vind, die museums, allemaal goed en wel en al die voorwerpen die hier staan en zo, allemaal even schoon, maar ik vind, als u er een hebt gezien, hebt u ze allemaal gezien. Kom, we gaan nog iets drinken.’
Op weg naar het café kwam ik plots puur toevallig de heer Bréguet tegen. De heer Bréguet kende ik nog van deze zomer toen ik hier in Parijs was met de BRT om een filmpje te draaien in zijn winkel van exclusieve uurwerken, de beroemde met diamanten bezaaide Bréguet-uurwerken. Het goedkoopste artikel in zijn zaak kost ongeveer twee miljoen Belgische frank. Ik vraag domweg in het frans aan die kerel of hij hier geen lekker eethuisje kent in de buurt. De heer Bréguet, wellicht in de overtuiging dat ik een televisiester ben in België en pakken met poen verdien, geeft ons de raad ons te wenden tot het restaurant Lucas Carton op de Place Madeleine. Wij daar naar toe. Ik bestel een fles champagne en bekijk vervolgens de kaart. Het goedkoopste gerecht blijkt de kip met witte truffels te zijn. 8000 oude Belgische franken. De goedkoopste fles wijn tienduizend frank. Vluchten kan niet meer, daar is de garçon die ons voor voldongen feiten plaatst. We bestellen allebei de kip met truffels en een glaasje water, want we drinken geen alcohol, zegt Rocky tegen de garçon. Kortom, op een kwartier tijd wordt ons geld er helemaal doorgejaagd. We gingen nochtans Parijs een keer op stelten zetten in allerlei gore buurten. Wij met de staart tussen de benen onverrichterzake met de eerste trein terug naar huis.
De volgende dag belde er iemand van de Gentenaar om mij enige vragen te stellen in verband met mijn verblijf in Parijs. En ik maar liegen over een gezellig gastronomisch weekend. Ik had nog de moed, noch de goesting om daar en toen de waarheid te vertellen.

LUC DE VOS