KIEST HEDEN EIEREN VOOR UW GELD

Ik kom altijd wel iemand tegen. Dat komt, je wil wel eens wat aandacht en dan begeef je je onder de mensen en daar komt dan meestal wel onheil van en je zou beter thuisblijven maar anderzijds denk je dan, we moeten onder de mensen zijn, het is niet goed voor de mens dat hij alleen is, zondig zelfs is het niet te hopen op de vrede die kan groeien uit het samenzijn, ook al lijkt dat waanzin want alleen in de droom die wordt gedroomd kunnen wij waarlijk leven, niet in het samengaan met de wereld.

Ja, dat is zeker. Of misschien ook niet, wat kan het mij uiteindelijk ook allemaal schelen.
Maar in principe blijf ik dus thuis. Doch onlangs diende ik mij door een instantie daartoe gedwongen te begeven naar de kantoren van de Rijksdienst ter Opsporing van Steuntrekkende Werkonwilligen ( daarover verder echter geen woord ). In een wachthok aldaar ontmoette ik die goeie ouwe Hendrik die ik nog kende van uit de lang vervlogen tijd dat ik samen met hem in de grindcoreband Zum Kotzen Betrubt zat. Grindcore in het Duits, dat was in die tijd zeer populair, ik spreek nu van begin jaren tachtig, en we kozen eieren voor ons geld want in de populaire muziek gold toen en trouwens nog steeds het adagium : kiest heden eieren voor uw geld want morgen is het voorbij. Ik had het al van ver zien aankomen dat het ging mislopen maar Hendrik wou zo nodig toeren in Duitsland en Oostenrijk omdat daar naar zijn zeggen een grote markt aanwezig was van jongeren die de meligheid en de verdorvenheid van de democratische overlegstructuren hadden verworpen en een soort van ondoordacht anarchisme aankleefden. Uiteindelijk kwam het erop neer dat elk optreden op een gevecht van het publiek met Der Polizei uitdraaide en ik onder andere in verwarde omstandigheden door een van de politiehonden een stuk vinger werd afgebeten, want je mag die honden niet onderschatten, die lusten graag mensenvlees. Vandaar mijn diepe haat jegens het planeetbedreigende honderas. Tenslotte dienden wij met achterlating van al onze wereldse goederen en met de staart tussen de benen het hazepad te kiezen, weg uit het oosten, terug naar Laagland.
Sindsdien hadden onze paden elkander niet meer gekruist. Ikzelf had de jongste jaren op verschillende verliezende paarden gewed maar had uiteindelijk een soort van rust gevonden in het zwerversbestaan als rondreizend zanger. En ik mocht af en toe op radio Donna komen, die goede familiezender die als een os aan de kribbe met zijn warme adem het lichaam en de ziel van ons volk verwarmt. Het is allemaal bevatbaar. Het is eenvoudig en onder woorden te brengen en wij knielen in dankbaarheid voor het licht.
Hendrik echter was in al die jaren niet veranderd. Hij speelde naar verluidt nog steeds de oude dreun voor een kleine club van gezworenen en verdiende daarmee een karig loon waar hij vrede mee had. Hij sprak tot mij als in verzen : Ik heb geleerd dat als ik had geluisterd naar alles wat ze tegen me zeiden en als ik de tijd had genomen om te bloeden uit al mijn wonden, dat ik dan ik hier nu niet zou zijn, zo zei hij. Zij die nooit iets van waarde verrichten zijn diegenen die je trachten neer te halen. Je zou je hele leven kunnen slijten in het land van de vertwijfeling en wanneer je twijfelt dan zal de echte wereld je verslinden. Nu is echter de tijd gekomen om één van lichaam en geest te worden, nu is het een tijd voor heldendaden, een tijd om te stralen. Ik vind de genade in de strijd, ik zoek naar de waarheid in het verzinsel. En ik heb ze in mijn huid laten branden, de woorden die mij leiden als een gids. Hij toonde mij zijn naakte rug waarin in koeien van letters de woorden Research and Destroy als met een burijn stonden gegroefd ( in het Engels, dan is het duidelijker ). Onderzoek en vernietig, zo ging hij verder, verwerp al het overbodige wat u tot slaaf van de wereld maakt. Aldus moeten wij onze daden en gedachten richten.
Maar ik voel me soms zo eenzaam en verdrietig, zo wierp ik op.
Hendrik zei : Tot mijn spijt kan ik me niet bezighouden met neuroten die klagen over hun vriendjes en vriendinnetjes. Want zo zijn de mensen, ze zitten voor het raam, worden dronken en verdwijnen weer, net als hun liefdes, weet je wel, dat heb ik ergens gelezen. Allemaal lulkoek. Voor zulke dingen is de tijd die mij werd toegemeten op deze planeet te beperkt. Ik richt mij uitsluitend op de energie die in mij leeft en die van mij een strijder maakt. Daarvan is mijn lichaam en mijn kunst een teken.
Doch toen Hendrik de vertwijfeling in mijn blik ontwaarde en een bange traan in mijn ogen zag opwellen sprak hij plots : je moet dat allemaal niet geloven, hoor Vos, ik zeg dat allemaal maar om te lachen.

LUC DE VOS