Ik gun Luc De Vos een minuut stilte, maar nog veel meer geschreeuw en gezang

Vorige week, tussen vierhonderd mensen die naar een opening van een tentoonstelling kwamen, is mij duidelijk geworden dat één minuut onnoemelijk lang kan duren. Daar stond ik dan, een minuut lang, met goede bedoelingen en een hardnekkige kriebel in de keel. Met pimpelpaars aanlopende kop smeekte ik de secondes steeds sneller over elkaar heen te springen. Een minuut lang telde ik iedere seconde en vocht ik met de feestende bacteriën in mijn keel. Liefst had ik mij bij Luc De Vos verontschuldigd voor mijn gebrek aan concentratie tijdens zijn minuut stilte.

De prachtige geschiedenis van de minuut stilte vraagt om meer dan een minuut om na te vertellen. Een goeie driehonderd jaar geleden zochten de Quakers in Amerika naar manieren om over alle godsdiensten heen samen te kunnen bidden en rouwen. De taal zonder woorden die niet gebarentaal heet maar stilte. Stilte als het Esperanto van rouw. Om de wapenstilstand van 1918 te herdenken, toen na jaren van oorlog plots de kanonnen om 11 uur ’s ochtends heel hardnekkig en luid begonnen te zwijgen, wordt nu nog altijd op 11 november een minuut stilte in ere gehouden.

De minuut stilte is in de loop van de jaren slachtoffer van zijn eigen succes geworden en mag nu overal te pas en te onpas opdraven. In stadions bij voetballers die stijf van de adrenaline een minuut moeten halt houden voor ze worden losgelaten, net voor vergaderingen vol ruzie waar eerst ‘freeze’ geroepen wordt en iedereen versuft naar de tapis-plain tuurt, aan de familietafel tijdens een black-out.

Een minuut laaiende stilte dus. Maar stil zijn, hoe doe je dat ook alweer? Ah ja, vooral niet met je voet wiebelen waardoor je rubberen zool zoveel lawaai maakt op die tegels. O mijn god, waarom heb ik gisteren erwtensoep gegeten? Niet aan denken, dan lukt het wel. En dan ben ik ook nog eens omringd door zoveel knappe mensen die heel ernstig kijken door de ruimte kijken waardoor ze er nog eens extra sexy uitzien. Daar zou ik beter een voorbeeld aan nemen. Die buurvrouw snuift nogal. Nee, zelf ben ik niet verkouden en ik zal dus vast en zeker niet niezen. Ik kan niet niezen, ik mag niet niezen, want ik heb geen zakdoek bij. God, help mij, god, laat de tijd nu voor een keer tijdens heel uw schepping wat sneller passeren. Zo nauw steekt dat toch niet, na al die miljoenen jaren? Ja, mijn neus, daar gaan we, haaaaaa…

Wat word je in godsnaam verondersteld te doen tijdens dat ene gewijde minuutje? Rouwen, jawel, maar heb je daar niet wat meer tijd voor nodig? Respect betuigen? Yup. Een minuut lang, dat kan tellen. Je moet al van enorm straffe meditatiehuize komen om binnen een minuut zo ver te geraken dat je echt kunt connecteren met een overledene. En trouwens: zou een verbaal en muzikaal begiftigde man van het volk als De Vos ervan gedroomd hebben dat iedereen één minuut zweeg? Als hij dan extra luid mocht roepen misschien wel.

Gelukkig is er het initiatief van de radiozenders die deze zaterdag De Vos weer even tot leven wekken door mee te gaan in zijn passie. En dat was niet stilte maar muziek. Vandaag, na het middagnieuws van dertien uur, draaien zij allemaal samen tegelijkertijd zijn hitnummer ‘Mia’. Ik gun Luc De Vos alle minuten stilte ter wereld maar nog veel meer het geschreeuw en gezang van iedereen. Zet dus straks je ramen open en keel nog een laatste keer met Luc mee voor de hele buurt: Mia heeft het licht gezien, ze vraagt kun jij nog dromen? (Zeker doen als je Mia heet).

De Morgen,Saskia De Coster