ORANJE

Het waren de Hollanders die de kleur oranje hadden uitgevonden want oranje bestond niet in het op het moeras veroverde laagland. Wortels waren wit. Maar ter ere van de grote vorst en fornicator Willem van Oranje waren de wortelboeren oranje wortelen beginnen kweken omdat Willem ook de dictator was van een land in het zuiden dat Oranje heette en waar appelsienen groeiden en bloeiden, perfecte bollen, gevuld met suiker en honing.

Zo zijn de Hollanders: ondernemend, steeds weer nieuwe mogelijkheden explorerend ter verbetering van het ras en ter vermaak van de mensheid. Zo was de kleur oranje van over de noordergrens tot ons gekomen in dit deel van de wereld waarin regen en nevelgoden hadden bepaald dat alles eeuwig en altijd bruin moest zijn, bruin als de boterhammen met smout en bruin als de struiken in de winter en bruin als het water in grachten en sloten. Wij zagen nochtans het goud en het oranje van de ondergaande zon in de avondschemer. Maar dat vervulde ons met een onrustbarend gevoel van vergankelijkheid, nostalgie en weemoed dat ons door de dichters was aangepraat en dat we liever kwijt waren dan rijk. In de schaal op het formica tafelkleed liggen twee appelsienen te blinken, vruchten die voor de oorlog zeldzamer waren dan het geluk en de liefde en duur als de hoorn van de neushoorn. In de supermarkt lagen nu de rekken vol en waren appelsienen even gewoon geworden als de door wormen aangevreten appels die in de tuin uit de bomen vielen. Dat was het misschien: de mensen waren meteen alle nieuwe dingen als normaal gaan beschouwen en iedereen was de rijkdom van de ene dag op de andere gewend geraakt en dan trad meteen de verveling in. Nochtans liggen hier het geluk en de liefde voor het grijpen: de zon die door het raam in de keuken schijnt, de oranje gordijnen die vergevingsgezind de koude voorjaarswind buitensluiten. Oranje, de kleur van alles wat nieuw en jong en zonder bitterheid is. De kleur van ballonnen, de kleur van zomerjurken en de kleur van popmuziek op de radio in de zestiger jaren waarin voorgoed werd afgerekend met de kleur bruin. Hoe kon iets dat bruin was een belofte in zich dragen? Wij stonden er op te kijken op die stoelen en gordijnen en appeltjes van oranje en wij vroegen ons af: hoe hadden we het ooit gedurende al die eeuwen uitgehouden zonder het oranje dat ons omringde, de kleur van de landen waar het geluk door de bloesems waaide en Brigitte Bardot met haar onbeschaamde wipneus hoog in de lucht door lenteavonden huppelde in haar zondige leven. Het was in die dagen dat de moeders dochters kregen die ze Brigitte noemden. Die dochters moeten nu zowat zestig of zeventig jaar oud zijn.