DENKEND AAN BOER MINNE

Het was de laatste dag van september. De zon scheen over de hete tegels van de speelplaats, de ramen stonden open en buiten rook het naar hooi op nabije akkers.

Ik dacht aan het moment waarop ik voor het eerst de klatering van de leeuwerik in mijn hoofd had gehoord en misschien had ik slechts voor dat ogenblik geleefd zodat al de rest en heel mijn eigen leven er verder niet toe deed.
Ik deed dat al van toen ik klein was, naar de vogels luisteren. Ooit had ik voor het eerst de leeuwerik gehoord die mij riep. Ik was een kleuter die in het zomerse gras lag te dromen en zag hoe de vogel daar hoog boven het koren aan het kwinkeleren was.
Toen ik die leeuwerik tegen de zon zag hangen, leek het alsof die alleen voor mij zelf zong, alsof die vogel daar in de werkelijkheid niet was, maar alleen in mijn hersenen leefde, alsof ik hem en zijn gezang zelf had doen ontstaan in mijn gedachten. Misschien dromen wij enkel dit leven.

LUC DE VOS