DISFUNCTIONEEL NAAKT

Deze hele komende herfst lang heb ik de eer en het genoegen de muziek en een bijrolletje te mogen spelen in het toneelstuk genaamd: De Alpenzusjes. De regisseur drong er op aan dat ik in dit stuk een functionele naaktrol zou vervullen.

Ik eiste echter dat deze naaktrol een disfunctioneel karakter zou vertonen. Het stuk wordt gedragen door de gerenommeerde topactrices Nele Bauwens en Dahlia Pessemiers die hun pluimen reeds verdienden in Shakespearedrama’s en stukken van Ibsen. Af en toe speelden zij ook een bijrolletje in de films van kabouter Plop. Van alle markten zijn zij thuis en deze coryfeeën zouden reeds op hun lauweren kunnen gaan rusten mochten zij niet voortdurend rusteloos op zoek zijn naar nieuwe uitdagingen. Theater en bij uitbreiding alle kunst dient vernieuwend te zijn. Ikzelf nochtans ben van mening dat we zeker wat de inhoud maar ook wat de vormentaal betreft zowat aan het einde van ons Latijn zitten. Sinds de Verlichting, ongeveer driehonderd jaar geleden, is de toestand van de mensheid duidelijk: we zijn hier geworpen op aarde als een verzameling enzymen en neuronen, dierlijke lichamen die in de loop der geschiedenis rechtop zijn beginnen lopen. Het allerdroevigste is dat we dat ook beseffen, in tegenstelling tot de ware dieren die hun dagen in een vrolijke onwetendheid slijten. We zijn een verzameling wandelende spijsverteringstelsels en voortplantingsmechanismen. Dit besef genereert angst. Het vormt de taak van de kunst die onaanvaardbare angst onder woorden te brengen en die daardoor te begrijpen en enigszins aanvaardbaar te maken. De regisseur had binnen dit kader een hele theorie verzonnen wat betreft mijn naaktrol. Hij sprak: ‘door plots uw broek uit te doen haalt u de hele opbouw van de spanningboog onderuit. Als een donderslag bij heldere hemel verschijnt de naakte aap als een veruitwendiging van een gelouterde menselijke conditie waarin de angst door middel van het dierlijke in ons, door het lichaam beheerst kan worden, daar waar het cerebrale, het menselijke op een tragische manier faalt. Wat ons tot dier maakt geeft ons ook een diepe vertroosting, het ogenblik zelf waarop wij teruggeworpen worden op ons lichaam schenkt ons de troost van het tijdelijke. Alles wat ons verder tot mens maakt, de herinnering vooral, maar ook de verwachting, is een hersenspinsel dat ons vervreemdt van onze ware aard. Daarom Vos, moet gij uw broek uitdoen en vernieuwend en functioneel naakt gaan staan.’ Ik was daar totaal niet mee akkoord. Deze naaktrol is gewoon even een lollig intermezzo binnen de voorstelling, vond ik, en diende totaal disfunctioneel te zijn. Ik heb functioneel naakt altijd overbodig gevonden. Het beste bewijs: er bestond hoegenaamd geen enkel naakt in films van voor 1960. Noch functioneel, noch gratuit naakt. En toch waren er goede films in die tijd, denk aan Citizen Kane of The sound of music. Mijn hele ellendige jeugd lang ben ik op zoek gegaan naar disfunctioneel naakt. Er bestond nog geen video of dvd. In de ochtend had ik in de gazet de televisieprogramma’s afgespeurd naar films waarvan ik vermoedde dat daarin een bloot achterwerk of ontblote boezem ging verschijnen. In een op de twee Franse films was dat het geval in de jaren zeventig. De hele dag liep ik zwetend en angstig de avond te verbeiden in de hoop niet teleurgesteld te worden. Ik herinner mij dat ik een paar keer niet teleurgesteld was geworden maar bijvoorbeeld de schitterende actrice Romy Schneider in volle glorie mocht aanschouwen toen ze aan een zwembad lag te sluimeren in de Franse zon. Haar naaktheid had geen enkele functie in die film. Zij had zich daar neer gevleid, voor mij, enkel voor mij, functieloos en nutteloos. Ik bad in stilte tot mijzelf, tot de jonge god die ik toen was en tot haar: ‘Blijf mij nabij, Romy, wanneer de avond komt.’ Maanden daarna nog haalde ik mij elke nacht in dromen Romy’s nutteloze, disfunctionele naaktheid voor de geest en had ik vrede met mijzelf. Zolang het duurde was het fijn.

LUC DE VOS