DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING

Ik kan het niet laten. Ik heb alweer een ellendig rotboek geschreven. Het heet ‘Het Mensdom.’ Zo slecht, bijna niet te geloven.

Een jong en veelbelovend criticus schreef: ‘De Vos maakt er een boeltje van en de roman laat verhaaltechnisch en stilistisch te wensen over. Nergens kan het hoofdpersonage overtuigen, of komt het ook maar enigszins realistisch over. Het verhaal rammelt als een kaduke auto uit de jaren dertig en met name de met clichés overladen beschrijvingen van New York, de lange vervelende monologen van sommige personages en het zeer ongeloofwaardige en uit het niets opduikende einde werkten erg op onze zenuwen. Erger, en veelzeggender, dan de structurele tekortkomingen is de stilistische keuze voor een verstikkende ironie die elke oprechtheid de nek omwringt en lijkt te zijn voortgekomen uit een a priori houding van defensiviteit van de auteur over zijn eigen schrijfkunsten. Het is allemaal een beetje triestig en betreurenswaardig, als dat al geen synoniemen zijn.’ Misschien had deze jongen wel gelijk. Ik heb daar inderdaad geen zicht op, op hoe een verhaal technisch in elkander dient te zitten. Ging de actie te traag? Waren de protagonisten niet voldoende uitgediept op psychologisch vlak? Ik had het nochtans op voorhand gevraagd aan iemand van mijn uitgeverij in Amsterdam, iemand die al veertig jaar in het vak zit. Ik vroeg deze goede man zijn mening over het boek en hij sprak, nadat hij zorgvuldig zijn keel had geschraapt: ‘mijnheer De Vos, ik zal eerlijk met u zijn: dit is een klein maar magistraal meesterwerkje.’ Aldus waren de meningen verdeeld. Ik moest denken aan die twee liedjes: dat ene van de Rolling Stones: ‘You can’t always get what you want’ en dat andere van Jimmy Cliff: ‘You can get it if you really want.’ Ja, jongens, wat is het nu, zo zat ik mij af te vragen. Kunt u het nu krijgen, of niet? Laten we het er dus maar voor alle veiligheid op houden dat mijn nieuwe boek ‘Het Mensdom’ inderdaad een rotboek is. Ik raad iedereen aan dat boek onmiddellijk te gaan aanschaffen opdat u dit met eigen ogen zoudt kunnen vaststellen. Het kost slechts 16,50 Euro. Ik kan u onder andere de uitstekende boekhandel Het Paard van Troje in de Volderstraat en Walry op de Zwijnaardse Steenweg aanraden. Waarom vertel ik dat nu? Uit masochisme? Neen! Ik bevond mij vorige week in de KVS te Brussel alwaar een manifestatie werd gehouden ter ondersteuning van de vrije pers. Onder druk van de economische wetmatigheden dreigt ontslag van een heleboel jonge freelance recencenten en journalisten in het algemeen. De cultuurredactie van een aantal kwaliteitskranten wordt systematisch afgebouwd. Daartegen klonk op die manifestatie protest. Ze hadden mij gevraagd daar ook een liedje of twee te komen zingen, qua entertainment vooral, want de boog kan niet altijd gespannen staan. Op het feest achteraf stond ik op de dansvloer te loeren naar al die knappe jonge freelance journalistes want blijkbaar zitten die cultuurredacties vol met jonge vrouwen die knap zijn en vol vreugde door het leven wervelen. Drie dingen vielen mij op: de minirok, de zwarte panty, het hooggehakte laarsje. Daarop mag geenszins bespaard worden, vind ik. Ik moest op dat moment denken aan Citizen Kane, wellicht kent u die film. Het gaat over een steenrijk en machtig krantenmagnaat die voor zijn geliefde, die zangeres is maar eigenlijk niet kan zingen, speciaal een operagebouw laat neerpoten en er voor zorgt dat de zaal vol zit met mensen die dolenthousiast applaudisseren, hoewel het kattengejank van dat zelfverklaarde divaatje niet om aan te horen is. Zijn vriend, die journalist is bij de krant waarvan Kane eigenaar is, wijst hem op zijn principes die hij in de loop der jaren is gaan verloochenen. Waarna Kane zelf een vernietigende recensie schrijft over zijn eigen lief in zijn eigen krant. Op het einde van de film sterft Kane een eenzame dood, terwijl hij het woord Rosebud prevelt. Dat was de naam van zijn sleetje waarmee hij als kind van de heuvel gleed.

LUC DE VOS