EERST HET VRETEN EN DAN DE MORAAL

Ik was deze middag aanwezig op een communiefeest bij Poolse vrienden. Die Polen geloven nog altijd in God en daarom moest die ene kleine zijn eerste communie doen.

Op dat communiefeest was er van dat Pools eten. Er waren augurken en komkommers en er was witloof met mayonaise en ook varkensvlees en rundvlees en ook kip en een gans en iemand van die Polen had in de bergen ook een ree geschoten en dat dier moesten we ook opeten. Ik vroeg nog: ‘is er geen Poolse worst?,’ want ik ben zot van Poolse worst, maar die was er nu toevallig niet. ‘Vos, er is eten genoeg,’ zeiden die Poolse medemensen tegen mij, ‘gij zijt nooit content.’
Terwijl ik als een waanzinnige mijn buik zat vol te proppen moest ik denken aan de beroemde woorden van Berthold Brecht: eerst het vreten en dan de moraal. Dat is toch het eenvoudigste uitgangspunt ter wereld. Mocht Bertold Brecht er niet opgekomen zijn dan was ik er zeker zelf ook opgekomen, zo dom ben ik nu ook weer niet.
Eerst het vreten dan de moraal. We gaan eerst een keer goed eten dan kunnen we beginnen discussiëren of eventueel beginnen kaarten. Maar dus eerst goed eten. En toch is dat eenvoudigste der uitgangspunten blijkbaar niet te realiseren in deze gemondialiseerde en gemediatiseerde samenleving. Het schijnt technisch en organisatorisch geen enkel probleem te zijn, zo heb ik al dikwijls gelezen in de gazet, om elk individu op deze planeet een menswaardig bestaan te schenken, voedsel en onderwijs en huisvesting. Maar in plaats van te zorgen dat er te vreten is en welvaart voor iedereen zitten we blijkbaar liever te redetwisten over secundaire zaken die we eventueel de moraal zouden kunnen noemen. De splitsing van Brussel- Halle-Vilvoorde bijvoorbeeld. Het is nochtans eenvoudig, de splitsing van Brussel-Halle-Vildoorde. Het gaat als volgt: Brus-sel-Hal-le-Vil-voor-de. Daarmee is dat probleem ook van de baan. Dat is een mop die ik gelezen heb in de Humo, ik vermeld altijd mijn bronnen.
Maar misschien zijn de eenvoudigste, de meest voor de hand liggende dingen politiek het moeilijkst te realiseren. Ik weet ook niet hoe dat komt, iemand die professor is in de politieke en economische wetenschappen zou mij dat misschien een keer kunnen komen uitleggen.
Oxfam verkoopt producten van boeren uit de ontwikkelingslanden en betaalt die mensen een eerlijke prijs voor die producten. Dat lijkt mij de evidentie zelf. Stel u voor dat Oxfam zou zeggen: wij betalen die boeren een oneerlijke prijs, iedereen zou dat belachelijk vinden. Maar blijkbaar zit de vrije markteconomie aldus ineen, dat heelder delen van de wereldbevolking een oneerlijke prijs krijgen voor de eerlijke arbeid zij verrichten.
Ik was gisteren nog bij de slager en ik bestelde drie varkenskoteletten, want wij zijn vleeseters thuis. ‘Dat is dan tweeënhalve euro,’ zei die madam achter de toog. Ik zei: ‘tweeënhalve euro? Honderd frank, dat is toch een oneerlijke prijs, honderd frank? Die madam zei: ‘ja, het varkensvlees staat duur deze maand.’
Een schamele honderd frank, meer willen wij niet betalen voor een halve kilo vlees. Dat is geen eerlijke prijs. De soja waarmee die varkens zijn gekweekt komt uit de tropen en werd geproduceerd door arbeiders die nog nooit een varkenskotelet van dichtbij hebben gezien. De politiekers weten dat, dat we veel te weinig betalen voor ons vlees, maar ze hebben gezien dat de mensen dat zo willen en de politiekers gaan de mensen die voor hen stemmen natuurlijk geen stokken in de wielen steken, zo zot zijn ze niet. De mensen krijgen de politiekers die ze verdienen, dat is de democratie.
We betalen principieel oneerlijke prijzen voor onze welvaartsproducten. En iedereen weet dat en iedereen gaat er van uit dat dit normaal is. Het meest abnormale, het absurde wordt als een economische wetmatigheid beschouwd. Iedereen weet dat, in Wall Street weten ze dat, Bush weet dat, Verhofstadt weet dat en zelfs Johan Van de Lannotte en Freya van den Bossche weten dat. Maar misschien hebben die mensen het momenteel te druk om weer verkozen te raken en hebben ze geen tijd om de acht millenniumdoelstellingen te halen tegen 2015. Acht millenniumdoelstellingen, zoveel zijn er dat ook niet. Ik bedoel, het zijn er geen 666. Onder andere onderwijs en voedsel en gezondheidszorg voor iedereen, zo moeilijk kan dat niet zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen, dat is pas moeilijk, daar moet gij werkelijk een genie voor zijn, denk ik.

LUC DE VOS