DE WAARHEID, NIETS DAN DE WAARHEID.

Liegen is in wezen geen zonde. Ik heb al veel mensen gelukkig gemaakt, gewoon door te liegen, om aldus de lieve vrede te bewaren, om mensen die dwalen in hun waarde te laten.

Vorige week liep ik een bekende TV-presentatrice tegen het lijf in de Culture Club. Ik ga haar naam niet noemen, ze wil voortdurend incognito blijven maar als de mensen geen goedendag tegen haar zeggen wordt zij nijdig. Ik zag aan haar gezicht dat ze uiterst verbolgen was omdat niemand haar had herkend in de Culture Club. Ze had nochtans een maand daarvoor naakt achter een palmboom op de cover van de HUMO gestaan. De jonge, mooie en intelligente mensen die deze club bevolken houden echter niet van dat soort populaire massacultuur. Vandaar dat ze ook mij altijd scheef bekijken als ik daar binnenstrompel. Maar ik trek mij dat allemaal niet aan.
Nu zei ik tegen dat meisje dat ik haar rol in De Zaak Alzheimer fantastisch vond. Waarop zij vertelde dat ze helemaal niet mee speelde in De Zaak Alzheimer,
Het zweet brak mij uit. ‘Neen, natuurlijk niet,’ zei ik, ‘ik bedoel natuurlijk die andere film waarin gij meespeelt. Jongens, ik zou het duizend keer zeggen, ik kan er nu niet opkomen.’
Ze zei: ‘gij bedoelt zeker Boys van Jan Verheyen?’
‘Ja, juist, die bedoelde ik, die rol die gij daarin speelt, dat is zo magistraal, daar kunnen ze in De Zaak Alzheimer alleen van dromen.’
Zo ging ik nog een tijdje door. Haar gezicht klaarde van lieverlede op en ze zag er op slag tien jaar jonger uit. Alweer een goede daad verricht, dacht ik bij mezelf, gewoon iemand gelukkig gemaakt door te liegen dat ik er zwart van zag. Achteraf kwam ze nog melden dat ze ook helemaal niet meespeelde in Boys maar dat ze dat wel grappig vond, iemand die zulke aperte leugens stond te vertellen.
Liegen is niet makkelijk. De waarheid vertellen is veel eenvoudiger. Men hoeft weinig of niets te onthouden. Men moet enkel het verloop van de feiten weergeven zoals ze zich in de vrije natuur hebben voorgedaan. Wanneer men begint te liegen dient men echter heelder scenario’s die men zelf uit de duim heeft gezogen ook daadwerkelijk te onthouden en steeds weer nieuwe verhalen te verzinnen die een logisch gevolg dienen te vormen op verhalen in eerdere leugens. Maar welke leugens waren dat ook weer? Leugens moeten daarom goed onderbouwd zijn, op een bijna wetenschappelijke manier. Lieg nooit over zaken waar u niets van af weet. Ik weet het nog goed, ik zat in het eerste jaar van de humaniora op het St.-Lievenscollege hier in Gent. Ik kwam van de boerenbuiten en werd er gedropt op een internaat waar ik eenzaam en verdrietig mijn dagen sleet. Onze klas zat vol met zonen van dokters en advokaten en die jongens hadden allemaal van die hobby’s in het weekend: zeilen, tennissen, paardrijden, und so weiter. Daar stonden ze op maandagen over te vertellen op de speelkoer. Ik had geen enkele hobby want wij waren werkmensen thuis. Op een maandag in oktober vroeg er iemand: ‘en Vos, wat hebt gij gedaan dit weekend?’
Ik wist niet meteen iets te verzinnen. Toen schoot er mij iets te binnen. Mijn zuster Beatrice was dat weekend gaan bowlingen met haar lief en ze had verteld dat ze zich zo goed geamuseerd had.
Ik sprak: ‘ja, ik ben gaan bowlingen dit weekend. Pas op, dat is niet gemakkelijk. Het komt er op aan de bal goed rechtdoor te gooien. Bij het minste concentratieverlies gaat uw bal afwijken en botst hij tegen de rand van de baan.’
Een slimmerik uit de klas wees er echter op dat bij het bowlingspel de ballen niet tegen een rand botsen maar in een soort goot vallen. ‘En het is niet bowlingen maar bowlen,’ zei dat kieken nog. Daar stond ik met mijn mond vol tanden. Sindsdien stond ik bekend op school als Vos de bowlinger.
Ik heb ook al vaak gelogen om mezelf te beschermen. Vooral aan de telefoon, wanneer de mensen u toch niet kunnen zien. Hoeveel keren heb ik niet met een sjaal voor mijn mond mijn stem vervormd om te melden dat dit een geval was van verkeerd verbondenheid. Wanneer alweer iemand mijner leeglopers van vrienden belde om te vragen of ik niet kwam helpen verhuizen. Verhuizen, dat doen mijn maten graag. Ze vinden dat leutig, een nomadenbestaan. Ze verachten de modale burger die zich wentelt in het dagelijkse huisje-tuintje-keukentjegebeuren. Mensen die liever thuis zitten en een bordje rijstpap eten terwijl ze naar Blokken kijken, dat vinden mijn maten sociale zwakkelingen die van het echte leven geen kaas hebben gegeten. Ik geef die gasten dan altijd gelijk. Ik kan hen toch moeilijk vertellen dat met een bordje rijstpap naar Blokken kijken, dat dat het liefste is wat ik doe.
Is dat liegen? Neen, dat is de lieve vrede bewaren en het leven niet ingewikkelder maken dan het al is.

LUC DE VOS