HET VOORSPELBARE

Ik schrijf altijd maar verhalen. Dat is eigenlijk niet zo moeilijk hoor. Je gaat voor het lege blad zitten, je schrijft het vol en dan is het af. En dan heb je dus wat. Je hebt altijd wat. Dat is zowat het rare. Er komt eigenlijk voortdurend van alles op je af. Ik heb er eigenlijk ook niet om gevraagd. Ik hang wat rond en verder zie ik dus wel.

En ook de materie, die komt ook zomaar op je af. Ik heb hier bijvoorbeeld een Cd-speler op de kast staan. God weet dat ik die als het ware heb aangeschaft. Bepaalde dingen komen blijkbaar gewoon tot stand en andere dingen gebeuren dan weer. En hoe het proces in zijn werk gaat, dat is een raadsel. Achteraf lijkt het of ik er in werkelijkheid niets mee te maken had maar ik moet inderdaad op een gegeven moment, na eeuwig tobben, mijn schreden hebben gericht naar een zaak waar ze van die spullen te koop aanbieden en dan heb ik inderdaad zoals iedere normale mens zou doen het woord gericht tot de verkoper en met een rooie kop en met het bloed in mijn schoenen gestotterd : het was voor een Cd-speler dat ik kwam, ziet u meneer, dat het voor een Cd-speler was dat ik kwam. Wat een loser, moet die winkelmens hebben gedacht, die is waarschijnlijk nog nooit in zo’n prachtige electrozaak als deze geweest en die is verschrikkelijk arm doch die heeft nu beslist om met zijn moeizaam en zorgzaam gespaarde centjes eens iets duurs te kopen maar eigenlijk durft hij niet goed. Dat had die gast perfect geraden maar dat was uiteindelijk niet zo moeilijk want het stond allemaal op mijn gezicht te lezen. Ja, zo kan ik het dus ook. Feit is dat die Cd-speler nu heden toch op mijn kast staat en ik het toch allemaal weer mooi voor mekaar heb gekregen. Alles wat je niet vernietigt, dat maakt je sterker, zo zit ik hier nu te overdenken, of heb ik dat ergens gelezen. En al die verschrikkelijk spannende avonturen, daar kun je dan achteraf een lied over maken of een mooi gedicht. Het komt allemaal goed van pas en dik voor mekaar. Ik schrijf het allemaal op. Jongens, het houdt nooit op. Ik doe maar wat. Soms lukt het maar meestal niet. Maar soms als ik in de late avonduren voor het haardvuur met mijn moede hoofd zit te knikkebollen, beneveld door allerlei dranken, dan zit ik veel en diep na te denken over van alles en dan zing ik soms een lied dat ik vroeger had geschreven en dan denk ik soms: ja Vos, dat was een goed lied, een mooie melodie en hier en daar wat rake woorden en beelden, een lach en traan, meer moet dat niet zijn. En dan gebeurt het soms dat ik gedurende een aantal ogenblikken vrede heb met mezelf en met de wereld. Het is een simpel genoegen. Het moet allemaal niet zo ingewikkeld zijn. Zelfs het voorspelbare kan diep de ziel raken, althans toch bij mensen zoals ik. Want onlangs dan zat ik bij de buren naar een film te kijken op de televisie en dat ging over een Amerikaanse legerofficier in de tijd van het wilde westen. Die was de verdorven samenleving der blanken moe en hij was in de wilde natuur gaan wonen bij de indianen. En toen was hij na tal van avonturen van lieverlee indiaan onder de indianen geworden en zij noemden hem Danst met Wolven omdat hij een eenzame wolf tot vriend had. En toen was daar een jonge indiaan erbij en die kon in zijn jeugdige onbezonnenheid blanken niet luchten en haatte Danst met Wolven hevig. Mijn kop eraf als die twee op het einde van de film geen vrede sluiten, zat ik te denken, alreeds met een brok in mijn keel. En jawel hoor, op een dag dan redt Danst met Wolven die indiaan het leven door net op tijd de buffel te doden die op het punt stond die gast gewelddadig te vertrappelen. En van dan af waren ze vrienden, weet je wel. Dat zie ik graag op de televisie, dat mensen vriendschap sluiten. En op het einde dan moeten ze scheiden want de blanke massamoordenaars zitten hen op de hielen en zo. En dan staat die indiaan vol wanhoop op een eenzame hoge rots te brullen: Danst met Wolven is mijn vriend, hij moet goed weten dat hij mijn broeder is! En zijn gebrul snijdt snerpend door de vrieslucht terwijl Danst met Wolven op zijn paard aan de horizon verdwijnt. En na afloop van die film dan heb ik mij vervolgens teruggetrokken in het kamertje alwaar ik gedurende een aantal ogenblikken hevig heb staan snikken, hoewel ik het hele gezeik dus al van op een kilometer had zien aankomen.