SCHAF DE EURO AF

Ik dacht onlangs bij mijzelf, als we nu net zoals bij de crisis, nu ook een keer gewoon de Euro afschaften dan zijn we van die miserie ook verlost.
Ik belde naar een kabinetsmedewerker van Guy Verhofstadt. Ik zei, ‘Meneer, als we de Euro afschaffen dan zijn we van die miserie toch ook verlost.’
‘Een goede opmerking,’ zei die kabinetsmedewerker, ‘ik zal uw vraag doorspelen aan de premier.’
En inderdaad, alsof de duivel ermee gemoeid was, die avond zag ik Verhofstadt bij die twee andere geniëen Polspoel en De Smet op de VTM.
‘Kijk, zei de premier, ‘er gaan in de samenleving stemmen op om de Euro weer af te schaffen om van al die miserie verlost te zijn. Dat lijkt een nobel streven. Het is echter niet zo makkelijk als men denkt. Als we dat zouden doen dan zouden we felle tegenkanting krijgen van de Europese Commissie. Die commisie bestaat uit 12 Europese commissarisen en die hebben gemiddeld een hondertal ambtenaren die op hun kabinetten werken. Die mensen zouden allemaal hun baan verliezen indien we de Euro zouden afschaffen. Dat zijn er meteen weer 1200 werklozen bij. En dat wil ik niet op mijn geweten hebben’, zei Verhofstadt. ‘Want die jongens verdienen 500.000 frank netto in de maand en ze hebben allemaal een BMW 750 met chauffeur en als we dat zouden afnemen dan zouden we nog niet jarig zijn, denk ik. Ik ken die Europese ambtenaren. Ze zouden naar mijn kabinet komen met zijn allen en mij een taart in het gezicht komen gooien en daar pas ik voor. Ik hou niet zo van zoetigheid. Ik heb veel liever carpaccio en olijven en pasta met truffels en foccaciobrood, of tortelinni met radicciosalade, en crepusculo rabiata met maanzaadjes en gestoofde venkel, of bijvoorbeeld palurdo putanesca met geroosterde mossels in tomatensaus, dat is echt om uw duimen en vingers van af te likken. Kortom, van die zoute Italiaanse dingen, daar zou ik een misdaad voor begaan. Jongens toch, lekker dat dat is, met zo een lekker fruitig Porciniwijntje erbij, God jongens, het water loopt mij al in de mond.’
‘Mijnheer Verhofstadt, eventjes terzake alstublieft, onze tijd hier op aarde is kort, dreigde Polspoel.
‘Ja ja, pardon mijnheer Polspoel, ik zal het nooit meer doen. ‘Waar was ik gebleven, ja, mijnheer Polspoel, ik zei dus, laten wij alstublieft geen slapende honden wakker maken. Ik smeek het u. Onze taak betstaat er in de crisis en de Euro in stand te houden om niet van de ene miserie in een nog grotere miserie te stappen.’
Zo zit de samenleving dus sociologisch in elkaar, dacht ik toen. De mensen eten liever Italiaans dan Belgisch eten. Dat begrijp ik ergens wel. Italiaanse gerechten hebben uiteindelijk meer stijl en klasse, we moeten ons daar bij neer leggen. Die namen alleen al. Monte Pulciano, en raggazzi brochetta, het klinkt zo romantisch. Maar zelf ben ik er niet zo tuk op. Ik bestelde onlangs bij een Italiaan een portie calamare met radiccio. Ik vroeg of de radiccio niet vervangen konden worden door gekookte aardappelen met savooikolen en de calamare door een gebraden varkenskotelet in de boter. En inderdaad, dat kon. Die Italianen kunnen alles, als ze maar willen. Ik heb die avond toch nog lekker gegeten.

Luc De Vos