ARBEIDSVREUGDE

eerste column voor Het Belang van Limburg

Geachte vrienden en vriendinnen in het mooie Limburg. Vanaf heden zal ik naar bestvermogen elke week een bericht sturen over hoe het er hier aan toe gaat in Gent, onze goede stad, de mooiste stad van België na Maaseik.
Er gebeurt hier van alles. En maar feesten, jongens! Ik word er op den duur zo moe van. In Limburg is het tenminste rustig. Behalve de jongste dagen dus. Een zo schone Limburgse fabriek wordt met sluiting bedreigd. Dat hebben ze mij pas gisteren, donderdag, verteld. Ik had nog geen tijd gehad om de gazet te lezen of naar het nieuws te luisteren. Ik was al een hele week dag in dag uit aan het uitgaan met mijn maat Rocky. En maar lol trappen dat we deden, alsof morgen de wereld zou vergaan. Maar het werd mij droef te moede toen ik moest vernemen dat duizenden flinke mensen voortaan verstoken zouden blijven van arbeid. In normale omstandigheden zou ik mij niet bemoeien met andermans zaken, het leven is al ingewikkeld genoeg. Politiekers en zakenlui, vakbondsmensen en journalisten, het was deze mensen hun taak de feiten te analyseren en op zoek te gaan naar oplossingen. Maar als er één mens is hier in dit land die de zaak van het recht op arbeid hoog in het vaandel draagt, dan ben ik dat wel. De mensen denken dat ik een luiaard ben en daarin hebben ze gelijk. Ik voer inderdaad geen klap uit heelder dagen. Maar dat is door omstandigheden die eigen zijn aan het vak. Wat moet ik anders doen? Ik ben een popzanger. Ik kan moeilijk op maandagochtend om zeven uur uit mijn bed kruipen en dan om acht uur ergens in een zaal mijn heerlijke liederen gaan zingen. Zo werkt het nu eenmaal niet.
Vroeger, toen ik nog jong was, heb ik wel hard gewerkt. Onder andere in de bouw. Hoe vreugdevol was het niet samen met mijn makkers vol vlijt en ijver aan een eervolle taak te werken, aan een gezamenlijk project, iets op te bouwen tot vreugde en blijdschap van andere mensen en dan ‘s avonds moe maar tevreden thuis te komen in de wetenschap dat we samen iets hadden verwezenlijkt en dat het goed was. Of dan ter ontspanning met de makkers op vrijdagavond een paar liter bier in ons keelgat te klokken en mee te zingen met de liedjes van de juke-box.
Ik ga hier niet te veel grote woorden gebruiken maar zoals ook u wellicht weet kan geluk geen stabiele ongewijzigde toestand zijn. Geluk is het resultaat van een voortdurende strijd van het individu waarbij wellicht in die strijd zelf de kern van het geluk ligt geborgen. Arbeid en de vreugde daaraan verbonden maken deel uit van die strijd. Luiaards zijn in wezen niet gelukkig, zo durf ik te stellen. Ik wens de bevolking van Limburg een leven vol arbeidsvreugde toe. Ik zelf ga nu nog een liedje maken op mijn gitaar. Dan voel ik mij niet zo nutteloos.
Luc De Vos