LEVE DRANOUTER!

Van de Dranouters van de jongste jaren herinner ik mij vooral Sinéad O’Connor. Ik was niet een echt grote fan van dat hysterisch wijf. Iemand die staat te huilen in een videoclip, die vind ik meteen hysterisch, het ligt aan mijn opvoeding, denk ik. U weet het nog wel, dat stomme liedje van Prince, Nothing compares to you.

In normale omstandigheden vind ik alles goed, ik hou zowel van System of a Down als van Alan Stivell. Echt waar, in mijn platenkast zitten twee cd’s van Alan Stivell en dus ook die eerste van System of a Down. Ik hou werkelijk van alles, echt waar, geloof mij nu toch. Maar dat liedje van Nothing compares to you, dat vond ik nu zodanig irritant, ik weet ook niet waarom, dat ik van de weeromstuit Sinéad O’Connor een hysterisch wijf begon te vinden. Nochtans, dat meisje verdiende dat niet, zulk een streng oordeel. Zij is helemaal niet hysterisch, ze heeft een mening en ze is feministisch en bij eenvoudige mensen zoals ik wordt dat soort gedrag meteen gecatalogeerd als zijnde hysterisch. Het was dus niet Sinéad haar fout dat ik haar een hysterisch wijf vond, maar mijn fout, ik was veel te kleingeestig.
Ik zag haar, ik vermoed vijf jaar geleden op Dranouter. Ik was alweer in een melancholische bui, het was om zot te worden. Wanneer ik in de streek van het Heuvelland kom, word ik altijd melancholisch. Het heeft met die prachtige heuvels en vergezichten te maken, de enige plek in Vlaanderen die nog enigszins gevrijwaard is gebleven van het vernietigingswerk der betonboeren. Het heeft ook met de nabijheid van Frankrijk te maken. De heuvels zelf doen trouwens aan een golvend landschap in Normandië denken. Het heeft ook met het einde van de zomer te maken, het graan dat staat te rijpen onder een gloeiende zon, van al die dingen word ik melancholisch. En ook van al die prachtige jonge mensen natuurlijk, die daar op de wei lopen en geen enkele kwade gedachte koesteren. Vaak denk ik dan, als ik die mensen zie: war is over, if you want it!
Nu goed, ik stond daar vijf jaar geleden maar wat melancholisch voor mij uit te staren. Sinéad verscheen op het podium. Zij lokte mij met haar lied, als een sirene. Een uur lang stond ik als in een droom naar haar prachtige keelklanken te luisteren, met tranen in mijn ogen. Misschien had ik ook wel al wat te veel gedronken. In een van haar liederen zong ze de volgende verzen: thank you for breaking my heart, thank you for tearing me apart, now I have a strong, strong heart.
Ik was er eerlijk gezegd niet goed van, van dat lied en van de zangkunst van Sinéad. Sindsdien ben ik een fan. Welbedankt dus, Sinéad. Ik ben sowieso een fan van al wie de moed en het lef heeft om op een podium te kruipen en aldaar zijn of haar hart te luchten. Vooral als het in Dranouter is, de schoonste plek op aarde. Leve Dranouter!
LUC DE VOS