Geachte luie journalist
Geachte luie journalist, ziehier mijn antwoorden op uw vragen:
Heeft God u al eens een teken van leven gestuurd?
Ik zei onlangs in een vraaggesprek met iemand die mijn ziel trachtte te doorgronden: ‘het is krankzinnig niet in God te geloven.’
In mijn oneindige wijsheid zorg ik er echter voor dat al mijn uitspraken multi-interpreteerbaar zijn. Het is krankzinnig om niet in God te geloven, zo sprak ik, maar misschien bén ik ook wel krankzinnig en geloof ik niet God. Want alleen gestoorde mensen denken dat zij dit leven kunnen overleven zonder de bijstand en de troost van het hogere en zo, weet u wel, ik zeg maar wat. En misschien heeft de krankzinnige daar wel gelijk in om binnen deze samenleving nergens in te geloven. Misschien is het dus net goed om krankzinnig te zijn.
U kunt ook een andere kant op: Misschien is het beter van niet krankzinnig te zijn en wel in God te geloven want er zijn al krankzinnigen genoeg die de chaos nog chaotischer maken en deze samenleving heeft net behoefte aan orde en aan groepen van individuen die in vertrouwen naar de toekomst en het hogere blikken. Of die toekomst en dat hogere dat wij God durven noemen nu bestaan of niet, dat doet er nu hier eventjes niet toe.
En zo kunnen we nog een tijdje doorlullen. Maar zin heeft het natuurlijk allemaal niet en het klinkt wel mooi maar het slaat vanzelfsprekend nergens op.
Maar wat betreft uw vraag, heeft God u al eens een teken van leven gestuurd.
De essentie van het geloof is nu net dat het geloof, indien het bevestigd wordt door uiterlijke, materiële bewijzen, geheel waardeloos wordt want waarom zou je in iets geloven waarvan al bewezen is dat het echt bestaat. Dat zou natuurlijk gemakkelijk zijn natuurlijk, indien God van zijn bestaan een werkelijk teken zou geven door bijvoorbeeld Jos Ghijsen onder luid buldergelach met een bliksemschicht te vernietigen zodat iedereen met eigen ogen zou zien: ja, God bestaat! Neen, God moet een mysterie blijven. Net zoals het geloof op zichzelf ook een mysterie is en een voortdurende strijdende zoektocht tussen hoop en vertwijfeling.
2 Wat is de definitie van liefde?
De liefde is een onrechtvaardige engel die u in de meeste gevallen maagpijn bezorgt.
Mag ik een stuk voorlezen uit een allesomvattend toneelstuk dat ik over de liefde aan het schrijven ben?
“Ik dacht toen: het is krankzinnig niet in God te geloven. De hoop en het lijden gaan niet verloren. Het wordt op zijn minst allemaal opgeschreven en dit in het kader van de rechtvaardigheid want de rechtvaardigheid is een kosmisch begrip dat al de rest overstijgt want God zelf is de rechtvaardigheid en omgekeerd vice versa. Zo is ook de liefde onderworpen aan de rechtvaardigheid hoezeer zij zich op de aarde ook misdraagt en soms zelfs meeheult met de VLD.
Zo zal, als puntje bij paaltje komt, in het hiernamaals de liefde zich bij God en de rechtvaardigheid van God moeten verantwoorden voor haar onverantwoord gedrag tegenover mensen zoals u en ik.
En God zal vragen aan de liefde, aan Mira: ‘Wat hebt u voor Vos gedaan toen hij verliefd onder uw rokken trachtte te loeren? U zag hem nog niet staan, verraadster!’
En de liefde zal zich huilend aan de voeten van God werpen en kreunen: ‘Maar die Vos dat was een onnozelaar en hij zei nooit eens iets, iets om te lachen of zo. En hij had geen diploma!’
‘Zwijg, gij trienemie gij!’ zal God brullen. ‘U had diep in Vos zijn hart moeten peilen naar zijn goede inborst en zijn waarachtig liefdevol verlangen naar uw billen en u had zich aan zijn lust dienen te onderwerpen. Want dat is rechtvaardig! Om u te straffen zal Vos u nu zeven keren slaan met de roe op uw bloot achterwerk. Daarna mag u met Vos in het paradijs naar binnen om er met allen die u lief waren maar die u door de dood of het leven zijn ontstolen, herenigd te worden’.
Zo zal de Rechtvaardige dan recht spreken en vrede stichten. Alles komt op de een of andere manier toch goed.
Tegenwoordig is alles mogelijk, vind ik.”
3 Is het waar, is de popmuziek echt dood?
Ik zal het eens sociologisch duiden. Popmuziek heeft wellicht in de jaren zestig een beetje een maatschappelijke impact gehad als concrete veruitwendiging van het jaren zestig-gevoel. Ik bedoel, een groot aantal jonge mannen en vrouwen had er wat aan op een of andere manier en popmuziek heeft in die tijd wellicht de kijk op de wereld van een generatie veranderd, voor een stuk dan toch, naar de samenleving toe en zo. Heden is popmuziek in de media zo goed als dood, of althans toch onzichtbaar. Alles is entertainment, van The night of the proms tot Radio Donna. Het is een gigantische mediastormvloed waar een hogere kunst als de popmuziek niet tegen op kan. Maar voor de paar duizend die-hard popliefhebbers in Vlaanderen zijn er nog een aantal niet-gesubsidiëerde kanalen waar wij aan ons gerief geraken, namelijk de platenzaak en het op een laag pitje draaiende live-concertcircuit. Maar dat is meer dan genoeg voor eenvoudige mensen zoals popliefhebbers.
4 Houdt u van Vlaanderen?
Als ik in het weekend naar een optreden rijd, langs die lelijke huizen en door die dorpen, die lange, lange banen met die tweewoonsten en die verbouwde boerderijen, dan denk ik voortdurend: hier wonen mijn broeders, ik ben één van hen en voor hen moet ik mijn volksliederen zingen. Dat is verbondenheid.
Als ik door Holland rijd dan heb ik dat gevoel niet, dan zit ik voortdurend te bedenken: hier wonen van die saaie mensen die zich enkel bezighouden met saaie sporten zoals voetbal en schaatsen en boeken lezen en schrijven.
5 Bent u graag zanger?
Zanger zijn is het schoonste beroep ter wereld.
Het liefst van al breng ik als volksverbonden zanger mijn volkse levens- en liefdesliederen voor een bende chirojongens en -meisjes op het scoutsbal in een parochiezaal of in een moddertent ergens in een weide te Vlaanderen.
6 Wat is de zin van het bestaan?
Ik moet altijd maar ijverig arbeiden en liederen maken
die de mensen mooi vinden omdat ze de inhoud kunnen vatten.
7 Het tweede mooiste moment?
Toen ik thuiskwam van een verre reis in een onherbergzaam land waar ik heen gelokt was door een aantal dwaze figuren, toen besefte ik in een vlaag van alles overweldigende helderheid: mij krijgen ze nooit meer hier vandaan, van mijn eigen bed en mijn eigen zolderkamer waar ik op mijn gemak volksverbonden liederen kan maken.
8 Gelooft u in het huwelijk?
Het huwelijk, de plechtige communie, Bar Mitsva en de besnijdenis bij de Joden, het doopsel, et cetera zijn in wezen barbaarse tradities die nog stammen vanuit de tijd der natuurvolkeren. Zij hebben in onze postmoderne samenleving totaal geen zin meer. Maar ikzelf vind dat wel lollig, het in stand houden van barbaarse tradities die totaal geen zin meer hebben, kwestie van de controverse met die vervelende existentialisten zoals Ettienne evermeersch wat aan te wakkeren.
10 Promotiepraatje
– In de media wordt u omschreven als een nogal primitieve
vertolker van extreem duidelijke gevoelige levensliederen. Stoort u dat soms?
Eigenlijk wel, omdat ik mensen zoals popjournalisten luiaards vind die nooit tot de kern der dingen wensen door te dringen omdat ze er van uit gaan dat het toch maar popmuziek is en waarom daar woorden aan vuil maken en ze hebben gelijk natuurlijk. Popmuziek moet zich bedienen van volkse verzen die de inhoud van een lied op een sprekende, welhaast naïeve manier blootleggen.
Het kan echt allemaal niet duidelijk genoeg zijn, vind ik. Daarom ben ik ook van plan mijn volgende CD, die vooral liefdesliederen zal bevatten, ‘Ik heb u lief, mijn schattebout’ te noemen.
Toch tracht ik daarnaast ook een extra dimensie te scheppen door in mijn liederen een tien- tot twintigtal extra betekenislagen te verbergen, vooral om domme popjournalisten te misleiden die denken: het is toch maar popmuziek voor het proletariaat.
– Wat zegt u, tien tot twintig betekenislagen?
Nu ja het kunnen er ook soms dertig zijn, het hangt er wat van af of ik in de stemming ben of niet.
– Welke betekenislagen kunnen we in dit lied dat u hier gaat vertolken zoal ontdekken?
Betekenislagen genoeg. Ik schat zo’n dertien à vijftien. Maar de sleutelzin in dit lied is: ‘Slacht het kalf met de gouden eieren’. Daarin maak ik de verbinding tussen het spreekwoord ‘De kip met de gouden eieren slachten’ en het bijbels tafereel van de Joden in de woestijn die het gouden kalf aanbidden. Het lied zelf gaat over de angst die er heerst bij het proletariaat in het post-Dutrouxtijdprek en de vertwijfeling bij de mensen in de zin van: hoe moet het nu verder en zo, weet u wel. Het kalf met de gouden eieren, de gouden teelballen zo u wil, is een beeld voor de postmoderne samenleving die onder meer de porno-industrie en Jerry Springer heeft mogelijk gemaakt en die de brave mensen hier in Vlaanderen liever zouden zien verdwijnen omdat ze in wezen in hun ziel terugwillen naar het idyllische Vlaanderen van voor de oorlog toen alles nog goed en duidelijk was. Maar ondertussen kijken ze toch maar iedere week met zijn zes miljoen naar Jambers en Goedele Liekens, de huichelaars.
Al die betekenis in één enkele zin van een popliedje. Het is werkelijk om van te duizelen.
U ziet, er wordt ongelofelijk over nagedacht over die popmuziek en ik word er zo ellendig doodmoe van al dat nadenken. Moe dat ik ben!
Groeten vanwege uw toegenegen Luc De Vos.
Comments are closed.