DE VRIENDSCHAP

Mijn vriendenkring bestaat uit een tiental klaplopers die voortdurend in geldnood verkeren en op allerlei momenten 7500 frank nodig hebben sinds ik onlangs op een onbewaakt moment in het café had geroepen dat ik bij de spaarkas een spaarboekje had met 7500 frank erop.

Geld dat ik bij de BRTN met de moed der wanhoop en op een niet geheel orthodoxe manier had weten los te wrikken van de directeur zelf.
Ik had in het Amerikaans theater gedurende het slotgala van de liefdadigheidsactie “Geef al je geld aan de arme kinderen” een lied gezongen over een aantal jongens die te arm waren om seksboekjes te kopen en daarom maar aan de hand van zelfverzonnen fantasmen de persoonlijke geslachtsdelen dienden te stimuleren op allerlei vervallen zolderkamertjes.
Kortom, het eeuwige geijkte thema binnen mijn lyriek.
Toen ik na afloop van het gala langs de kassa passeerde om de beloofde 7500 frank te incasseren werd mij gemeld dat het geld om de artiest uit te betalen op was en dat er sowieso binnen het nieuwe beleid op de BRTN werd vanuit gegaan dat men op liefdadigheidsacties toch gratis kwam spelen want dat het anders al ver gekomen was met die liefdadigheidsacties.
Maar ik heb zelf geen nagel om aan mijn gat te krabben, riep ik luide.
Dan diende u maar geen popmuzikant te zijn geworden, het is uw eigen schuld. U moet achteraf niet komen zagen, sprak de secretaris achter de balie.
Maar ik heb toch mijn best gedaan, verweerde ik mij.
U hebt inderdaad gedurende drie minuten door een micro in het kader van de popmuziek iets staan brullen dat er in wezen verder niet toe doet. U kunt toch niet verlangen dat wij daarvoor 7500 frank in ruil gaan schenken.
Toen ik er echter mee dreigde in de pers te onthullen dat een bepaalde weervoorspeller van de BRTN, namelijk de heer Frank de Boosere, geen vrouw was zoals hij voorwendde maar een doodgewone homo van het zuiverste water, toen sloeg die secretaris in paniek en belde de directeur zelf op die hijgend persoonlijk de beloofde 7500 frank uit eigen zak kwam overhandigen en mij toebeet mijn mond te houden of de gevolgen voor mijn carrière als rondreizend zanger zouden niet te overzien zijn.
Maar dat van die 7500 frank op mijn spaarboek dat had ik beter ook niet onthuld.
Sindsdien word ik door al mijn vrienden op de nek gezeten. Klaplopers zijn het, één voor één, nietsnutten en leugenaars.
Maar beter dat soort vrienden dan helemaal geen vrienden zeg ik. Ik ben het beu van na gewezen te worden als zijnde een eenzame zwerver die altijd een beetje verdrietig is en zo. Ik heb wel degelijk vrienden.
Eén ding hebben ze met bakken te koop. Enorm veel pretentie. Mijn maat Freddy Mommens die beweert de beste vrienden te zijn met een bekende Vlaamse homoseksuele schrijver. Die gast dat is mijn beste vriend, zegt hij, en bovendien heb ik zelf in feite al zijn boeken zelf geschreven in feite. Want het gaat altijd zo, ik zeg tegen Tom op café, Tom, zeg ik, je moet eens een boek schrijven over tapijtenboer Klerk en de gebeurtenissen van de jongste maanden. Of ik zit al eens mijn avonturen te vertellen en dan gaat Tom naar huis en schrijft het allemaal op en hup alweer een roman erbij. Zo is het niet moeilijk natuurlijk, zo kan ik het ook natuurlijk.
Maar weet je wat ik gedaan heb vorige week om Tom eens goed liggen te hebben? Ik was bij hem thuis op bezoek en vervolgens ben ik onder het voorwendsel van te gaan plassen zijn slaapkamer binnen gedrongen en toen heb ik een beetje van dat fijne rijnzand en een flinke scheut tabasco door zijn potje vaseline geroerd.
Dat zal hem leren, de schavuit!
Nu moet ik zeggen, normaal gezien hecht ik weinig of geen geloof aan het gezwets van Freddy Mommens, maar onlangs kwam ik toevallig op de boekenbeurs en daar zag ik die schrijver in een gesprek met een bekende presentatrice van Studio Brussel en ik moet zeggen die gast zat inderdaad met een nogal pijnlijke grimas op zijn gezicht voortdurend heen en weer te schuiven op zijn stoeltje.
Zou het dan toch waar zijn geweest van dat rijnzand en die tabasco?
Ik vond, ook die presentatrice zat wat raar te schuiven. Zouden zij en de schrijver misschien…? Men mag er niet aan denken. Neen, ik weiger daaraan te denken. En hoe zouden ze het allemaal in godsnaam aan boord moeten leggen. Hoewel, in deze promiscue samenleving is alles mogelijk tegenwoordig.
Maar ik wil mij daar verder niet mee bemoeien. Het is allemaal al ingewikkeld genoeg. Ik ben content met mijn bestaan. Ik heb een aantal vrienden en 7500 frank op een spaarboekje.
Leve de vrije markteconomie!