OMRINGD DOOR IDIOTEN
Zowel met vreugde als met een gevoel van weemoed las ik vorige week de schitterende reportage in dit eigenste schitterende weekblad over Sint-Jacobs.
Gent is altijd en overal schoon. Maar de buurt van de Sint-Jacobskerk ligt mij het nauwst aan het hart. Die wondermooie toren van de Baudelokapel, die heerlijke Vlasmarkt met al zijn neringdoeners, die reusachtige Gentse Feesten!
Mijn dagen en nachten op de Vlasmarkt en op de Gentse feesten, daar moet ik dringend een keer een uitgebreid essay over schrijven. Ik vertel hier alvast een kleine anekdote van een tiental jaar geleden. Kent u Pim Fortuyn nog? Ja, die mens is ondertussen allang vergeten. Ik spreek mij hier niet uit over zijn politieke denkbeelden. Ik zeg altijd: de mensen krijgen de politiekers die ze verdienen. En daar gaat het er hier trouwens niet om.
Ik leerde Pim Fortuyn in die tijd kennen op de Gentse Feesten, echt waar. Hij was toen nog niet die controversiële politicus zoals we hem een paar jaar later leerden kennen. Het geschiedde aldus: ik was wakker geworden onder een boom in het Baudelopark. Het moest al in de late namiddag zijn. De zon geselde mijn geschramde kop met haar vlammende stralen. Wat was er vannacht allemaal gebeurd op de Vlasmarkt? Het zou voor eeuwig een raadsel blijven. En wellicht was dat maar goed ook.
Ik richtte mijn schreden naar de eerste de beste drankgelegenheid die ik zou tegenkomen. Mijn keel werd geschroeid door een afgrijselijke dorst. Ik kwam voorbij de Baudelokapel. Daar hoorde ik geklingel van glazen. Ik daarbinnen natuurlijk. Er was een publiek politiek debat aan de gang. Aan de toog, achter in de zaal, dronk ik snel een paar Duvels om er beter tegen te kunnen. Toch eens luisteren naar dat debat, dacht ik bij mezelf, want van karakter ben ik soms uiterst vooruitstrevend wat betreft de rechtvaardigheid in de wereld. Ik vind bijvoorbeeld dat alle mensen gelijk zijn en dat de rijkdom in de wereld eerlijk verdeeld zou moeten worden en dat aan elk kind in de wereld alle kansen op een waardig bestaan zouden moeten worden geboden. Een waardig bestaan, niet verpest door armoede of door een gebrek aan gezondheidszorg en onderwijs.
Binnen het debat voerde de beruchte professor Jaap Kruithof het hoge woord. Naast hem zat er een kale man met een ongelofelijk homoseksuele stropdas aan. Kruithof stelde de man voor aan het publiek: ‘ziehier professor Pim Fortuyn uit Nederland. De professor is een notoir aanhanger van het kapitalistisch model.’
Vanuit de zaal steeg een oorverdovend boegeroep op. Fortuyn nam ondanks het gejoel toch het woord. Hij sprak als volgt: ‘het solidariteitsbeginsel is gestoeld op een verkeerd uitgangspunt, namelijk het principe dat alle mensen van nature goed zijn en het beste met elkander voor hebben. Dat is helemaal niet waar. De beschaving zoals wij die in deze wereld ervaren, dat is slechts een laag vernis. In wezen zijn de mensen slecht. Solidariteit is een illusie. Democratie werkt niet. Laten we met deze werkelijkheid voor ogen onze samenleving organiseren en de leiding van de staat overlaten aan de elite en de getalenteerden. Gelijkschakeling betekent nivellering betekent stilstand betekent achteruitgang betekent terug naar af, terug naar de prehistorie.’
De toehoorders werden bijna gek van woede. Papieren vlogen door de lucht. ‘Scheert u weg, uitbuiter!’, brulden ze.
De heer Fortuyn besloot toen wijselijk zijn mond te houden en muisde er gedurende het debat stilletjes vanonder.
Ik stapte weer naar buiten. De Gentse Feesten waren ondertussen opnieuw met een hevige knal losgebarsten. Ik stortte mij in het feestgewoel. Overal waar ik kwam strooide ik vreugde en liefde in het rond en iedereen hield van mij. Ik werd die nacht ook dolverliefd op een tangodanseres die ik mocht aanschouwen op een of andere dansvloer en die mij bijna gek maakte met haar duistere duivelse billen gehuld in een hemeltergende minirok.
Toen ik Pim Fortuyn een paar jaar geleden daar gebroken en geknakt op het koude asfalt zag liggen, bracht ik hem een stille groet en dacht ik bij mijzelf: we zijn omringd door idioten, misschien is dat waar. Gelukkig bestaan er miljoenen en miljoenen mensen zoals ik, de goede volkszanger van levensliederen Luc De Vos, mensen die in de schoonheid, de vreugde en de liefde geloven. Al de rest is politiek en politiek is nogal onbelangrijk vind ik persoonlijk.
Dus komaan jongens, op naar de volgende Gentse feesten! Nog maar tweehonderd keren slapen. Hoera!
LUC DE VOS
Comments are closed.